Bloggen, Docenten, PO

De docent en zijn leeslijst. Het gaat vooral om het duivelse dilemma…

Wat lezen docenten?  In de nieuwe reeks  ‘De docent en zijn leeslijst’ vertelt Liesbeth Mol wat zij in  de afgelopen weken gelezen heeft.

liesbethLiesbeth Mol is leerkracht groep 8 op basisschool De Meent in Waalre

Vakantielezen

Zoals gebruikelijk is vakantietijd leestijd. Ik lees buiten de vakanties om ook wel regelmatig maar het leest veel fijner als je gewoon een halve dag kan doorlezen!

Zo ook deze vakantie! Via Twitter werd ik geattendeerd op de app Goodreads. Wat een handige app om bij te houden wat je gelezen hebt en wat je nog graag zou willen lezen. Het laatste lijstje groeide al snel door de verschillende tips die op mijn tijdlijn gezet werden. Wekelijks krijg ik ook leestips van @CarlaMondig, onze smaken op het gebied van boeken komt aardig overeen. Genoeg boeken dus om de vakantie mee door te komen en ook heel gevarieerd, van historische romans voor jong volwassenen naar lekker makkelijk te lezen thrillers.

Maar het boek dat de afgelopen periode het meeste indruk heeft gemaakt is Dit is mijn hof van Chris de Stoop. Al vlak voor de vakantie gelezen, maar ik heb er tijdens de vakantie veel aan en over gedacht.

…het gaat vooral om het duivelse dilemma dat in dit boek ter sprake komt.

Het boek gaat over “de Hedwigepolder, de beroemde polder van de lage landen, schrijlings op de Zeeuws-Vlaanderen grens, die moet en zal onder water worden gezet.”
Volgens een verdrag dat gesloten is tussen België en Nederland worden de Hedwigepolder en de Prosperpolder in het kader van de natuurcompensatie weer aangesloten bij het Verdronken Land van Saeftinghe. Er was al snel veel verzet tegen het plan maar ondanks dat verzet werd in 2014 besloten dat de polder onder water mocht worden gezet.
In dit boek vertelt Chris de Stoop over de strijd die boeren in de polder moeten leveren om hun bedrijf voort te kunnen zetten. Veel boeren laten zich uitkopen en verlaten het gebied, sommigen blijven en proberen, ondanks alle tegenwerkingen van de overheid hun best om er nog iets van te maken. Chris is een boerenzoon wiens ouderlijke boerderij in het gebied staat. Zijn moeder kan het bedrijf niet meer runnen en gaat naar een verzorgingshuis. Chris besluit naar het ouderlijke huis te gaan en probeert het bedrijf, in sterk afgeslankte vorm, draaiende te houden.  In het boek doet hij verslag van zijn activiteiten, maar ook van de bijeenkomsten die door de overheid en natuurorganisaties worden georganiseerd. Ook komen de emoties van de blijvende, de vertrekkende en vertrokken boeren aan bod.

Waarom is dit boek nou zo bij me blijven hangen? Niet zozeer door de schrijfstijl, in het begin kostte het me zelfs moeite om door te lezen. Nee, het gaat vooral om het duivelse dilemma dat in dit boek ter sprake komt. Vóór het lezen van dit boek was ik behoorlijk uitgesproken over onderwerpen zoals dit. Natuurlijk is het prachtig als er een stuk land “teruggegeven wordt aan de natuur”. Als biologe (mijn eerste opleiding was er een in die richting) wist ik het wel; wij zijn als mensen niet bepaald zuinig met onze planeet en elk initiatief om wat terug te kunnen doen juichte ik altijd van harte toe. Natuurlijk is het knap vervelend voor de mensen die hun huis uit moeten, maar ja, je moet er wat voor over hebben. Hoe naïef!
Na dit boek ben ik er toch wat genuanceerder over gaan denken. Zo simpel ligt het allemaal niet. Ik kwam tot de ontdekking dat veel boeren echte natuurmensen zijn, ze kijken naar het weer, naar de dieren die wel of niet nestelen rondom hun boerderij en vaak weten ze drommels goed welke planten er rondom hun akkers groeien. Ook het feit dat de bedrijven vaak al eeuwen familiebezit zijn was iets wat ik me niet echt gerealiseerd heb. Vele generaties hebben in datzelfde huis gewoond, dezelfde stal gebruikt voor hun koeien of dezelfde akkers bewerkt. Dat laat je niet zo maar even in de steek voor een huis aan de andere kant van de polder.
Ook het kromme van sommige maatregelen raakte me. Er werd gesproken over de kluut die het moeilijk had in de nieuwe natuur. Een van de boosdoeners is de vos, die via de ecoducten voor de padden het gebied is binnen gekomen. De vos moet verdwijnen, maar hoe? Schrikdraad, vallen? Ze weten het niet. Maar de kluut is wel een dier dat gebruikt wordt om aan te geven hoe succesvol de ontpoldering gaat. Dat de boerenzwaluwen verdwijnen omdat de stallen waar ze graag nestelen verdwijnen, daar wordt geen aandacht aan geschonken.

Toen ik deze vakantie met de fiets rondom de Oostvaardersplassen reed kwam het natuurlijk weer in alle hevigheid boven. Doen we wel goed aan dit geforceerd “de natuur zijn gang laten gaan”? In dat gebied leven bijvoorbeeld veel te veel wilde paarden. Ze kunnen het gebied niet uit om elders aan hun voedsel te komen en er wordt niet bijgevoerd waardoor jonge dieren die onvoldoende voedsel kunnen vinden een vreselijke dood sterven.
Aan de andere kant is het een prachtig gebied geworden waar veel vogels uit heel Europa foerageren en zelfs broeden en daarmee is het een belangrijk gebied geworden.

Dit boek heeft er bij mij voor gezorgd dat ik me meer bewust ben geworden van de meerdere lagen bij zulke beslissingen. Elke betrokkene heeft zijn eigen waarheid, en da’s lastig beslissingen nemen!
Lang geleden dat ik een boek las dat zoveel indruk maakte en waar ik zoveel over na heb gedacht. Wat mij betreft een aanrader!

Geef een reactie

− 2 = 2

Translate »