MBO, Politiek

Van roc naar plofkip – fabriek. Beroepsonderwijs draagt zelf ook schuld

Mbo’er Elijah Alvares reageert op de Radar-uitzending over het mbo.

Door Elijah Alvares

De afgelopen twee weken heeft televisieprogramma Radar een special gemaakt in het kader van het beroepsonderwijs. Ik heb deze uitzendingen vol trots bekeken omdat het beroepsonderwijs voor een groot deel eindelijk tot zijn recht kwam. Radar heeft Nederland een kijkje laten nemen in de wereld van het beroepsonderwijs en dat moet vaker.

In de wereld van het beroepsonderwijs gebeuren volgens de documentaire prachtige dingen zoals het ontstaan van vakmanschap en specialisme op verschillende aspecten die ervoor zorgen dat in Nederland de motor draaiende blijft. Maar het is niet alleen maar rozengeur en maneschijn, want de documentaire kaart ook een aantal problemen aan en dat is maar goed ook, want er is een potje van gemaakt.

In de documentaire kwam duidelijk naar voren dat er een gebrek is aan contact tussen de vmbo-leerlingen en de havisten. Men leeft in twee verschillende werelden en heeft dan ook nauwelijks weet van elkaar. Gek, want men heeft toch een duidelijke mening als het gaat over elkaar. Er wordt een beeld gevormd door de leerling terwijl daar weinig tot geen verklaringen voor of voorbeelden van zijn. Het  zorgt voor verwarring of juist voor afkeer bij de ander.

Een school waar verschillende onderwijsniveaus gegeven worden zou daarom helpen om het contact te versterken tussen deze twee werelden. Veel scholen zijn hiermee bezig. Als voorbeeld geef ik mijn eigen oude middelbare school. Het Werenfridus, een school waar de niveaus mavo (niet meer aanwezig), havo, vwo, atheneum en gymnasium worden aangeboden. Een grote mix van diverse niveaus waarvan veel mensen zouden zeggen dat het uit zou moeten lopen op een ramp, omdat de leeromgeving van de ‘slimmere’ leerlingen aangetast zou worden. Klinkklare onzin en doemdenken.

Juist het met elkaar in contact komen zorgt ervoor dat het beeld realistisch en eerlijk gevormd wordt en dat de leerlingen elkaar leren kennen. Je kunt de leerlingen met elkaar in contact laten komen door middel van sportdagen, schoolreizen, open dagen, talentenavonden en buitenschoolse lesactiviteiten. Het zijn maar een handjevol oplossingen om de kloof tussen ‘hoog- en laagopgeleiden’ te voorkomen. Een probleem dat ons steeds meer op begint te vallen. Een probleem dat voorkomen had kunnen worden.

In de documentaire kwam ook het systeem van het beroepsonderwijs aan de orde. Een systeem dat eerder lijkt op een woordzoeker vol met onduidelijkheden door de vele veranderingen die in het beroepsonderwijs doorgevoerd worden. Nieuwe veranderingen die voor onduidelijkheid zorgen bij de hardwerkende docenten, maar ook zeker bij de studenten die hier uiteindelijk de dupe van zijn. Want wat doe je als student wanneer je er in je tweede halfjaar achter komt,  dat de informatie die op de open dag is gegeven niet overeenkomt met de dagelijkse praktijk? Of wanneer je toch het gevoel hebt dat de opleiding, die je nota bene op je zestiende uit hebt moeten kiezen,  niet bij je past? Je wordt ervoor op je vingers getikt, want in het beroepsonderwijs komt het gezegde ‘tijd kost geld’ werkelijk tot leven.

Dat het klimmen naar een hoger niveau makkelijk gaat en goed geregeld is binnen het beroepsonderwijs is een illusie. Zo gaat de doorstroom van niveau 3 naar niveau 4 steeds beter, maar de doorstroom van een entree-opleiding of niveau 2 naar uiteindelijk niveau 3 of 4 steeds moeilijker en krijgen de studenten die bij aanvang van de opleiding aangeven meer tijd of begeleiding nodig te hebben een afwijzing op zowel gegronde als ongegronde redenen.

Want tijd kost namelijk geld. De mbo-instellingen krijgen per student een zak met geld die besteed moet worden aan het optimaliseren van de leeromgeving en de ontwikkeling van de student. Per jaar wordt de zak met geld steeds kleiner en als de student langer door wil studeren binnen het beroepsonderwijs verdwijnt de zak met geld uiteindelijk.

De instelling kiest dus uiteindelijk tussen het binnenhalen van geld of het optimaliseren van de ontwikkeling van de studenten buiten de gestelde termijn, wat overigens meer geld kost. Op basis van de actualiteiten en de verschillende verhalen krijg ik de indruk dat de scholen liever kiezen voor de grote zak met geld voor de nieuwe studenten. We praten in deze situatie niet meer over instellingen, maar over plofkip-fabrieken die niet alleen tot stand zijn gekomen door de instellingen zelf, maar ook zeker door de politiek. Dat is doodzonde aangezien we zoveel prachtige, intelligente en toegewijde studenten en docenten hebben die zich dagelijks inzetten voor een beter beroepsonderwijs. Wanneer zullen wij hen die ruimte en kans geven om dat te gaan doen? Wanneer gaan wij deze specialisten en ervaringsdeskundige empoweren om samen tot een daadwerkelijk duurzame oplossing te  komen?

De plofkip-fabrieken die mede zijn ontstaan door de politiek moeten ons, de studenten, meer naar buiten laten treden om aan Nederland te laten zien wie we echt zijn en hoeveel wij allemaal doen. Daar horen niet alleen de goede dingen, maar ook de minder goede dingen bij, want dat maakt ons juist zo menselijk.

Laten we onze beroepsonderwijswereld openen voor die van de ander en samenkomen om juist gebruik te maken van elkaars kwaliteiten en specialismen om Nederland nog mooier te maken!

Elijah Alvares is een negentienjarige gedreven mbo-student aan het roc van Amsterdam. Hij volgt  de opleiding tot onderwijsassistent. Naast deze opleiding is hij  LEF ambassadeur, geeft hij empowerment workshops en loopt hij stage op zijn eigen mbo college.
Elijah is geïnteresseerd in theaterkunst, cultuur, religie, politiek, burgerschap, psychologie en filosofie. Door al deze interesses met elkaar te mixen, hoopt hij lessen te creëren waarin; authenticiteit, waarde, zelfbewustzijn en theater centraal staan!  Het ondernemen, empoweren en het voeren van maatschappelijke gesprekken zitten in zijn bloed. Veel  jongeren anno 2017 hebben dit ook nodig  om die participerende wereldburger te worden. Iets wat de samenleving tegenwoordig eist van hen. Elijah vindt deze drie vakken essentieel voor de ontwikkeling van de leerling en wil deze dan ook als generiek laten gelden binnen het onderwijs. Te beginnen met het mbo. Volgend jaar begint hij met de studie Bestuurskunde/ Overheidsmanagement.
  1. Evelien Polter

    Een mooi geschreven verhaal over het mbo en het voortgezet onderwijs.

  2. Judith van Sprundel

    Respect voor Elijah! Ontzettend knap hoe bewust hiermee bezig bent!

  3. Reactie door auteur

    admin

    Een dialoog tussen Elijah en Frank van Hout* op Twitter.
    Van Hout:” Waarop baseer je ” dat de scholen liever kiezen voor de grote zak met geld voor de nieuwe studenten”?”
    Elijah: Het afwijzen van langstudeerders en studenten waarvan men weet dat die er wellicht iets langer over zullen doen i.v.m beperking.
    Van Hout: “Maar waar en hoe vaak komt dat voor? Het blijven makkelijke beschuldigingen die ik niet herken uit praktijk. ”
    Elijah:”Zodat iedereen gelijke kans heeft en instellingen niet zomaar meer studenten kunnen weigeren.Ik denk dat m’n indruk juist is.”
    Van Hout: “Heldere reactie. Ik zoek contact met @jobmbo hierover. Betwijfel of toelatingsrecht oplossing brengt…”
    Elijah:”De politiek speelt ook zeker weten mee! Er zit een fout in het financiële systeem #mbo.”

    *Frank van Hout: Lid CvB Friesland College; PvdA; MBO; onderwijs; bestuurslid MBO-raad. Presentator De Voorbeschouwing, talkshow Heerenveen

  4. Reactie door auteur

    admin

    Sandra Verbruggen (via Facebook): Goed verhaal Elijah!

  5. Reactie door auteur

    admin

    Bert Boshoven (via Facebook): Hij heeft lef!

Geef een reactie op Reactie annuleren

50 − = 42

Translate »