Door Tessa van Zadelhoff
Deze week verscheen in het Dagblad van het Noorden een artikel met als titel; ‘Ouders Stadskanaal woest over ‘verplichte’ iPads’. De ouders van leerlingen van de Willibrordusschool in Stadskanaal voelen zich door de school onder druk gezet om een iPad aan te schaffen voor hun kind. De kosten daarvan zijn 352 euro. Op zich voor een iPad niet eens een hoog bedrag maar je zult maar drie kinderen op de Willibrordusschool hebben. Naast de kostenpost voelen de ouders zich onder druk gezet en tegen elkaar uitgespeeld. Moet je nu wel of juist geen iPad voor je kind kopen? Uit de reactie van het schoolbestuur blijkt dat de communicatie beter had gekund. Het is niet verplicht om een iPad aan te schaffen, kinderen kunnen hem ook ‘lenen’ van de school.
Er zijn in Nederland nog niet zo veel voorbeelden van een succesvolle invoering van ‘bring your own device’ in het basisonderwijs. In het voortgezet onderwijs wordt het daarentegen steeds gebruikelijker dat ouders een tablet of laptop voor hun kinderen aanschaffen wanneer zij naar de brugklas gaan. Soms wordt er een specifiek device voorgeschreven, bij andere scholen mogen leerlingen een apparaat naar keuze meebrengen. Invoering van byod moet je vooraf goed doordenken. Daarom hier een aantal tips vanuit de praktijk.
- Je mag byod niet verplichten in het basisonderwijs.
Bring your own device mag je in het basisonderwijs niet verplichten. Wanneer je als school met byod aan de slag gaat, zorg er dan voor dat er op school apparaten beschikbaar zijn voor kinderen die geen device mee kunnen of mogen nemen.
- Laat goed onderwijs het uitgangspunt zijn.
Technologie zou naar mijn idee nooit leidend moeten zijn bij een keuze voor byod. Gepersonaliseerd onderwijs kan er toe leiden dat het wenselijk is dat zoveel mogelijk leerlingen een eigen device hebben. Wanneer de school dit niet kan bekostigen dan kan byod uitkomst bieden. Er zijn echter ook andere voorbeelden zoals Snappet en Gynzy iPads. Hierbij wordt echter een investering van de school gevraagd.
- Neem ouders en leerkrachten vanaf het begin mee in het traject.
Het werken met tablets of laptops heeft consequenties voor de klassenorganisatie. Veel ouders zijn graag op de hoogte van veranderingen binnen het onderwijs van hun kind. Goede communicatie vanaf het begin van het traject kan veel misverstanden voorkomen.
- Zorg voor een goede infrastructuur.
Wanneer je met veel apparaten tegelijkertijd online gaat, vraagt dat wat van je netwerk en de wifi. Zorg daarom voor een professioneel wifinetwerk. Printen vanaf een tablet is niet vanzelfsprekend, houd hier rekening mee. De leerlingen hebben misschien een omgeving als Office365 of Google Apps for Education nodig om documenten op te slaan en te delen.
- Hoe zorg je voor een veilige omgeving?
Om de veiligheid van de leerlingen te waarborgen moet je aan een aantal zaken denken. Stroomkabels door de klas zijn niet handig. Spreek dus af dat de laptops/tablets thuis opgeladen worden of zorg voor een speciale oplaadunit. Tijdens pauzes, gymlessen en andere momenten dat je niet in de klas bent, moeten de apparaten op een veilige plek opgeborgen worden. Bij voorkeur achter slot en grendel.
- Heeft iedereen hetzelfde device nodig?
Voor het beheer en het gebruik is het handig dat iedere leerling hetzelfde device heeft. Maar daardoor kun je ouders soms extra op kosten jagen. Wanneer je vooraf aangeeft aan welke specificaties het device moet voldoen kan soms een device dat al thuis in gebruik is prima voldoen. Wij hebben bijvoorbeeld afgesproken dat het scherm groter moet zijn dan 10 inch, dat het device op wifi moet kunnen en dat de batterij het minstens 4 uur vol moet houden.
- Maak goede afspraken met team, leerlingen en ouders.
Laat de kinderen het device niet mee naar school nemen op een dag dat het toch niet gebruikt wordt. Geef duidelijk aan dat het apparaat van de leerling/ouders is en dat daar ook de verantwoordelijkheid ligt. Ouders kunnen een verzekering afsluiten. Zorg zeker in het begin voor technische ondersteuning, bijvoorbeeld een inloopspreekuur totdat leerkrachten en leerlingen zich wat meer vertrouwd voelen. Evalueer het traject na een aantal maanden en stel bij waar nodig.
Geef een reactie