In april zijn er belangrijke presidentsverkiezingen in Indonesië. De zittende president Joko Widodo (meestal Jokowi genoemd) wordt voor de tweede maal uitgedaagd door oud-generaal Prabowo. Jokowi is een gematigd moslim, niet corrupt en hij heeft als oud-gouverneur van Jakarta een goede naam in dit grootste moslimland ter wereld (ca. 260 miljoen inwoners). Dat kan niet gezegd worden van Prabowo. Deze goedlachse oud-generaal werd in 1998 oneervol uit het leger ontslagen vanwege zijn directe betrokkenheid bij studentenontvoeringen in Jakarta ten tijde van de afgezette president Soeharto. Ook speelde hij een kwalijke rol bij gewelddadige acties tegen Oost-Timoreese vrijheidsstrijders. Hij lijkt goed te passen in het rijtje Duterte, Orban, Chavez en ook een beetje Trump: populistisch. Bij Jokowi zien we ruime religieuze opvattingen en verdraagzaamheid ten opzichte van andersgelovigen. Bij Prabowo is er vooral veel onduidelijkheid als het om verdraagzaamheid gaat. Zijn jonge, dynamische running-mate als vicepresident is zijn sterke troef. Prabowo is in naam ook verdediger van de Pancacila, de vijf principes die onder Soekarno de basis zijn gaan vormen van de Republiek Indonesia: (1) Het bestaan van een god; (2) een rechtvaardige en geciviliseerde samenleving; (3) een verenigd Indonesië; (4) democratie; (5 ) sociale gerechtigheid voor alle Indonesiërs. De raad van de oelama (geestelijke moslimleiders) voegt daar ook nog als zesde verdraagzaamheid aan toe. Jokowi’s running mate is een wat oudere, gematigde oelama en korankenner.
Onderwijs als speerpunt
Een van Jokowi’s speerpunten bij de laatste verkiezingen was onderwijs, en dan met name het beroepsonderwijs. Jokowi’s programma is er op gericht Indonesië op te stuwen in de vaart der volkeren en technologie en onderwijs zijn daarbij belangrijke onderdelen. Dat geldt ook voor het verbeteren van de infrastructuur. Geen land met zulke slechte wegen en Jakarta is één groot verkeersinfarct. De opening in maart van de eerste Indonesische metro is dan ook een grote gebeurtenis. Indonesië kent een jaarlijkse economische groei van rond de 5%.
Leraar in Indonesië: hoge status en karig salaris
Zo’n 20% van de nationale begroting gaat volgens het gerenommeerde dagblad The Jakarta Post naar onderwijs. Maar of dit percentage ook werkelijkheid is, wordt door critici sterk betwijfeld. Ongeveer de helft daarvan wordt besteed aan salarissen. Indonesië kent drie miljoen leraren die matig tot slecht betaald worden. Er zijn grote verschillen. Leraren die lesgeven in de onontwikkelde buitengewesten ontvangen bijna drie keer zoveel salaris als hun collega’s in stedelijke gebieden op Java. Leraren in het VO met een vaste aanstelling (wat ze tot ambtenaar maakt) hebben een voor Indonesië behoorlijk salaris van ongeveer € 600,- per maand. Maar de tijdelijke ‘contractdocenten’ verdienen soms niet meer dan € 200,- per maand. Er is nu een programma waarbij men via nascholing en evaluatie op het gebied van persoonlijke ontwikkeling en academische en pedagogische kennis een vast contract kan krijgen. Maar die certificering is volgens The Jakarta Post vaak een aanfluiting in het corrupte Indonesië waar veel diploma’s te koop zijn. Leraren, die al met succes jaren op een contract werken, vinden de eisen ook een belediging, lezen we in The Jakarta Post. De lage salarissen leidden tot grote absentie bij leraren. Ze moeten er vaak bijverdienen om hun gezin te kunnen onderhouden. Dat doen ze bijvoorbeeld als taxichauffeur. Zo is meer dan 10% van de leraren afwezig. De leraren in Bekasi (een voorstad van Jakarta) ontvingen in augustus en september geen salaris, want de gemeentekas was praktisch leeg. Toch kent het leraarschap nog steeds een hoge status. Het bahasawoord voor leraar is guru (afkomstig uit het Sanskriet).
Veel hardware maar ongebruikt
Men wil moderniseren, maar het vak Islam kreeg enkele jaren geleden meer uren ten koste van het vak Engels. Indonesië is het land van paradoxen en tegenstellingen. Zo krijgen de Islamitische godsdienstleraren per maand een bonus van € 60,- een verhoging van bijna 30%. Het leren van de Engelse taal is een speerpunt, maar buitenlandse leraren wordt het lesgeven steeds moeilijker gemaakt.
Het onderwijs wordt gemoderniseerd. Er waren in 2015 meer dan 17.000 scholen zonder elektriciteit. Op een gewone school in Jakarta zag ik beamers en digitale schoolborden die nauwelijks worden gebruikt, omdat men niet weet hoe deze apparatuur in te zetten. Veel geld wordt uitgegeven aan hardware. Door de decentralisatie hebben de zogenoemde regentschappen of districten een grote zelfstandigheid gekregen voor het te voeren onderwijsbeleid.
Kurie Sudimoto is al jaren actief in het Indonesische onderwijs. Zij is oprichtster van codingcamp.id en organiseert Coding-klassen voor kinderen van 8 tot 15 jaar op Java. Het grote probleem is de onbekendheid bij Indonesische leerkrachten met het geven van codingonderwijs. Leraren met behoorlijke ICT-kennis en beheersing van de Engelse taal vertrekken naar het bedrijfsleven. Problemen die we in ons land ook kennen. Veel Indonesiërs uit de middenklasse kiezen daarom voor vormen van privéonderwijs. De katholieke scholen maar ook de pesantren, moslim-kostscholen, zijn populair.
weinig inhoudelijke belangstelling in Nederland
Het verbaast telkens hoe weinig inhoudelijke belangstelling er in Nederland bestaat voor wat er in dit mooie land, dat wij driehonderd jaar hebben gekoloniseerd, gebeurt. Ja, Bali als vakantiebestemming kennen de meesten, maar Bali is niet echt Indonesië. Nederland kent nog maar één serieuze correspondent met kennis van zaken in Jakarta.
Multatuli is nog steeds in brede Indonesische kringen bekend. Menige stad kent een Jalan Multatuli (Multatulistraat). Verder zijn ook Sneijder, Robben, van Persie en Ajax zeer bekend. Sinds een jaar kent Lebak een Multatuli-museum. Met historicus en voormalig Associated Press journalist Irwan Firdaus bezocht ik het museum in Rangkasbitung in het district Lebak. Terug in Nederland vroeg ik vele mensen of ze wisten wie de man van Lebak was. De meesten wisten niet over wie ik het had. Ik begrijp dat men tegenwoordigt op school vaak alleen de moderne letterkunde vanaf 1880 behandelt
Hoe komt Nederland voor in de officiële geschiedenisboekjes die op school worden gebruikt? Irwan stelt dat de informatie vooral zeer feitelijk is. Jaartallen met wanneer de Hollanders en Jan Pieterszoon Coen de archipel bezochten en natuurlijk de vrijheidsstrijd en stichting van de Republiek Indonesia. Alles wordt vrij neutraal en feitelijk weergegeven. Onze gemeenschappelijk gedeelde voorgeschiedenis blijkt nog delicaat, al merk je daar in het dagelijkse verkeer niks van. Integendeel, Nederland, Amsterdam en Ajax zijn onder de jonge bevolking hot. De nieuwe generatie is westers georiënteerd, ook al dragen veel jonge vrouwen een (vaak zeer modieuze) jilbab hoofddoek. Over enkele jaren bestaat meer dan de helft van de Indonesische bevolking uit millenials. Zij kunnen bij de komende verkiezingen de doorslag geven, maar dan moeten ze wel gaan stemmen en daarover bestaat wel de nodige zorg.
Jan Lepeltak
Geef een reactie