Vandaag deel 2 in een nieuwe serie artikelen. Regelmatig laat KomenskyPost deze zomerperiode leraren hun onderwijsdroom(jaar) beschrijven. Mocht jij, na het lezen van deze eerste bijdrage, ook iets hebben van “I had a dream …”, schroom dan niet en mail ons je bijdrage.
Door Paul Ket
Een droomjaar in het onderwijs. Met alle kanttekeningen die er ook te maken zijn, denk ik dat ik dat dit jaar meegemaakt heb. Meegemaakt, want ik was er bij én ik heb het mede gemaakt. Wat maakte het voor zo’n droomjaar? Het was het eerste (volle) jaar lesgeven met iPad-klassen en een eigen website.
Dit schooljaar heb ik drie iPad-klassen lesgegeven. Twee ervan hebben ook gebruik gemaakt van de website die ik gemaakt heb bij een Moodle-provider[1].
Het leukste was om een eerste klas te helpen om een iPad te ontdekken. Natuurlijk kenden ze de iPad als spelcomputer. Nu was het tijd voor het serieuze werk. De methode Moderne Wiskunde gebruikte de Studiekit-app van de uitgever. Eenvoudig en doet wat het moet doen. Bladeren in het digitale boek, extra uitleg door middel van filmpjes, doorklikken naar extra opgaven en oefenopgaven, alles zit er in. Niet dat leerlingen de weg weten, digital natives bestaan wel, maar niet in klas 1. Het gemak voor leerlingen en docent om altijd hun boek (en ook het juiste boek) bij zich te hebben. Heerlijk. Ik heb leerlingen ook toegang gegeven tot het antwoordenboek. Nakijken kan dan ook thuis, het bespreken van de problemen in de klas.
Klas 2 kende de app al van het vorig jaar en heeft dan ook geen enkel probleem met het werken met het digitale boek. En er is voor elk wat wils. Enkelen snijden bochten af en doen alleen wat gevraagd, anderen putten de methode helemaal uit. Gepersonaliseerd leren heet dat in het moderne jargon.
1 Boek, schrift, (krijt)bord en iPad samen.
Dit schooljaar moest klas 3 het zonder Studiekit doen. Er waren boeken aangeschaft. Vrij snel kwamen de vragen: “Meneer, kan dit ook digitaal?”. Via mijn eigen site daar snel voor gezorgd. En op een ochtend zie je leerlingen in de les met schrift, iPad én boek op hun tafeltje. Afhankelijk van het onderwerp en wat er moet gebeuren worden keuzes gemaakt. Niet alleen in wat er gedaan wordt, maar ook welk medium gebruikt wordt. Bij enkele hoofdstukken ook de voorkennis uit voorgaande jaren voor hen toegankelijk gemaakt: “Vorig jaar ging dit hoofdstuk niet goed, blader terug!”. Ook deze klas had het antwoordenboek direct beschikbaar. Het uitwerkingenboek, dat meer uitleg over de som bevat, kregen zij getimed een paar dagen vlak voor de toets beschikbaar. Met filters en tijd-sloten zorgden de instellingen in de Moodle-site er voor dat het doorgeven van die uitwerkingen niet eenvoudig was.
2 Werkblad volschrijven, fotograferen en insturen.
Met de basis op orde, was er gelegenheid om extra dingen te doen. Geïnspireerd door de aanwijzingen van Doug Lemov[2], (Lemov, 2015), heb ik leerlingen werk digitaal laten inleveren. De opdracht was dan om een foto van in het schrift gemaakte opgaven in te leveren op de Moodle-site. Het ingestuurde werk werd door mij ’s avonds van commentaar voorzien. Meekijken in het schrift maakt ook duidelijk waar bij leerlingen de knelpunten zitten. Ook is er meer ‘bijvangst’: je ziet ook hoe er gewerkt wordt, de notatie consequent is etc. Zeker, tijdens de lessen maak ik een rondje en kijk waar de problemen zitten, vraag ik leerlingen langs met hun schrift en ga ik gericht op zoek naar waar extra toelichting nodig is. Maar de keren dat ik in alle schriften gekeken heb, hebben mij het meest geleerd. Al was het maar dat bleek dat het zelf nakijken veel minder grondig gaat dan ik had gehoopt. Slordigheden zie je dan voordat ze ingesleten zijn in plaats van tijdens het proefwerk waarbij het eigenlijk te laat is. Zo was er één leerling die op proefwerken er niet in slaagde om de juiste notatie te vinden. Voor wiskunde van groot belang. Eén hoofdstuk lang heeft hij al zijn werk gefotografeerd en ingestuurd. Elke dag had ik de gelegenheid ‘in zijn schrift’ te kijken en om aanwijzingen te geven. De daaropvolgende toets was prompt een ruime voldoende. Succes voor hem dankzij een (korte) serie lessen waarbij al het werk beoordeeld is.
Gesteund door de ervaringen hebben leerlingen later ook opdrachten voor elkaar gemaakt en van elkaar beoordeeld. De werkwijze is steeds dat leerlingen hun werk gewoon in hun schrift maken, van de betreffende pagina’s foto’s gemaakt worden en dat die naar Moodle gestuurd worden. Zo blijft de gewone workflow van leerlingen in stand. De leerlingen moeten er wel aan wennen en de werkvorm vraagt zeker nog verfijning, maar de start is er: de techniek werkt prima.
Vakinhoudelijk werd het aantrekkelijk door de introductie van Geogebra in klas 3-vwo. Daar zit nogal wat functie-onderzoek in het programma. Toen ik dat zelf leerde ging dat met eindeloos tekenen van grafieken, tot op het punt dat je het wel geloofde wanneer de docent beweerde welke invloed parameter a had op de tweedegraads functie. Nu was het een kwestie van aan de hand van gerichte opdrachten de effecten van de parameters ontdekken en daar de gevolgen van manipuleren bij te formuleren. Schermafbeelding maken, insturen, klaar!
De aanwezigheid van iPads maakt het ook laagdrempelig om ‘even’ een Kahoot of een Socrative te doen. Vooral Kahoot heeft een bijna onuitputtelijke voorraad testjes die voor wiskunde nuttig en leuk zijn. Lesevaluatie door middel van Onze Les (Onze Les, sd), wordt ook een korte activiteit die even tussendoor kan.
Bekend is ook de werkvorm met de mini-white-boardjes. Lemov beschrijft dit als techniek 5 (Lemov, 2015), in een blogpost elders ga ik daar uitgebreid op in[3] (Ket, 2017). In de eerste klas heb ik dat als werkvorm voor het eerst geprobeerd en dan maar direct met de iPad. Met het programma Sketches heb je immers ook een wit vel en met de vingers kan dan snel het juiste antwoord op de iPad genoteerd worden. Een actieve werkvorm die de leerlingen leuk vonden om te doen en die hen allen bij de les houdt.
En voor mij, als docent? Al je boeken, theorieboek, werkboek, antwoordenboek, uitwerkingenboek van vier klassen steeds bij de hand. Makkelijk leerlingen aanzetten om hun vragen zelf even uit te zoeken “Google is je vriend!” om vervolgens het gevonden antwoord te bespreken, variatie in werkvormen zonder dat je verzandt in eindeloze stapels materiaal, heerlijk. In de meeste lokalen kon ook het scherm van mijn iPad op het smartboard gezet worden. Handig om pagina’s uit het boek werkelijk centraal te stellen, Geogebra te demonstreren enz. De windows-docenten-computer was voor de administratie, de iPad voor leren. Voor mij een prettige taakverdeling.
Wanneer heb je een droomjaar? Ik heb een mooi jaar wanneer ik plannen heb en die met wat inspanning ook echt lukken. En dat was dit jaar. De wetenschap dat alle leerlingen een iPad bij zich hebben, geeft extra flexibiliteit aan mijn lessen en daar heb ik het afgelopen jaar erg van genoten. De nadelen, die zijn er ook, daarover een andere keer.
Paul Ket is docent wiskunde. Hij is actief op twitter als @mathpaul en blogt op www.huizederidder.wordpress.com
[1] https://www.gnomio.com/
[2] Lemov, D. (2015). Teach Like a Champion 2.0: 62 techniques that put students on the path to college (2e ed.). San Francisco CA, USA: Uncommon Schools / Jossey Bass.
[3] Ket, P. (2017, 01 25). Teach Like a Champion 5: Show me! Opgeroepen op 07 11, 2017, van huizederidder.wordpress.com: https://huizederidder.wordpress.com/2017/01/25/teach-like-a-champion-5-show-me/
P van den Hoven
Wat een mooi inhoudelijk stukje, Paul!
Dank je wel voor je bijdrage.