Boekrecensie, Kinderpsychiatrie, Pedagogiek, Welbevinden

De kinderpsychiater als opvoeder ?

foto Ryan McGuire - Pixabay

Johan De Wilde

Dit jaar verscheen de Nederlandse vertaling van het boek Hoe je kinderen opvoedt tot de gelukkigste ter wereld van de Finse kinderpsychiater Kaija Puura. Dat het vertaald wordt, duidt erop dat Alfabet Uitgevers er ook in Nederland en Vlaanderen een markt voor zien. Laat ons even stilstaan bij die berekende gok.

  1. De titel en de duiding op de achterflap wekken ongetwijfeld interesse op.
  2. Het opzichtige coverlabel “het geruststellende boek voor ouders” geeft een extra duwtje.
  3. Kinderpsychiaters die boeken schrijven over opvoeding is een succesformule.

Een misleidende titel

De titel van het boek verwijst naar opvoeden tot geluk, maar al op de eerste pagina’s blijkt het doel opvoeden tot ‘vriendelijke’, ‘plezierige’ of ‘aangename’ volwassenen te zijn. Hoewel Puura wat opvoedingshandvatten aanreikt, beantwoordt haar boek geenszins de uitgangsvraag, zelfs niet als je geluk door een van de andere opvoedingsdoelen of persoonlijke kwaliteiten vervangt. In zekere zin vloekt de inhoud zelfs met de titel. De auteur laat immers verstaan dat opvoeding geen competitiesport is, waarbij ouders het effect van de interactie met hun kinderen maximaliseren in termen van succes, geluk of nog iets anders. Terecht, goede ouders geven hun kind een stevige basis mee en blijven lang als veilige haven op de voor- of achtergrond aanwezig.

De adder onder het gras van de geruststelling

Het is plausibel dat zelfs ouders die niet de ambitie koesteren om de gelukkigste of de succesvolste kinderen te produceren toch op zoek zijn naar geruststelling. Ouders kunnen zich opvoedingsonzeker voelen omdat ze veel onheilspellende informatie binnenkrijgen over wat er allemaal fout kan gaan in de opvoeding of omdat het opvoedingsadvies dat ze krijgen tegenstrijdig of niet relevant is in hun situatie. 

Een groep die zeker niet gerustgesteld wordt, zijn de ouders van adolescenten. Puura’s boek is niet voor hen geschreven. Hoewel de achterflap beweert dat de auteur de hele opvoeding laat passeren, ligt de nadruk duidelijk op baby’s, peuters en kleuters.  

Rest de vraag of ouders van kleine kinderen gerustgesteld worden door dit boek. De kern van de opvoedkundige boodschap van Puura past op een bierviltje: ouder, bied liefde en grenzen. Daarmee beschrijft zij niet zozeer een goede opvoeding maar een slechte, namelijk een die of geen liefde of geen grenzen biedt. Als ouders van zichzelf vinden dat ze liefde en grenzen bieden, dan kunnen ze het boek als gerustgesteld ervaren. Niet al te diep doordenken blijft geraden, want Puura verwacht toch dat de opvoeder tijd maakt voor kind en partner, zich mentaal verplaatst in de kinderen en de rust vindt om ieders emoties te verkennen, te verwoorden en er begrip voor op te brengen. Ik ben daar ongetwijfeld zelf meermaals in tekortgeschoten. 

Meer dan de boodschap is het de  toon van het boek die geruststelt. Lezers die bij bepaalde passages in de spiegel kijken die Puura voorhoudt en denken dat ze regelmatig uit de bocht gaan, krijgen telkens net op tijd te lezen dat de auteur zelf ook niet altijd pedagogisch verantwoord handelt.    

Wie mag zich opvoedingsspecialist noemen?

Pedagogen hebben in hun opleiding op zijn minst de psychologische, filosofische en morele basis meegekregen om iets zinvols over opvoeding te schrijven. Maar de meeste pedagogen drukken er zich zelden publiek over uit. In verhouding tot hun aantal in de samenleving schrijven kinderpsychiaters veel meer boeken over opvoeding dan pedagogen, terwijl die eerste groep medisch geschoold is en de tweede pedagogisch. Het is opmerkelijk dat het ons zelfs niet verwondert. Beeld u zich de omgekeerde situatie in, dat pedagogen meer boeken zouden schrijven over het omgaan met ziektebeelden.

Enkele mogelijke verklaringen:

  1. Kinderpsychiaters worden meer als deskundigen aangezien dan pedagogen.
  2. De visie van kinderpsychiaters spreekt lezers meer aan dan die van pedagogen.

In de twee verklaringen heb ik bewust het thema, namelijk opvoeding, niet geëxpliciteerd. Het is mogelijk dat het maatschappelijk aanzien van pedagogen relatief laag is en dat zelfs hun specifieke expertise inzake opvoedingskwesties daaronder lijdt, terwijl omgekeerd het aura van kinderpsychiaters en andere medisch geschoolden zo hoog is, dat er zelfs naar hen geluisterd wordt als ze zich over andere thema’s uitspreken.

Dat veel pedagogen, zoals ik, beroepsactief zijn in de onderwijs-, vormings- of opleidingswereld en niet expliciet als opvoedingsexpert werken, verklaart wellicht ten dele waarom leden van mijn beroepsgroep hun eigen expertise eerder afzwakken dan in de verf zetten. Maar als we ons eigen veld niet bezetten, laten we het open voor anderen.

Het loont de moeite ook naar de tweede verklaring te kijken. Misschien hebben ouders geen interesse voor wat pedagogen over opvoeding denken of is hun visie niet aantrekkelijk voor hen. Hierboven relativeerde ik alvast de intrinsieke opvoedkundige waarde van Puura’s boodschap. Ze laat de pedagogische dimensie in een opvoedingsrelatie braak liggen. Omgaan met een kind dat groeit naar autonomie is immers net invulling geven aan liefde bieden en grenzen stellen. Goede opvoeders interageren met elk kind anders omdat kinderen verschillen en omdat ook de invloed van school, vrienden en jeugdclubs telkens anders is.

Een auteur die de complexiteit van een opvoeding omarmt, zet aan tot nadenken, over wat je mag, kan en wil doen voor en met kinderen in een voortdurend veranderende context waarin ook partners, broers en zussen, peers, leraars en andere sport- of jeugdbewegingsbegeleiders kinderen vormen. Opvoeden is in relatie gaan, vaak intuïtief, dan weer wikkend en wegend, maar altijd in onzekerheid over de uitkomsten op korte en langere termijn. Hapklaar krijg je dat niet geserveerd. Maar het blijft de vraag of een dergelijk complex verhaal niet boeiend kan zijn.

Meerwaarde voor leraren

Voor studenten in de lerarenopleiding of leraren zijn er betere boeken over opvoeding. Tegelijk blijft er misschien wel nood aan een boek over opvoeden specifiek voor leraren dat extra aandacht besteedt aan de dubbele rol van leraren, namelijk als opvoeder van zowel alle individuele kinderen in hun klas als van de groep als geheel.

Hoe je kinderen opvoedt tot de gelukkigste ter wereld bevat toch een aantal interessante elementen voor leraren. Zo schrijft Puura heel wat over emotieregulatie van kinderen, zonder evenwel de term executieve functies te vermelden. Hoe ze vanuit haar kinderpsychiatrische praktijk emotieregulatie illustreert, is een mooie aanvulling bij wat lerarenopleiders de laatste jaren aan hun studenten meegeven over EF.

Bij uitbreiding is wat Puura over emoties van kinderen schrijft prikkelend. Net als ouders geven leraren in hun klas liefde, stellen zij grenzen en leven ze zich in in de kinderen. Goede leraren geven woorden aan ieders emoties en reiken kinderen daarmee mentale middelen aan om ermee om te gaan. Doorheen de verschillende onderwijsniveaus leert een lerarenestafetteteam leerlingen geleidelijk aan om zich in het standpunt van anderen te verplaatsen. In de betere passages nodigt het boek uit tot een denkoefening vanuit het hoofd en hart van leerlingen die verwant is met wat in supervisie gebeurt, namelijk het zich mentaal verplaatsen in werkzorgen van medestagiairs, leerlingen en andere actoren in reële praktijksituaties.

Tot slot is er de aandacht die Puura expliciet besteedt aan de eenzaamheid waaronder sommige kinderen leiden. Voor pesten op school is er relatief veel of regelmatig aandacht, voor het zich alleen voelen op een nieuwe school, het zich afgewezen voelen door een buur in de klas of door een vroegere kameraad op de speelplaats, minder. De pijn ligt dicht bijeen en het is niet omdat agressie -nog- ontbreekt, dat we er licht over mogen gaan. Wie zou daar aan twijfelen, als een kinderpsychiater het schrijft.

Deze recensie verscheen eerder in het blogcollectief onderzoek en onderwijs
https://onderzoekonderwijs.net/

Johan De Wilde is redacteur van KomenskyPost en verbonden aan Odisee hogeschool als lerarenopleider, verantwoordelijke voor de coachingstool MyCompass en lid van Dienst Onderwijs en Kwaliteit. Hij is ook voorzitter van Velov (beroepsvereniging Vlaamse lerarenopleiders) en auteur en coauteur van de boeken De startende leraar en Leren Durven Coachen.

onderzoekonderwijs.net/author/johandewilde/

Bronnen

Puura, Kaija (2023) Hoe je kinderen opvoedt tot de gelukkigste ter wereld. Alfabet Uitgevers. Vertaling van 23, origineel van 2019 Finland.   

Geef een reactie

5 + 3 =

Translate »