Beleid, Docenten, OCW, Onderwijscoöperatie

#vanvoordoor Interview met een OC-ambassadeur

Joost van Heel

De blokkade door met name de vakbond AOb op de benoeming van leraar Jan van de Ven als voorzitter van de Onderwijscoöperatie laat diepe sporen achter bij leraren en betrokkenen. De benoemingscommissie droeg Jan van de Ven, onder meer de man achter de grote onderwijsdemonstratie in september, unaniem voor. Men kan slechts raden naar de echte motieven van de bond.

Dat de houding van de bonden onder aanvoering van de AOb zou leiden tot veel tumult was te verwachten.  Van de Ven is zeker geen tegenstander van een OC, maar vindt dat deze echt door leerkrachten moet worden geleid en niet door vakbondsbestuurders. Zijn ideeën komen neer op een OC die geheel los staat van OCW. Het zijn de bonden die zich met rechtspositie en salarissen bezighouden terwijl de OC vooral voor de inhoud gaat een breed draagvlak in het veld geniet.  Het ‘voor en door’ de leraren moet reële vorm krijgen.
Het is om die reden dat een aantal leraren uit po, vo en mbo kortgeleden bijeenkwam met de vraag hoe nu verder.  Van de aanwezigen waren sommige vakbondslid, bijvoorbeeld bij de AOb of Leraren in Actie (LIA). Onder de voorlopige titel ‘#vanvoordoor’ zijn plannen gemaakt voor een werkelijk onafhankelijke lerarenvertegenwoordiging.  Een kernvraag was: kunnen we nog verder met de huidige OC? Het antwoord was negatief. De directe sturing door de vakbonden en de nauwe relaties met het ministerie van OCW en de bijbehorende geldstromen (‘Wie betaalt, bepaalt”?) vormen een beletsel.
#Vanvoordoor wil dat de beroepsvereniging zich bezighoudt met de inhoud van het onderwijs waarbij als gesprekspartner de bestuurlijke sectorraden en de wetgever kunnen zijn. Het zijn de vakbonden die zich concentreren op de arbeidsvoorwaarden.  Beroepsvereniging en bonden kunnen elkaar versterken en hebben invloed op elkaar maar uiteindelijk is de beroepsvereniging onafhankelijk en legt zij uitsluitend verantwoording af aan de leraren.  Vooralsnog is #vanvoordoor een beweging, een actiegroep en geen hechte organisatie. Men sluit niet uit dat de OC zich ‘schoont’ maar dan zullen er stevige veranderingen dienen plaats te vinden, zo meent ook Joost van Heel die als leraar po nog steeds OC-ambassadeur en redacteur bij de OC is.

Hoe kijk jij terug op de afgelopen weken en je werk bij de OC na alle publiciteit?

Ik werk sinds eind augustus van dit jaar twee dagen in de week voor de OC. Daarnaast sta ik voor groep 4 in het basisonderwijs, na jaren groep 8, en heb ik ouderschapsverlof opgenomen. De afgelopen weken waren bijzonder hectisch en bij vlagen verwarrend. De OC is een belangenorganisatie. De belangen buitelen over elkaar heen; de vlag hangt uit voor het belang van de leraar, maar dit blijkt vooral een symbolisch belang te zijn. Het belang van OCW is evident, zij betalen dus zij bepalen. Dan gaat het over allerlei projecten waarvan het register het belangrijkste is. Dan is er nog het belang van het bestuur, de vakbonden en platforms. Hierbij spelen invloed en subsidiestromen een grote rol. Deze positie willen de bonden natuurlijk niet kwijt en zij verdedigen deze dan ook ferm. Verder is er het belang van de directie, het MT, dat geklemd zit tussen al de voorgaande belangen en het uitvoerende bureau. Het MT, overigens goed betaald, heeft vooral als belang dat de OC niet teveel schade lijdt in deze rumoerige tijd. Mijn werk bij de OC is soms onoverzichtelijk omdat de hiërarchie en de structuur niet altijd duidelijk is. Er werken veel mensen met verschillende petten op, adviseurs van OCW in onduidelijke rollen, bureaumedewerkers die van functie wisselen waardoor er ‘gaten’ vallen, geen leraren op beslissende plekken.

De leraren zijn het uithangbord en de etalagevulling

Ik werk hier omdat de OC mijn beroepsgroep zou moeten vertegenwoordigen; ‘van, voor en door de leraar’ staat er als ondertitel op het logo. Niets is minder waar. De leraren zijn het uithangbord en de etalagevulling. De bureaumedewerkers zijn dienstbaar aan de leraren, ze willen niets anders. Maar de hachjes en belangen van andere betrokkenen dan de leraar trekken zo hard aan de organisatie dat de doelstelling waar het voor is opgericht totaal onherkenbaar is. Als meewerkend leraar moet ik hiertegen wel weerstand bieden, samen met andere betrokken leraren binnen en buiten de OC. We hebben elkaar gevonden via Twitter en op de OC. De meeste leraren hebben een fulltime baan en zetten zich volledig in eigen tijd in voor het belang van een onafhankelijke beroepsgroep-vertegenwoordiging. Heel wat uren zijn er gaan zitten in het uitpluizen en omwoelen van misstanden en dit via Twitter delen met elkaar. Zelfs de wet openbaarheid van bestuur is er aan te pas gekomen, aangevraagd door actieve leraren buiten de OC.

Voor mij persoonlijk was het een achtbaan. Maar ik denk dat veel leraren die betrokken zijn bij de OC worstelen met hun rol; hoe kunnen we het ‘van, voor en door de leraren’ naar scholen uitdragen als we onszelf een pion voelen van de beleidsmakers op afstand? De zinsnede ‘leraren willen zich helemaal niet bezighouden met beleid’ van de vorige bestuursvoorzitter is voor mij een motivatie om een groter bestuur bestaande uit actieve leraren te vormen. De afwijzing van Jan van de Ven en zijn ideeën voor de OC, is voor ons de aanleiding geweest om elkaar op te zoeken en een beweging te vormen. Deze beweging komt direct voort uit de ‘inactie’ groeperingen, we hebben ook contacten met elkaar. Het is een emancipatorische beweging van leraren waarbij de beroepseer en eigenaarschap centraal staan. We claimen ons vak terug.

Wat is jouw verhaal wanneer je als je ambassadeur op scholen komt?

Het verhaal dat ik vertel is geen ondergraving van de OC. Dat zou ook gek zijn, als ambasssadeur. Ik vertel over de nieuwe onderwijswet en de mogelijkheden die deze wet biedt voor zeggenschap over de vorm en inhoud  van het vak. Hierbij hoort informatie over de gekozen groep leraren, de afvaardiging van de deelnemersvergadering, die het mandaat krijgt om het lerarenregister inhoud te geven. Ik vertel hierbij wel dat er nog veel onduidelijkheden zijn en dat pas over enkele jaren duidelijk zal worden hoe het register eruit zal komen te zien. Het goede nieuws is de invloed die leraren kunnen hebben op het proces. Deze invloed is deels formeel via de deelnemersvergadering, maar dat moet nog goed uitwerken. Deels is deze invloed ook anders, bijvoorbeeld via sociale media. De macht van leraren is groter dan men denkt. De collega’s van PO-inactie begonnen ook op een namiddag op een terrasje in Arnhem. Beleidsmakers op alle niveaus moeten MET leraren denken over lerarenbeleid, in plaats van OVER leraren. De toon moet ook anders. Dit kan op deze manier ter sprake komen op scholen, maar dat hoeft niet. Vaak willen teams even horen hoe het nu zit met die nieuwe wet, en dan weer hard aan het werk. Als leraar begrijp ik dat volledig. Daar maken de beleidsmakers echter gebruik van, ‘de leraren willen zich niet bezighouden met beleid’. Tja.

Je bent zelf ook lid van een vakbond CNV-onderwijs. Hoe ervaar je de opstelling van je bond?

Ik ervaar de CNV als een hele fatsoenlijke en brave bond. Niet te hard roepen, lief zijn voor de verschillende partijen. Dat is een houding die me aanspreekt, maar waar je niet altijd ver mee komt. In dit geval denk ik dat binnen de OC de meer activistische AOb de ruimte heeft gepakt. Vorig jaar heeft de CNV een nieuwe voorzitter gekozen, Loek Schueler. Zij moest zich inwerken en de OC lag wellicht niet bovenop de stapel. In deze tijd is er echter veel gebeurd en de AOb heeft met Liesbeth Verheggen een voorzitter die de leiding van het bestuur van de OC naar zich toe heeft getrokken in de tijd dat de OC geen voorzitter heeft. Er wordt ook geen haast mee gemaakt.

Ik denk dat het heel goed is als de CNV durft te kiezen voor een lerarenbestuur en een lerarenafvaardiging in de OC plaatst. Een andere optie is dat Schueler een leraar met hetzelfde mandaat meeneemt en het bestuur dus uitbreidt met het verzoek aan de andere partijen om hetzelfde te doen. Dat zou een mooie eerste stap zijn, ik acht de CNV een goede partij om hier een verstandig besluit in te nemen.

Heb je als actief CDA-lid nog geprobeerd ook jouw partij bij de OC-perikelen te betrekken?

Ik ben in Den Haag geweest bij Michel Rog, dat was nog in een stadium dat ik nog minder ver in de materie zat en alle hoop op de deelnemersvergadering had gevestigd. Later heb ik hem nog gesproken op het lerarencongres. Intussen zie ik in dat het dieper zit en dat de OC als geheel een veranderingstraject nodig heeft of, nog drastischer, vervangen moet worden door een geheel nieuwe onafhankelijke beroepsvereniging. Ik denk dat de politiek een belangrijke rol heeft in het huidige proces. Er zullen wat ons betreft nog gesprekken volgen met alle partijen, verschillende mensen binnen #vanvoordoor hebben goede contacten binnen de politiek.

Als je moest kiezen tussen je leraarschap en je ambassadeurschap, wat zou je keuze dan zijn? Licht je keuze toe.

Ik ben leraar uit liefde voor onderwijs. Met mijn school en bestuur houd ik wekelijks goed contact en ik krijg alle ruimte. Het werkelijke leven speelt zich voor de leraar af in het klaslokaal, met de kinderen, de ouders en de collega’s. Veel beleidsmakers hebben daar geen idee van.

Jan Lepeltak

Geef een reactie

66 + = 69

Translate »