De CEPIS-expertgroep uit 9 landen
Jan Lepeltak
Recent verscheen een belangrijk IFA-rapport waarin wordt gepleit voor invoering van het vak informatica in het basis- een voortgezetonderwijs. Informatics for all (IFA) is een Europese denktank uit het bedrijfsleven en het onderwijs en is in april gekomen met aanbevelingen voor het stimuleren van informatica in het funderend onderwijs. Inzicht en praktische kennis, maar ook het groeiend tekort aan informatici en computerdeskundigen in Europa, spelen daarbij een belangrijke rol. Actueel nu men unaniem van mening is dat wij te veel afhankelijk zijn van de VS.
Interesse kweken voor informatica in het onderwijs is cruciaal. Geen topelftal zonder een jeugdopleiding.
Voor groep 1 in de basisschool tot het secondair onderwijs zijn voorstellen ontwikkeld voor het vak informatica. In een document met als titel ‘Information Reference Framework for Schools (RFS)’ worden aanbevelingen gedaan om het vak informatica te laten landen. Zie ook het eerder verschenen https://www.informaticsforall.org/the-informatics-reference-framework-for-school-online-en/ – 43.
Belangrijkste Aanbevelingen
Begin met informaticaonderwijs in het primair onderwijs vanaf groep 1 met 1 á 2 uur per week en in het secondair onderwijs 1 á 3 lesuur per week. Daarbij wordt bij de lesinhoud natuurlijk rekening gehouden met de leeftijd van de leerlingen. Het rapport gaat uit van twee kernonderdelen: (1) data en informatie (2) algoritmes en programmeren. Deze nemen 10 tot 20% van de lestijd in. Er blijven dan volgens het rapport nog acht optionele onderwerpen waar 5-10% voor elke onderwerp overblijft. De onderwerpen die men onderscheidt zijn: computersystemen, netwerken en communicatie, human-computer interactie, design en development, digital creativity, modeleren en simulatie, privacy en security, responsibility en empowerment.
Men benadrukt daarnaast het belang van aandacht voor de pedagogisch-en didactische aanpak afgestemd op de leerling/student. De grootste uitdaging is de implementatie en de professionalisering van de benodigde docenten.
De kernonderdelen en uitgangspunten
In het recente voorstel worden de onderdelen data en informatie en algorithmes en programmeren beschouwd als de kernonderdelen waaraan 10 -20% van de instructie-lestijd wordt besteed alsmede robotica en AI. Zoals eerder genoemd blijven de resterende 80% over voor een keuze uit de genoemde acht optionele onderwerpen.
Men gaat ervan uit dat informatica vanaf groep 1 in de basisschool wordt ingevoerd en wel 1 á 2 uur per week. Dit kan ook unplugged of met speciaal ontwikkelde programmeertalen die ook geschikt zijn voor jonge kinderen zoals Scratch. Voor het voortgezet leerplichtige onderwijs tot 16 jaar gaat men uit van 1 tot 3 uur per week
Belangrijk uitgangspunt in het RFS is dat informatica wordt ingevoerd als autonoom en herkenbaar vak. Voor het volledige recente rapport zie https://www.informaticsforall.org/a-european-survey-on-requirements-for-the-informatics-school-curriculum-and-informatics-school-teachers-education/
De Nederlandse situatie: goed nieuws en minder goed nieuws.
Wie de Nederlandse situatie vergelijkt met de ontwikkelingen in andere EU-landen kan niet anders dan constateren dat wij, als het om informatica-onderwijs in het funderend onderwijs gaat, behoren tot de hekkensluiters.
Er is ook goede nieuws: bij alle Nederlandse curriculumplannen staat het belang van het vak digitale geletterdheid, waarin informatica is ondergebracht, niet ter discussie. Dus over maatschappelijke acceptatie valt niet te klagen. De invulling van het curriculum is degelijk en overvloedig. Daar zit echter het probleem.
Wat het minder goede nieuws betreft: er zijn veel beren op de weg. De overvloedige curriculumdoelen betekenen dat er keuzes gemaakt moeten worden en voor het VO ook de vraag waar haal je de lesuren vandaan. Wat moet er geschrapt worden? Men heeft een oplossing: integreren in de vakken. Dat kan voor onderdelen, maar eerder genoemde kernonderdelen zullen echt door informatica-docenten moeten worden gegeven en die zijn er nauwelijks. Het keuzevak informatica in de bovenbouw staat al onder druk en verdwijnt bij steeds meer scholen uit het vakkenaanbod. Bij de opleidingen voor 1e graads docenten informatica loopt het ook nog bepaald niet storm.
De ervaringen met het integreren in de vakken waren in de jaren ’90 dramatisch. Op de sciencevakken na, bij met name het vaak natuurkunde. Door het werk van Ton Ellermeijer. Dat was en is een succes. Het vak fysische informatica is een eindexamenvak, maakt deel uit van het curriculum en er is veel gedaan aan soft- en hardware ontwikkeling en professionalisering. Maar integratie met name in de onderbouw was een fiasco.
Tijdens een expertgroepmeeting van IFA in Wenen waren Europese collega’s er verbaasd over dat uiteindelijk het Nederlandse parlement groen licht moet geven en niet de minister van onderwijs, wat het invoeringsproces er niet sneller op maakt.
Laatste wals in Wenen
Na ruim twaalf jaar deel uitgemaakt te hebben van de expertgroep onderwijs van CEPIS, (zie onderstaande kadertekst) besloot ik dat het tijd was voor een opvolger. Een betere opvolger voor mij was niet denkbaar: Jacqueline Nijenhuis, voorzitter van de vereniging van leraren informatica I&I, gepromoveerd als docent/onderzoeker informatica-didactiek, verbonden aan de lerarenopleiding van de Radboud Unversiteit en betrokken bij curriculumherziening, was bereid het stokje van mij over te nemen.
Informatics for all (IFA) is een initiatief van ACM-(Association for Computer Machinery opgericht in 1947 , de oudste en grootste organisatie op computergebied) , Informatics Europe IFIP (vertegenwoordigers uit de academische wereld), en CEPIS. CEPIS staat voor de Council of European Professional Informatic Societies. Alle CEPIS-activiteiten worden vanuit het de organisatie in Brussel mogelijk gemaakt door de nationale Europese brancheorganisaties van informatica en ICT-bedrijven. Voor Nederland is dat de Koninklijke Vereniging voor Informatica (KNVI).
Geef een reactie