Bloggen, Docenten, PO

Werken in een combinatieklas 5,6,7,8: samen voor de klas

Combinatieklassen zijn het onbedoelde gevolg van krimp. Lisa Jansen-Scheepers geeft les aan een combinatieklas 5,6,7,8. Haar basisschool in Zuid-Limburg had vorig schooljaar nog slechts 52 leerlingen en dat had  gevolgen voor de praktijk.

Door Lisa Jansen-Scheepers

Op mijn website  ‘Lessen van Lisa’  schrijf  ik over het werken met een grote groep kinderen uit vier verschillende leerjaren. Dat is echter maar een deel van het werken met units, zoals de combinatieklas genoemd wordt. In onderstaande blog beschrijf ik een  heel ander, maar minstens zo belangrijk onderdeel, namelijk het samenwerken met collega’s.

Want – of je nou in een unit 5-8, een unit 7-8 of een unit 8 werkt – de samenwerking met je naaste collega’s is cruciaal voor het slagen van welke unit dan ook.Als ik mijn huidige werksituatie vergelijk met mijn werksituatie van vorig schooljaar, had ik verwacht dat de manier waarop ik met kinderen werk, het grootste verschil zou zijn. Maar na zes weken merk ik dat er nog een veel grotere verandering is, namelijk de manier waarop ik met collega’s werk.

Bij ons op school staan we, over de hele week verspreid, met vier volwassenen voor deze unit. Twee parttime leerkrachten, een fulltime leerkracht (ik) en een onderwijsassistent. Het grootste deel van de ochtend zien mijn collega’s en ik elkaar niet. We splitsen de unit op in combinatiegroepen of in een instructie en een zelfstandig werken groep. We houden ons aan onze planning, zorgen dat de kinderen op tijd klaar staan voor de wisselmomenten en springen even elkaars klas in als we een vraag hebben.

Als je een ochtend bij ons zou meedraaien, valt het je nog niet op. In de middagen komt ons samenwerken wat meer tot uiting. We staan dan samen voor de groep, verdelen de lessen of geven ze samen, benutten elkaars talenten, vullen elkaar aan en ondernemen activiteiten met alle kinderen van de unit samen. Maar zelfs dat geeft geen goed beeld van hoe intens de samenwerking in het unitwerken wel niet is. Het meest belangrijke en waardevolle aspect hiervan vindt namelijk pas na schooltijd plaats: overleg.

Het lijkt zo onbenullig, maar goed met elkaar overleggen is van wezenlijk belang voor zo’n beetje alles. Overleggen om vooruit te plannen. Overleggen om regels en afspraken op elkaar af te stemmen. Overleggen om met elkaar te evalueren. Overleggen over de juiste interventie voor die leerling met een rekenprobleem. Overleggen om oudergesprekken voor te bereiden. Overleggen om elkaar tips te geven. Overleggen om elkaar op de hoogte te brengen van wat jij in de klas ziet. Kortom: overleggen om onderwijsaanbod te creëren dat voor elke leerling passend is.

Al dit overleggen kost tijd. Veel tijd!

Wil ik een belangrijke beslissing nemen, moet ik eerst mijn collega’s contacten. Wil ik het programma omgooien, ben ik afhankelijk van het programma van mijn collega. Ik kan niet meer alleen beslissen; ik ben niet meer de heer en meester van mijn groep. Ik sta er niet meer alleen voor.

Maar weet je, ik sta er ook echt niet meer alleen voor!

Moet ik een moeilijk gesprek met een ouder voeren, doe ik dat samen met mijn collega. Moet er veel werk verzet worden, verdelen we de taken. Constateer ik een probleem in mijn klas, denken er drie anderen met mij mee. En ben ik een keer ziek, is er altijd nog minimaal één juf in de klas aanwezig om de invaller te helpen.

Samen. Dat is het kernwoord waar mijn collega’s en ik het komende schooljaar samen aan werken.

Ten gevolge van de krimp heeft deze basisschool besloten om volgens het slim-fit programma te werken: verantwoord omgaan met de krimp door effectief te organiseren. In de praktijk betekent dit minder leerkrachten en het samenvoegen van groepen. Daarbij wordt gebruik gemaakt van een onderwijsassistente. Door tevens anders om te gaan met de lesmethoden en leerlingen (die dat kunnen) meer zelfstandigheid aan te leren (en te geven) kan er effectiever met de lestijd omgegaan worden. Met de kinderen die dit niet kunnen wordt rekening gehouden en deze zullen dan vaker in de klas onder toezicht van de leerkracht werken. Door een effectievere manier van werken ontstaat er tijd om extra te werken met de kinderen die wat meer aandacht van de leerkracht/assistent vragen. Belangrijke accenten liggen op het werken met de computer, samenwerken aan projecten en ontwikkelen van zelfstandigheid en verantwoordelijkheidsbesef voor het eigen leren.

De website Lessen van Lisa

Geef een reactie

− 5 = 4

Translate »