Curriculum, Dyslexie, Gelijke kansen, ICT, Informatica, Kerndoelen, Kwaliteit, Programmeren

Cyprus en de informatica hordeloop voor meisjes

fot JL - Cyprus

Jan Lepeltak

Gender is een belangrijk onderwerp als het gaat om de participatie van meisjes en vrouwen in de wereld van ICT. Deze groep is nog steeds zwaar ondervertegenwoordigd in de meeste Europese landen. Recent nam ik deel aan een conferentie op Cyprus waar dit een belangrijk onderdeel was van het programma. De conferentie was georganiseerd door CEPIS een in Brussel gevestigde NGO waarin nagenoeg alle Europese computersociety’s deelnemen.

In Europa is circa 17% van de werknemers in de ICT een vrouw. Dit cijfer is afkomstig van het Europese Instituut voor gender gelijkheid, een EU-agentschap. In het hoger onderwijs is dit 10%. Specifieke cijfers voor de deelname van meisje in het funderend onderwijs in ons land ontbreken maar dit geldt sowieso als het gaat om deelname aan informatica-onderwijs. Er is op onze site al eerder gewezen naar de achterstand die wij hebben op de deelname aan informatica-onderwijs in het primair en voortgezet onderwijs tot en met 16 jaar.

Felienne Hermans, hoogleraar in de didactiek van het programmeren noemde in haar oratie twee belangrijke redenen om het programmeren van meisjes te stimuleren. 

  1. Voor hun persoonlijke ontwikkeling moet het deel uitmaken van hun digitale geletterdheid. Kennis en ervaring met programmeren/coding kan roldoorbrekend zijn. Daartoe ontwikkelde Felienne de programmeertaal Hedy die inmiddels in zeventig talen is vertaald. 
  2. Het nog ongebruikte potentieel is belangrijk voor onze economische ontwikkeling.

VHTO is al enkele decennialang actief in Nederland in het stimuleren van meiden/vrouwen om te kiezen voor de ICT, technologie en bètavakken.

Tessa Slim en Andju Soekhai ontwikkelden voor VHTO een mooie poster die ik heb laten en zien en waarvoor in Cyprus veel belangstelling bestond. Ze noemden het de hindernisloopbaan, als metafoor ontleend aan de hordenloop bij atletiek. In elke lerarenkamer zou deze poster moeten hangen. De poster geeft een aantal do’s and dont’s als het gaat om lesgeven aan meisjes. Overigens, toen ik de naam Femke Bol liet vallen kenden de meeste conferentiedeelnemers haar en werd de metafoor een stuk duidelijker. 

Enkele van de do’s and dont’s:

  • Kies voor het speelmateriaal niet het bekende rolbevestigende speelgoed zoals bijvoorbeeld poppen, keukentjes en kinderwagens en voor jongens blokken, auto’s en gereedschap. Draai het ook eens om. Geef de meiden ook tools waarmee ze hun technische interesse verder kunnen ontwikkelen.
  • Stuur leerlingen niet in een bepaalde richting zoals: jongens zijn stoer en sterk en meisjes zorgzaam en mooi.
  • Gebruik vrouwelijke rolmodellen in de klas. Nodig ze uit.
  • Geef meisjes evenveel aandacht en complimenten als jongens. Uit onderzoek blijkt dat jongens twee keer zoveel positieve feedback krijgen als meisjes.
  • Vind de zone van ‘proximal development’ (Vygotski) denk aan programmeerbare naai- en borduurmachines. 

Bij dit alles is de grootste uitdaging in Europa: hoe leerkrachten te helpen bij hun eigen ontwikkeling van digitale geletterdheid.

Op mijn vraag of men in mijn werkgroep meende dat die bijzondere aandacht voor meisjes gerechtvaardigd en noodzakelijk is kwam een bijzondere reactie van Bratislav Rovan, een gepensioneerde hoogleraar informatica aan de Comenius Universiteit Bratislava. Eigenlijk vond hij dat allemaal onzin. De meiden waren juist boos en beledigd als zij als specifieke groep werden aangesproken. Zijn leerlingen/studenten die meededen aan Internationale programmeerwedstrijden vielen vaak in de prijzen, so who cares? Een hindernisloopbaan leek aan hem niet besteed. 

Geef een reactie

9 + 1 =

Translate »