Jan Lepeltak
Positief nieuws uit de kraamkamer van de vernieuwde SLO. Een groep van tien docenten uit PO en VO samen met een aantal curriculumexperts van de SLO hebben een doorwrocht document gepresenteerd waarin de conceptkerndoelen voor het nieuwe vak digitale geletterdheid – DG – staan geformuleerd. Vraag is wel hoe men al dit moois in de klas gerealiseerd kan krijgen.
Natasa Grugurina, docent informatica en tegenwoordig ook werkzaam bij de SLO, presenteerde enthousiast de negen kerndoelen die een behoorlijk deel van de informatica dekken. De ontwikkelgroep kreeg van de overheid een aantal ‘uitdagingen’ mee. Zo moeten de kerndoelen de kansengelijkheid bevorderen (niks mis mee), er aandacht besteed worden aan de privacy (belangrijk), digitale informatie (je moet niet alles geloven, let op fake news), en ook aandacht voor de relatie mens-machine (klinkt wat vaag).
De ontwikkelgroep koos voor informatica light, dus een keuze voor kernelementen van de informatica zoals problem solving (komt als zodanig niet voor in de voorstellen), algoritmiseren, coding/programmeren. De grootte van de groep (in totaal 20 personen) zal daartoe hebben bijgedragen.
Ook moest er een balans zijn tussen persoonsvorming, socialisatie en kwalificatie, waardoor er ook een stukje Biesta is ingeslopen. Kortom iedereen tevreden. Winstpunt is wel dat er nu eindelijk doelen zijn geformuleerd die ook betrekking hebben op het PO.
De opgestelde conceptkerndoelen zijn doorwrocht en geven een mooie opsomming van wat er allemaal mogelijk is. Maar is dat ook het doel van kerndoelen? Het is doorgaans wel de bedoeling dat kerndoelen ook gehaald worden, anders noem je het geen kerndoel. In de definitie van de SLO zijn het “..concrete doelen die omschrijven wat uw kind moet kennen en kunnen. Deze zijn onderverdeeld in doelen per leerjaar, die op hun beurt zijn onderverdeeld in tussenstappen”.
In der Beschränkung zeigt sich der Meister of less is more.
Het was mij liever dat men zich meer aan deze principes had gehouden en zeker voor het PO de durf had te kiezen uit de negen kerndoelen. Ik noem ze nog even:
- Digitale systemen,
- Digitale media en informatie,
- Veiligheid en privacy,
- Data,
- AI,
- Creëren met digitale technologie.
- Programmeren,
- Digitale technologie, jezelf en een ander,
- Digitale technologie, de samenleving en de ander.
Aan de door mij dikgedrukte kerndoelen (6 en 7 zijn prima te combineren) zal men, wil men het goed doen, al een hele kluif hebben. Of dit allemaal lukt in de ca. 2 uur die men gemiddeld in 40 weken voor het vak beschikbaar heeft is zeer de vraag.
Maar men heeft daarvoor ‘de oplossing’ gevonden: Integreren in de andere vakken. Nu treedt een déjà vue gevoel op. In de periode 1987-2000 was ik bij de SLO betrokken bij de invoering van het vak informatiekunde in het VO. Voor de realisatie van het curriculum (niet verplicht) stonden 120 uren. Veel scholen kozen voor 20 uur en sommigen voor 40 uur en de rest zou worden geïntegreerd in de andere schoolvakken. Daar is niets van terecht gekomen. Wij hadden ons lesje geleerd. Of deze les is overgenomen door de vernieuwde SLO is de vraag.
Er is overigens wel iets wezenlijk veranderd. Over het belang van de twee nieuwe vakken Burgerschap en Digitale Geletterdheid bestaat geen discussie, het moet gewoon gebeuren, alleen hoe? Dat was eind vorige eeuw wel anders. In mijn SLO-tijd zag mijn baas de computer nog als een veredelde overheadprojector, een modelgril.
De huidige voorstellen zijn zinnig maar vormen wel een flink gevulde grabbelton. Natasa Grugurina stelde dat men kerndoelen niet zomaar over de muur van de scholen heeft gegooid. Daar lijk het wel een beetje op. Waarom geen scenario’s opgesteld hoe scholen DG in de school kunnen implementeren. Ongetwijfeld zullen educatieve uitgevers met methodes komen met de opdruk: gebaseerd op DG kerndoelen van de SLO. Zo ging dat 30 jaar geleden ook bij de invoering van informatiekunde.
De invoering een uitdaging noemen is nog zacht uitgedrukt.
In de paneldiscussie onder leiding van Jelmer Evers brachten Franka van Deursen (leraar PO en ICT coördinator) en Josien Boetje (onderzoeker Digitale Geletterdheid van de Hogeschool Utrecht), terecht nog eens naar voren dat lerarenopleiders en docenten vaak nauwelijks over de kennis en ervaring beschikken om het vak digitale vaardigheden te geven. Om over de meeste leerkrachten in het PO en VO nog maar te zwijgen.. De invoering met alle),eerdergenoemde eisen van de overheid een uitdaging noemen is zacht uitgedrukt. Er zijn overigens wel heel mooie out-of-the box-voorbeelden in onder meer Noord-Ierland waar men kan zien hoe men met dit probleem omgaat. Het project Informatics for All een samenwerkingsverband van Informatics Europe (bestaande uit een aantal universitaire informatica-opleidingen), ACM Europe (Association for Computing Machinery), de oudste en grootste organisatie op computergebied en CEPIS, de Council of European Informatics Societies (een brache-organisatie) waarbij ik overigens lid ben van de werkgroep Information Education. Zij hebben met de Europese Commissie curriculumvoorstellen uitgewerkt.
Aad van der Drift, erelid van de organiserende vereniging I&I, gaf aan dat invoering/implementatie minstens 10 jaar zal duren. Er wordt nu gewerkt aan een plan voor een Nationale Aanpak Professionalisering van Leraren (NAPL). OCW werkt daarbij samen met onder andere de AOb. Met behulp van een groeifonds worden landelijke ontwikkelpaden ontworpen, een opleidingsregister (dat werkt als een soort BIG-register in de gezondheidszorg, niet te verwarren met het verfoeide lerarenregister, hoewel …) en een systeem van kwaliteitsborging.
Dank aan Ramon
I&I is opgericht in 1996. Voorzitter Ramon Moorlag droeg na 14 jaar de voorzittershamer over aan Jacqueline Nijenhuis-Voogt, vakdidacticus informatica aan de Radboud Universiteit. Ramon verdient dank en bewondering voor wat hij tot stand heeft gebracht en hoe hij informatica mede op de onderwijskaart heeft gezet.
Pieter Hogenbirk
Dank, Jan, voor deze reactie. Mee eens dat er een mooie inventarisatie is gemaakt van wat digitale geletterdheid voor leerlingen zou moeten betekenen. Ook dat het zeer noodzakelijk is dat de “verkaveling” over andere leergebieden en de keuze voor het po om regie vragen. De startfout ligt (opnieuw) in het feit dat het als apart leergebied geen aparte plek in de wet kent met een aparte bevoegdheid. De Vereniging I&I heeft daar in 1990 al actie voor gevoerd (de Vereniging is in 1988 opgericht.) Als dat ongewenst is moet de integratie van het leergebied worden vastgelegd in de andere leergebieden. Waar ik overigens vóór zou zijn.
Dit gaat in de bovenbouw van het vo nog meer wringen. Daar moeten eindtermen van digitale geletterdheid worden ingebracht in de examenprogramma’s van wiskunde en Nederlands! Hoe en door wie dat moet worden ingevuld, laat staan hoe het moet worden geïmplementeerd is volstrek onduidelijk.