KomenskyPost info, Kunstmatige intelligentie

Het belang van je geheugen in een wereld vol AI

Door Pedro de Bruyckere

“Waarom zou je iets nog uit je hoofd leren als je het gewoon kunt opzoeken?” Die gedachte was lang bijna vanzelfsprekend. Smartphones, rekenmachines, ChatGPT – ze maken het verleidelijk om alles wat je niet meteen weet, gewoon even te googelen. Maar volgens een nieuwe publicatie van Barbara Oakley en collega’s is precies dat gemak een van de oorzaken van iets veel fundamentelers: een sluipend geheugenverlies dat onze denkvaardigheid aantast in de brede samenleving.

Hun analyse start met een opvallende paradox. Terwijl we steeds slimmer lijken door alle technologie rondom ons, daalt het gemiddelde IQ in westerse landen al decennia. De fameuze Flynn-effect – de gestage stijging van IQ’s in de twintigste eeuw – is gekanteld. En dat lijkt geen toeval. Volgens de auteurs is er een verband tussen die daling en onze groeiende afhankelijkheid van digitale geheugensteuntjes, gecombineerd met onderwijspraktijken die kennis overboord gooien ten gunste van “vaardigheden”.

Oakley e.a. maken korte metten met de populaire tegenstelling tussen kennis en vaardigheden. Uit neurowetenschappelijk onderzoek blijkt: zonder kennis in je hoofd, vallen ook je vaardigheden in duigen. Kennis zit niet gewoon in een lade waar je even een feitje uit opdiept. Ze vormt net de basis van hoe je denkt, redeneert en fouten opmerkt. Wie geen schema’s (mentale kennisstructuren) heeft, kan geen patroon herkennen – en dus ook geen voorspelling maken, geen inzicht opbouwen, geen fout corrigeren.

Barbar Aoakley

Barbara Oakley

Dit geldt niet alleen voor schoolvakken. Het onderscheid tussen declaratief geheugen (feiten en concepten) en procedureel geheugen (vaardigheden) is fundamenteel. Echte expertise ontstaat pas als kennis niet alleen gekend wordt, maar ook geautomatiseerd is: van ‘weten’ naar ‘voelen’, van declaratief naar procedureel. En dat vraagt oefening. Geen eenmalig lezen of opzoeken, maar herhalen, toepassen en reflecteren.

Als we te snel outsourcen – door altijd op rekenmachines te rekenen of AI alles te laten uitleggen – slaan we die cruciale stap over. We bouwen dan geen robuuste interne representaties op. En dat heeft gevolgen. Zonder voldoende interne kennis is er simpelweg geen “voorspelling” om een fout tegenover te zetten. De hersenen krijgen geen signaal dat iets niet klopt, en dus blijft de leerervaring uit. Een voorbeeld uit het artikel: een verpleegkundige die haar tafels niet uit het hoofd kent, merkt het misschien niet eens op als ze een fout maakt in een medicijnberekening. Ze vertrouwt op haar toestel – maar haar brein kan geen plausibiliteitscontrole doen. Geen intern alarmsignaal. Geen correctie. Geen leren.

Wat het artikel bijzonder maakt, is hoe diep het ingaat op de rol van schema’s en zogenaamde neural manifolds – georganiseerde patronen in hersenactiviteit die onze kennis efficiënt structureren. Die ontstaan niet vanzelf. Ze zijn het resultaat van herhaling, variatie, reflectie en – jawel – moeite doen. Hoe meer schema’s we hebben, hoe sneller en flexibeler we nieuwe informatie kunnen verwerken. Maar wanneer we informatie enkel opzoeken en niet integreren, blijft elke nieuwe vraag een geïsoleerde puzzel. We herkennen niets, moeten telkens van nul beginnen, en raken sneller cognitief overbelast. In plaats van een goedgevulde gereedschapskist bouwen we een rommelige berg zoekresultaten op. De AI weet misschien waar iets staat, maar wij weten het niet meer.

De auteurs zijn kritisch voor constructivistische onderwijsvormen – daarin zijn ze ondertussen behoorlijk modieus – waarin expliciete instructie wordt geminimaliseerd. Niet omdat leerlingen niet actief mogen leren, maar omdat zonder stevige basiskennis ook actief leren nauwelijks rendement heeft. Vooral biologisch secundaire kennis (zoals lezen, rekenen of wetenschappelijke concepten) vraagt gestructureerde instructie, herhaling en feedback. Ze pleiten voor een herwaardering van geheugen, niet als doel op zich, maar als fundament. Spaced repetition, retrieval practice, interleaving – het zijn geen ouderwetse trucjes, maar manieren om het brein te trainen. Technologie kan daar een rol in spelen, maar dan als aanvulling op – niet ter vervanging van – intern geheugen.

Deze studie is een krachtig pleidooi om geheugen terug een centrale plaats te geven in een tijd waarin we denken het niet meer nodig te hebben. Wie alles uitbesteedt, bouwt niets op. En in een wereld waarin iedereen alles kan opzoeken, maakt juist het verschil wat jij al zélf weet. Je geheugen is geen last. Het is je cognitieve krachtcentrale.

En het is wellicht een basis voor ons gezamenlijk intellect.

Dit blog verscheen eerder in: https://pedrodebruyckere.blog/

Abstract van de pre-print:

This chapter offers the first neuroscience-based theory linking the reversal of the Flynn Effect—documented declines in IQ scores across high-income countries since the 1970s—to the growing prevalence of cognitive offloading and pedagogical trends that minimize direct knowledge acquisition. Drawing on cognitive neuroscience, learning theory, and memory systems research, we argue that widespread underuse of the brain’s declarative and procedural systems has weakened internal representations—schemata—that are essential for reasoning, intuition, and expertise. We examine how shifts toward digital dependency and constructivist educational models have reduced opportunities for repeated retrieval, proceduralization, and the formation of robust engrams and neural manifolds. These trends disrupt the consolidation and automatization of biologically secondary knowledge, impairing schema-driven prediction, error correction, and transfer. We propose that the weakening of these memory systems—long before neurodegeneration sets in—may explain recent cognitive declines more plausibly than purely environmental or genetic accounts. The chapter closes by outlining implications for cognitive theory, educational practice, and AI-era learning environments. Rather than viewing memory as outdated in a world of instant information access, we argue that internal knowledge remains foundational for deep learning and that cognitive augmentation requires—not replaces—biological memory.

Show less 

  1. Anthony van Inge

    Er is helemaal geen paradox.
    De ogenschijnlijke tegenstelling tussen gemak van opzoeken en afnemende denkvaardigheid is slechts een paradox zolang men één essentieel inzicht mist: denken is het maken van associaties. En associaties kun je alleen maken met wat al in je brein aanwezig is. Opgezochte informatie bestaat slechts tijdelijk en blijft buiten het associatieve netwerk van het geheugen. Wie niets intern opslaat, kan dus ook niets verbinden, herkennen of doorzien. Opzoeken is geen denken. Daarmee valt de ‘paradox’ weg – het is simpelweg een misvatting over wat kennis en denken werkelijk zijn.

Geef een reactie

64 + = 67

Translate »