Aruba, KomenskyPost info

Gemotiveerde leerlingen door een simpele stempelkaart

Op het moment dat ik deze blog schrijf, heb ik een tussenuur. Er zitten welgeteld 13 havo-5 leerlingen in mijn les. In redelijke rust zijn ze aan het lezen. Dat is uitzonderlijk, want zij hebben ook een tussenuur, en meestal zijn ze dan hele andere dingen aan het doen. Waarom zitten ze dan toch in mijn les? Niet omdat ze dat perse willen, maar omdat ze aan het eind van die les een stempel krijgen. U leest het goed: een stempel.

Motivatie

In Nederland hebben we het in het onderwijs vaak over de motivatie van leerlingen. Op Aruba is dat niet anders. Maar wat ik op Aruba zie, heb ik in Nederland nooit gezien. Slapende kinderen, kinderen die altijd te laat komen of (met te veel tussenuren) gewoon niet meer naar de les komen. Ook is het gebruikelijk dat een week voor een vakantie veel leerlingen al op vakantie zijn, of dat de klas een dag voor de toetsweek maar voor de helft gevuld is. Begrijp me niet verkeerd, er zijn heel veel verschillende -vaak treurige- redenen waarom leerlingen niet gemotiveerd zijn en dus niet op school komen. Ik neem het sommigen echt niet kwalijk. Maar er zijn genoeg leerlingen die om ongeoorloofde redenen niet op school verschijnen.

Boeken lezen

Ik heb mijn havo 5-leerlingen de afgelopen weken voorbereid op hun mondeling over literatuur. Ze moeten boeken lezen. Omdat leerlingen dat vaak helemaal niet doen, heb ik ze in mijn lessen tijd gegeven om te lezen. Ze moésten lezen. Hoe verleidelijk is het om die lessen niet te komen? Lezen is namelijk ‘laf’ (spreekt uit als ‘laaaf’). Ik bedacht twee dingen om ze toch naar mijn les te krijgen. Allereerst heeft de klas zelf een lesplanning gemaakt. Klassikaal hebben we bepaald wat we welke les gaan doen. Op die manier heb ik ze autonomie gegeven. En als tweede heb ik de stempelkaart geïntroduceerd. Die werkt heel simpel: als je in de les komt, krijg je een stempel. Bij een volle stempelkaart krijg je een beloning. De beloning mochten ze zelf kiezen, maar het was voor mij niet verrassend: eten!

Effect stempelkaart

Van tevoren wist ik natuurlijk niet hoe het uit zou pakken. Maar dat op dit moment leerlingen voor m’n neus zitten voor een extra stempel, zegt denk ik genoeg. Veel leerlingen zijn naar alle lessen gekomen, en elke les was het eerste wat ze zeiden: “Meneer, een stempel, hè.” Het heeft gewerkt. Het was zo fijn om te zien hoe blij de oudste leerlingen van de school gelukkig worden van een simpele stempel. Sommigen zeiden het ook: “Op een of andere manier voelt het toch speciaal en fijn, als je de stempel krijgt.”

Zijn mijn leerlingen door de stempelkaart intrinsiek gemotiveerd? Nee. Zal het effect hebben op het leerrendement? Weinig. Kwamen ze gemotiveerder naar de lessen? Misschien een beetje. Maar wat dan wel? Simpel: ze waren er. En door er te zijn, heb ik meer grip op ze. Natuurlijk heb ik ze daardoor hopelijk ook beter kunnen voorbereiden op het mondeling. Maar de grote winst was dat ze er bijna allemaal waren. Op mijn vraag of ze door de stempelkaart gemotiveerder waren om naar m’n les te komen, beantwoordden ze unaniem ‘ja’. Soms kan het leven van een docent lekker simpel zijn.

Arnout Kuijpers

arnoud-kuijperswerd in 2015 uitgeroepen tot beste docent Nederlands. Hij publiceerde op KomenskyPost al eerder veel gelezen artikelen over onderwijs, integratie en het leven op Aruba, waar hij samen met zijn vriendin sinds vorig jaar woont en werkt.

(C) foto Arnoud Kuijpers, KomenskyPost 2019

  1. peter te riele

    De leerlingen werden waarschijnlijk niet gemotiveerd door de stempel. De kans is groot dat ze gemotiveerd door die docent uit Nederland die oprecht blij was met de leerprestaties en inzet van hen. Ze werden echt gezien en positief gestimuleerd. En misschien dat de intrinsieke motivatie ook terug is gekomen.

  2. Hans van den Hurk

    Ik schreef een aantal jaren geleden een column over ‘beloning’:

    Een snoepje in je brein

    Diep in onze hersenen ligt een gebiedje zo groot als een M&M. Het is de nuclues accumbens en het is verantwoordelijk voor alles wat ons drijft, aanzet en stimuleert.
    Deze kern wordt ook wel beschreven als het “pleziercentrum”, omdat het zo gevoelig is voor beloning (en verslaving). Zelfs een teken dat er mogelijk een beloning aankomt, zorgt al voor activiteit, door een dopaminerush, in deze “genotskern”. In de adolescentie zijn er veranderingen gaande in het brein. De rationele hersenen (volop in ontwikkeling!) kunnen het niet altijd winnen van de emotionele. Het emotiesysteem is overactief en dat uit zich in risicogedrag en een voorkeur voor snelle beloningen.

    In klas 3 moeten mijn leerlingen regelmatig een opdracht maken en deze op een afgesproken datum inleveren. De les dat het werk ingeleverd moet worden breekt aan; de leerlingen komen binnen en het spel begint. Er zijn grofweg drie groepen leerlingen:
    1. deze leerlingen hebben het af en kunnen het direct inleveren;
    2. deze leerlingen hebben het af, maar… het ligt thuis op het bureau/staat nog op de computer, usb/printer is stuk of inkt is op/moeder of vader heeft gisteren kamer opgeruimd/hond heeft opdracht vanmorgen opgegeten;
    3. deze leerlingen hebben het niet af.
    Ik vertel aan de klas dat ik erg teleurgesteld ben door het feit dat niet iedereen het af heeft en dat ik het onrechtvaardig vind ten opzichte van degenen die het wel af hebben om uitstel te verlenen. Als ik uitstel zou geven, dan zullen sommigen bij een volgende opdracht minder motivatie voelen om het werk op tijd in te leveren. Ik zeg ook dat ik wil dat iedereen deze belangrijke opdracht maakt en dat ik niet wil dat de leerlingen die het wel af hebben zich achtergesteld voelen. Dan vertel ik mijn oplossing: groep 1 beloon ik met een punt extra; groep 2 en 3 leveren de opdracht de volgende les in en kunnen maximaal een 6 halen. Op deze manier
    -prijs ik de leerlingen die het werk af hebben;
    -benoem ik de achterliggende gedachte van mijn oplossing (ik-boodschap);
    -houd ik de deur open voor degenen die het werk niet op tijd konden inleveren.

    Leerlingen zijn net als “grote” mensen heel gevoelig voor waardering. Dit kan variëren van een schouderklopje tot het geven van een punt extra (en bij volwassenen een salarisverhoging).
    Kunnen ze dan niet “gewoon” werken, zonder beloning? Ik denk het niet. Hard werken om later een goede maatschappelijke positie te bereiken of nu een punt extra voor een opdracht?
    De M&M in het puberbrein heeft het besluit allang genomen.

  3. Liesbeth Mol

    Prachtig!!!

Geef een reactie op Reactie annuleren

12 − 3 =

Translate »