Leerlingenzorg, Onderwijsmythes, PO, VO

Dyscalculectisch of een ander etiket

Het lijkt wel alsof een leerling niet meer meetelt als er geen etiket op geplakt zit.
Alsof ouders er trots op zijn.
“Mijn kind heeft ADHD”. “Oja, de mijne ook, de oudste. En de jongste is autistisch”.
Ik durf niet meer hardop te zeggen dat ik drie kinderen heb met in totaal 4 etiketten.

Ik zet even wat van die etiketten op een rij:

ADHD – aandachts- en concentratieproblemen, met hyperactiviteit.

ADD – aandachts- en concentratieproblemen, zonder hyperactiviteit.

Asperger – problemen met sociale contacten leggen en meestal beperkte interessegebieden.
NB: tegenwoordig noemt men Asperger Ass.

Dyslexie – hardnekkige problemen met lezen en spellen.

Dyscalculie – ernstige problemen met (leren) rekenen.

DCD – onhandige motoriek

MCDD – meervoudige complexe ontwikkelingsstoornis. Problemen met het reguleren van emoties en gedachten.

NLD – problemen met het verwerken van non-verbale informatie.

ODD – opstandige gedragsstoornis. Vaak driftig, ongehoorzaam, snel gefrustreerd.

CD – antisociale gedragsstoornis. Pesten, bedreigen en intimideren.

PDD-NOS – pervasieve ontwikkelingsstoornis, niet nader omschreven. Kenmerken van autisme, maar niet genoeg om als klassiek autisme of Asperger aangeduid te worden.

Down Syndroom – een verstandelijke en geestelijke handicap.

Angelman Syndroom – neurologische aandoening, uit zich in een verstandelijke achterstand. Gaat gepaard met gedragsstoornissen en rare gezichtsuitdrukkingen.

Fragiele X Syndroom – erfelijke verstandelijke handicap. Versmalling in het X chromosoom. Ongeveer een op de 6.000 mannen en een op de 8.000 vrouwen heeft het. Elk jaar worden er zo’n 20 jongens en 15 meisjes mee geboren.

(BRON: Mark Hoogstad NRC 10 maart 2012)

Ik ga geen conclusies trekken.
Ik ga niets over die ouders zeggen.
Ik zeg ook niks over die leerlingen.
En ik zeg niets over het onderwijs.
Ik geef wel 3 tips.

Voor leraren:

  1. Sommige leerlingen gebruiken hun etiket als excuus om iets niet te hoeven doen. “Ik kan dat niet want ik heb ADHD”. Gebruik voortaan een standaardzin als antwoord om de leerling toch aan het werk te krijgen. Bijvoorbeeld: “Ja en ik heb een bril/ zweetvoeten/ een maagzweer/ …. En ik heb het ook geleerd. Dus jij kunt dat ook.”
  2. Sommige ouders gebruiken dat etiket als excuus om hun kind uit de wind te houden. “Dat is heel moeilijk voor hem, want hij heeft ADHD.” Somsgevolgd door: “En ik begrijp hem ook heel goed, want ik kon vroeger ook nooit stil zitten dus ik denk dat ik ook ADHD heb”. Ook daar bedenk je een standaardzin als antwoord. Bijvoorbeeld: “Ja, ik herken/ begrijp dat heel goed. Ik/ mijn broer/ mijn oom/ mijn vader/ heeft dat ook en die heeft toch geleerd om een half uur stil te kunnen zitten. Hij werkt nu als klerk/ postbode/ leraar/… en die heeft er nu veel baat bij dat de juf hem vroeger heeft geleerd om stil te kunnen zitten.”
  3. Mocht je ook nog willen reageren op de frustratie van de ouder zelf (En ik begrijp hem ook heel goed, want ik kon vroeger ook nooit stil zitten dus ik denk dat ik ook ADHD heb), dan raad ik je aan om eventuele vragen of opmerkingen in te slikken. Het kind is niet de ouder en de ouder heeft duidelijk hulp nodig om een jeugdtrauma te kunnen verwerken. Dat is niet jouw taak.

In ieder geval: veel plezier met etiketten plakken en/ of verwijderen in 2019!

judith-porcelijnJudith Porcelijn 

helpt startende leraren in alle vormen van onderwijs.
Helpt Starters om Sterk voor de Klas te staan.
Dit blog is op 30 december 2018 gepubliceerd op de website van Judith: sterkeschool.nl

  1. yvonne

    Wat moet ik me voorstellen bij een “geestelijke handicap” zoals bij Down syndroom vermeld staat? Volgens mij is er bij mensen met Down geestelijk niets aan de hand.

  2. Jeroen

    Misschien is het handig om bij NLD te vermelden dat het nogal omstreden is en nergens erkend. Neuro Psycholoog en onderzoeker Paul Eling laat er niets van heel: https://docplayer.nl/747420-Nee-tegen-nld-paul-eling-de-psycholoog.html

Geef een reactie

46 − = 42

Translate »