Beleid, Coding, Computational thinking, ICT, Programmeren

Voorstellen van D66 over programmeren in onderwijs zijn vaag

Door Jan Lepeltak

D66 behoort tot weinige partijen die zich de afgelopen jaren in het parlement voor programmeren/coding in het onderwijs sterk hebben gemaakt. Helaas tot nu toe met weinig succes. De nieuwe verkiezingen bieden nieuwe mogelijkheden dus was de verwachting dat dit een concreet aandachtspunt zou worden. Een aandachtspunt is het nieuwe conceptverkiezingsprogramma van D66, maar erg concreet kan men het niet noemen. Om te beginnen ligt de focus daar waar het directe nut en noodzaak het kleinst is: het primair onderwijs. Juist in het vo constateren we een steeds grotere achterstand in vergelijking met de meeste Europese landen waar computational thinking (CT)[i], als vak geaccepteerd is. We spreken liever over CT dat inhoudelijk breder is en waar louter programmeren deel van uitmaakt.
We citeren D66: Het is belangrijk dat het onderwijs met de tijd meegaat. Taal, rekenen en kennis blijven van belang, maar we zien dat digitale vaardigheden als programmeren, sociale vaardigheden als samenwerken en ook zelfredzaamheid aan belang winnen in het leven. D66 wil dat alle leerlingen op school werken aan deze vaardigheden. Onze plannen om bijvoorbeeld programmeren op te nemen in het basisonderwijs worden breed gesteund. In de praktijk zien we echter dat verandering traag gaat. Gelukkig zijn er veel initiatieven die buitenschools georganiseerd worden.”
De vrijblijvendheid van deze zinnen springt je tegemoet. Om te beginnen dreigen digitale vaardigheden en programmeren op deze manier op een hoop gegooid te worden met digitale geletterdheid. We hebben het liever over computational thinking (CT) , daar kun je ook unplugged aan werken. Voor onze D66 lezers, daar wordt mee bedoeld zonder computer. Bij digitale geletterdheid gaat het om specifieke vaardigheden zoals leren omgaan met toepassingen als tekstverwerking, spreadsheets etc. en mediawijsheid (waar moet ik aan denken bij het gebruik van sociale media, wat zijn de privacygevaren).

Door de vage wat gratuite en CodePact-achtige voorstellen van D66 vrees ik dat onze achterstand alleen maar groter wordt.

Er bestaan inmiddels nuttige voorbeelden, zoals bijvoorbeeld van de British Computing Society (BCS) waarin wordt getoond hoe je de digitale vaardigheden kunt ontwikkelen in een doorgaande lijn van groep 1 tot en met de bovenbouw vo.
In veel Europese landen is men begonnen die te implementeren. In Nederland gebeurt niets dat er op lijkt. Wij lopen binnen de EU hopeloos achter. Door de vage wat gratuite en CodePact-achtige voorstellen van D66 vrees ik dat onze achterstand alleen maar groter wordt. Het D66 idee dat coding/programmeren voor de basisschool breed wordt gedragen is voorlopig helaas wishful thinking. De bottleneck is het professionaliseren van een grote  lerarengroep die op de basisschool CT-lessen moet geven. Dat los je niet op met een waaier aan kleine initiatieven of medewerkers (vrijwilligers) van grote bedrijven als Microsoft of IBM die les gaan geven. Het gaat van de veronderstelling uit dat als je er maar iets van af weet je voor de klas kunt.
Gelet op het groeiende tekort aan opgeleiden met voldoende CT-kennis in het mbo en hoger onderwijs zou het vo topprioriteit moeten hebben. De EU stelt het tekort aan mensen met voldoende IT/CT-kennis jaarlijks naar boven bij. Het geraamde tekort loopt nu al boven de 825.000. In Nederland is het verwachte tekort  (het aantal onvervulde vacatures) tussen 50.000 en 80.000.
ICT zou in het vo-curriculum als vak voor iedereen een plaats dienen te krijgen in plaats van wat het nu is:  een vrijblijvend keuzevak voor 12% van de leerlingen in de vo-bovenbouw. Een vak dat veelal ook nog onbevoegd wordt gegeven.
Dat D66 nu focust op programmeren als onderdeel van digitale vaardigheden in het po lost niets op en zal mogelijk een remmende voorsprong opleveren. Het voorstel is vaag en kent nauwelijks onderbouwing (noch inhoudelijk, noch financieel). Er zullen, net zoals in Amsterdam waar D66 de onderwijswethouder levert, met veel tamtam enkele experimenten worden gestart maar een breed plan waar alle scholen en dus alle leerlingen van profiteren. ontbreekt. Hoe bedoelt u:  de kloof kleiner maken en kansen voor iedereen? De sterke nadruk op ideeën en behoeftes vanuit de basis, dus niet topdown zoals in Amsterdam,  staat innovatie in de weg. Of zoals Henry Ford zei: “Als ik aan mijn klanten vraag wat ze willen, zeggen ze snellere paarden.”

Ze zijn te vaag, men stelt verkeerde prioriteiten door te focussen op het basisonderwijs.

Concluderend: als het om ICT in het algemeen en CT/coding in het bijzonder gaat dan valt er op basis van de huidige D66 voorstellen weinig te verwachten. Ze zijn te vaag, men stelt verkeerde prioriteiten door te focussen op het basisonderwijs. Begrijpelijk dat de PO-raad en de vakbonden grote reserves hebben als het om coding gaat. Daar komt nog bij dat begrippen als digitale vaardigheden en CT-programmeren dreigen te worden verward. Bij digitale vaardigheden gaat het om digitale geletterdheid en coding. Het eerste moet zeker in  het po aan de orde komen, het tweede voorlopig optioneel in het po, maar voor iedereen in het vo. Belangrijke onderdelen als robotica en de eraan verwante maker-education ontbreken geheel. Jammer deze gemiste kans. Maar het is een conceptverkiezingsprogramma, dus wellicht zijn er nog mogelijkheden.


 

[i] Het begrip Computational Thinking (CT) is geïntroduceerd door Jeanette Wing (2006). Het houdt meer in dan puur programmeren/coding. Het gaat ook om vragen als wat kunnen mensen beter dan computers en waar zijn computers beter in dan mensen. Het meest fundamenteel is de vraag wat is ‘berekenbaar’ door een computer? Op veel van deze vragen weten we volgens Wing (voormalig hoogleraar Computerwetenschap aan de Carnegie Mellon universiteit in Pittsburg) maar gedeeltelijk de antwoorden.
Kernelementen voor coding zijn decompositie van een probleem, patroonherkenning, abstraheren, algoritmiseren, ontwerp, debuggen, het presenteren van oplossing en het cyclisch verfijnen van deze stappen.

 

  1. “Juist in het vo constateren we een steeds grotere achterstand in vergelijking met de meeste Europese landen waar computational thinking (CT)” Linkje mist denk ik?

  2. M

    Ik werk als programmeur en zie in het bedrijfsleven alles uit de kast getrokken worden (aantrekkelijke traineeships, invliegen van ladingen Indiers) om goede programmeurs te krijgen en dan nog zijn er lang niet genoeg. Dus ook wie het vak (nog) niet al te goed beheerst, komt eenvoudig aan een baan.

    Dat betekent dat het zinvol kan zijn om leerlingen het vak aan te bieden, zodat hun interesse voor een studie in die richting wordt gewekt. Het betekent echter ook dat het bijzonder moeilijk zal worden voldoende mensen te vinden die dat in het VO op uitdagende, gedegen wijze kunnen. Het bedrijfsleven lokt hen.

    Vandaar wellicht dat D66 de plannen vaag houdt en zich focust op het PO. Meer dan dat is, hoe jammer ook, bij de huidige aantrekkelijkheid van het leraarsberoep niet realistisch.

  3. Reactie door auteur

    admin

    Bert Boshoven: Terechte kritiek. Maar D66 draagt het onderwijs in ieder geval wel een warm hart toe. Dat is al heel wat. Ze hebben wellicht heel verkeerde beelden bij programmeren en coderen.

Geef een reactie op Reactie annuleren

64 − 58 =

Translate »