Een veel gelezen bijdrage vorig jaar is een review over ‘Toetsrevolutie’ door Jörgen van Remoortere. Jörgen , een veelzijdig docent, die niet alleen wiskunde geeft, maar ook deelneemt aan bijeenkomsten zoals Meetups en Edcamps en een van de eerste deelnemers van The Crowd was. In 2016 werd zijn aanvraag voor een project over formatief toetsen gehonoreerd met subsidie vanuit het LerarenOntwikkelFonds. Zijn motivatie voor samenwerking over formatief toetsen leidde ertoe dat hij in 2016 de Facebookgroep ‘Actief leren zonder cijfer’ samen met twee collega’s van andere scholen oprichtte. In 2017 behoorde hij tot de groep die door de redactie van Komenskypost tot de inspiratoren van 2016 genoemd werden. Momenteel is Jörgen als wiskundedocent verbonden aan het Ashram College in Alphen aan den Rijn.
Laat ik maar direct eerlijk zijn: het valt niet mee om objectief te blijven over een boek als Toetsrevolutie* als een aantal schrijvers en bijdragers, in je top 10 lijstje staan van inspiratoren uit het onderwijs.
Ik wil ervoor waken dat het een review wordt in de stijl van “Wij van wc-eend, ……” en hopelijk is dat gelukt. Zo niet, dan heb ik in ieder geval de poging daartoe gedaan en hoop ik dat het me vergeven wordt.
De aanleiding
Waar leerlingen zich vooral in zullen herkennen, is de hoge mate van toetsdruk in het onderwijsprogramma. Al vroeg in hun basisschoolcarrière worden leerlingen geconfronteerd met toetsen: het op een bepaald moment moeten voldoen aan een vastgestelde norm. Daar krijg je een waardering (meestal in de vorm van een cijfer) voor, waar dan een status of een oordeel uit voort komt. In het voorgezet onderwijs komt daarbij dat ieder vak in een rapportperiode een bepaald aantal cijfers moet produceren, anders zegt een rapportgemiddelde te weinig om op een rapportvergadering een ‘goed’ besluit te kunnen nemen. De schrijvers en bijdragers van dit boek geven allemaal aan dat er in dit proces iets cruciaals vergeten wordt: het leren van de kinderen! De focus komt primair te liggen op het leren voor een cijfer. Terwijl we eigenlijk willen dat een leerling leert om er wijzer van te worden; dat een leerling leert om een ontwikkeling door te maken. Het leren om daadwerkelijk ook iets te leren lijkt in de huidige praktijk van ondergeschikt belang.
De verandering
De verandering die er moet plaatsvinden, volgens de schrijvers en bijdragers, is een verandering van leren voor cijfers, naar leren om het leren. In andere woorden: niet meer toetsen om het toetsen (en produceren van cijfers) maar toetsen om van te leren. In vaktechnische bewoordingen is dat een verschuiving van summatief toetsen naar formatief toetsen. Heel simpel gezegd verschuift de summatieve toets die normaal aan het einde van de lesstof zit en de leerperiode afsluit, naar een ander moment of zelfs naar meerdere momenten. De formatieve toets vindt plaats gedurende de leerperiode, dus terwijl de lerende nog midden in de lesstof zit. Na afname van de toets ontvangt de lerende feedback en krijgt de ruimte, kans en tijd om verder te leren. Maar dat is de simpele versie. Want (zo blijkt uit de zowel theoretische als praktische bijdragen in het boek) formatief lesgeven en het implementeren van een feedback-cultuur is een omvangrijke en ingrijpende verandering in het onderwijs.
Ingrijpend & energiek
Wat me opvalt in de verhalen van docenten die begonnen zijn met formatief toetsen, is de energie die ze uitstralen. Niet alleen zijn het bevlogen docenten; al deze docenten geven aan dat ze door formatief te werken, weer naar de kern van hun vak zijn teruggekeerd. Allemaal zijn ze zich opnieuw gaan afvragen wat nu ook al weer belangrijk is voor hun vak. Wat moeten de kinderen daadwerkelijk leren? Hoe zit het curriculum in elkaar? En niet alleen kijken ze naar de kennis, maar ook zie ik ze kijken naar studievaardigheden, samenwerking, leren reflecteren etc., etc. Ze vragen zich ook af: wat hebben de leerlingen van mij nodig? Hoe kan ik, of de leerlingen zelf laten, controleren hoe ver ze zijn in hun leren. Hoe komen ze een stap verder? In plaats van dat docenten een toets nakijken met een afrekenblik en een focus op wat er fout is, kijken ze nu naar wat er al goed is en hoe een kind verder kan komen. De positieve energie die dat oplevert, straalt er bij alle bijdragers vanaf. Een positieve docent voor de klas. Dat kan toch nooit verkeerd uitpakken?
Maar ingrijpend is het ook. Want alle vragen die deze docenten zichzelf stellen, daar moeten ook antwoorden op komen. Om aan te sluiten bij het proces van feedback en feedforward moet goed passend lesmateriaal gezocht of gemaakt worden. Ik zie verschillende docenten die hun eigen lesmateriaal of zelfs een geheel eigen methode geschreven hebben. Dat kost denk-, ontwikkel- en maaktijd en ook tijd om met leerlingen te ‘testen’ en te verfijnen. Docenten doen dat nu nog vaak solistisch. Het zou veel fijner en efficiënter zijn als docenten dat veel meer in samenwerking zouden kunnen doen. Dat komt de kwaliteit ook ten goede. Samenwerken vereist ook naar docenten toe en tussen docenten onderling een meer open feedback-cultuur. Iets wat momenteel nog niet vanzelfsprekend is.
Feedback geven en organiseren in een klas kost tijd. In de volle klassen van tegenwoordig dwingt je dat te zoeken naar mogelijkheden zoals het feedback geven van leerlingen aan elkaar, in het boek genoemd als peerfeedback. Wellicht dat digitalisering daar in kan helpen. Maar gelukkig ligt de focus daar in het boek niet op: het gaat om het onderwijsleerproces en niet om de tools. Die zijn altijd ondersteunend.
Implementeren
In de afsluiting van het boek staan zes aanbevelingen voor het implementeren van een feedback-cultuur in het onderwijs. Omdat ik zelf ook bij een pilot met formatief (en cijferloos) evalueren betrokken ben, heb ik daar wat langer naar zitten kijken.
Volgens mij is die eerste stap met het curriculaire spinnenweb een hele essentiële.
Het is Het Waartoe. Als je dat niet deelt met elkaar als team op een school, dan kunnen er op enig moment enorme problemen ontstaan:
- Zo kunnen er keuzes gemaakt worden die niet in lijn zijn met wat je als school wilt.
- Of het team zal niet achter keuzes staan en door andere invullingen te geven aan afspraken er voor zorgen dat er scheurtjes ontstaan in het spinnenweb.
- Er kan een mindere dynamiek tussen docenten zijn of ontstaan als ze niet hetzelfde willen nastreven. Andersom: ik ervaar een enorme dynamiek als ik met mensen samenwerk die dezelfde ambities en doelen hebben!
Mijn persoonlijke tip is om deze eerste stap dan ook echt, maar dan ook echt heel erg goed te doen. En wil je formatief, dan zul je dat meteen vanaf het begin al in moeten brengen. Dan zal iedereen hier al moeten beseffen (op hoofdlijnen, nog niet in concrete oplossingen!) wat formatief leren/lesgeven/evalueren inhoudt: voor het onderwijs, voor leerlingen, voor zichzelf, voor de rapportvergadering, voor ouders etc.
Voor wie is dit boek?
Ben je bezig met formatief lesgeven of formatief toetsen dat is dit boek een heel fijn boek om te hebben. Het inspireert je om door te gaan, het geeft je nieuwe ideeën vanuit de praktijkvoorbeelden van collega’s. Het geeft voor iedere docent begrijpelijke achtergrond informatie vanuit onderzoek en het geeft houvast bij implementatiestappen.
Het is een geschikt boek om aan je leidinggevende te geven als die nog niet overtuigd is van formatief toetsen, of aan collega’s die je aan het denken wilt zetten. Het boek is namelijk niet belerend. Het probeert je niet te overtuigen in de zin dat het vindt dat JIJ als lezer iets moet. Het laat je zien waar anderen enthousiast over zijn en wat bij hen werkt. Het laat ook zien, met onderbouwing, waarom het werkt.
Het is een prima boek om aan beleidsmakers te geven die na moeten denken over onderwijsvisie en kwaliteit van onderwijs. Zij krijgen kans door een bril te kijken naar onderwijs, dat meer is dan het zijn van een cijferfabriek; onderwijs meer gericht op groei van kinderen, op een manier die veel meer recht doet aan kinderen en hun docenten; een bril op onderwijs die laat zien dat het beleid op onderwijs momenteel een belemmerende factor is op bepaalde momenten.
Het is ook een boek voor uitgevers van onderwijsboeken en methodes. Zij kunnen zien dat docenten eigen materiaal en zelfs methodes zijn gaan schrijven omdat de huidige methodes blijkbaar niet aansluiten bij formatief lesgeven. Voor hen een mooi aanknopingspunt om die aansluiting wel weer te gaan zoeken en vinden.
Als laatste zou het ook niet verkeerd zijn om ouders dit boek te laten lezen. Wat zou het fijn zijn als ouders wat minder naar cijfers gaan vragen als hun kind thuis komt van school (“En heb je nog cijfers terug?”), maar wat meer naar hun welbevinden en het proces van leren (“En hoe is je dag, is het nog gelukt met reactievergelijkingen waar je gisteren mee worstelde?”).
Mocht je na het lezen van deze bespreking of na het lezen van het boek Toetsrevolutie aansluiting zoeken bij collega’s die ook op de route van het formatief lesgeven hun stappen aan het zetten zijn, kijk dan eens op de facebookgroep Actief leren zonder cijfers. Daar wordt veel gedeeld en kun je je vragen kwijt.
Toetsrevolutie is ook als pdf gratis te downloaden.
De toetsrevolutie. Naar een feedbackcultuur in het voortgezet onderwijs. Door Dominque Sluijsmans en René Kneyber (red.). Uitg. Phronese, Culemborg 2016.
Geef een reactie