Door Casper Hulshof
Aflevering 5: ‘Het advies dat bij je past’
In eerdere afleveringen van Klassen zagen we een aantal gesprekjes tussen juf, leerling, en ouders over mogelijke vervolgscholen. In deze aflevering verandert de adviezenmotregen in een hoosbui. “Overal in het land worden kinderen een richting opgestuurd die misschien wel de verkeerde is” probeert de voice-over ons alvast bang te maken. Het gaat als volgt. Op dit moment geeft de school aan leerlingen in groep 8 voor 1 maart een voorlopig advies. Dat advies is gebaseerd op de kennis en kunde van de leerkrachten, en op allerlei toetsgegevens die in de loop van de schoolloopbaan zijn verzameld (het ‘leerlingvolgsysteem’). Daarna volgt in april of mei de eindtoets — die in de volksmond nog altijd gewoon de Citotoets heet dus dat doe ik verder ook vanwege de duidelijkheid — en op basis van de toetsresultaten kan het definitieve advies eventueel nog wat naar boven worden bijgesteld (omlaag op basis van de toetsresultaten is niet toegestaan). Het is natuurlijk prettig als het advies correct is: voor het kind en voor de school. De Onderwijsinspectie ziet op het proces toe om uitspattingen te voorkomen. Eenmaal in het voortgezet onderwijs kun je eventueel nog omhoog (‘opstromen’), van vmbo-t naar havo bijvoorbeeld, of omlaag, bijvoorbeeld van vwo naar havo. Zoiets heeft natuurlijk wel persoonlijke gevolgen, bijvoorbeeld op de motivatie. Daarnaast blijkt uit onderzoek door de Inspectie dat het opleidingsniveau van de ouders een rol speelt. Leerlingen met hoog opgeleide ouders stromen vaker op, en leerlingen met laag opgeleide ouders stromen vaker af. Tenslotte: we weten allemaal dat het opleidingsniveau een grote rol speelt in het latere leven. Bij Tama zagen we bijvoorbeeld al hoe haar moeder haar pusht om er een zo hoog mogelijk advies uit te slepen. Op de school van Viggo lijkt een havo-advies de absolute ondergrens te zijn: minder kán niet.
Ik vertel dit allemaal omdat de serie zelf vrij weinig uitleg geeft over het systeem. Zo gaat het in heel Nederland. Naar wat voor circus zitten we hier te kijken, dacht ik ongetwijfeld niet als enige. Tranen, stress, en een hoop gezenuwpees zijn het natuurlijke gevolg ervan. Het anti-vroegeselectieverhaal van Marjolein Moorman krijgt in deze aflevering ineens scherp reliëf. Wat een gedoe.
Van de leerlingen die we volgen weten we al wat hun voorlopige advies was: Anyssa havo, Yunuscan vmbo-t/havo (zo’n combinatie-advies kan als een soort worst worden voorgehouden), Tama havo, Viggo havo/vwo, en Esma vmbo basis. Bij het schooladvies blijkt met name de prestatie op het onderdeel begrijpend lezen een doorslaggevende rol te spelen. Rekenen kunnen ze wel, zegt de juf, maar de leerlingen snappen vaak de context van het verhaal niet. Binnen het reken/wiskundeonderwijs is het een bekende discussie. Talige sommen vinden sommigen realistischer dan abstracte problemen. Vooral de leerling die een Nederlandse basis moet ontberen lijkt daardoor het onderspit te delven. Hier zien we dit direct terug bij Esma en Yunuscan. De strategie die de school kiest om toch een vmbo-advies te geven is in zo’n geval om te wijzen op de doorstroommogelijkheden. “Daar zijn genoeg mogelijkheden voor!”. De praktijk is weerbarstiger, zoals ik hierboven al zei. “De meeste adviezen kloppen niet,” beweert Marjolein Moorman tijdens het zoveelste debat in De Balie. Dat is wat overdreven, en daarbij is onduidelijk naar welk onderzoek ze verwijst. Een tijdje later werd duidelijk dat duizenden scholieren inderdaad een verkeerd advies hadden gekregen, maar het ging in dat geval om overadvies. Buitengewoon vervelend noemde minister Slob dat.
Esma gaat opgefokt haar adviesgesprek in (‘het is zó eng!’ stelt een klasgenoot haar niet gerust). ze hoopt op een vmbo-kader advies maar het blijft toch basis, met een deel -kader. “Je vindt het moeilijk om vragen te stellen”. “Hartstikke goed” liegt iedereen rond de tafel. Of Esma nog vragen heeft? Natuurlijk niet. Over naar de Weidevogel, waar het adviesgesprek ‘bijna altijd een goednieuwsgesprek is’. “Iemand kan in tranen uitbarsten omdat ie een havo/vwo advies krijgt en graag een vwo-advies wil,” zegt meester Frans. We zien het later in de uitzending gebeuren bij een meisje dat een havoadvies krijgt. De meester, quasi-opbeurend: “De een is nu eenmaal Einstein, de ander bakt lekkere taarten.” Het is duidelijk dat deze leerling zichzelf liever niet ziet thuiskomen met een taartenbakadvies. Ook Viggo biedt troost: “Het zijn maar blaadjes.” Knap, want zijn eigen rapport heeft hij zwijgend zitten bekijken. “Voor elke 10 krijg je 10 euro!” klinkt het, maar Viggo lijkt niet op geld te rekenen.
Dan Yunuscan. Al in de eerste aflevering zagen we hoe hij fanatiek de Nederlandse taal oefent. Zijn moeder spreekt het niet. Zijn moeder zou hem graag willen helpen, maar zelf is ze maar drie jaar naar school gegaan. Yunuscan, die voortdurend pienter, geïnteresseerd en gemotiveerd overkomt verdient een mooi advies, maar de school is zuinig: vmbo-t met eventueel kans op havo. Alle seinen staan op groen behalve begrijpend lezen. Yunuscans woordenschat is alleen relatief klein. Geen Nederlandse ouders, dat betekent beginnen met een achterstand. De juf kiest weer voor het inmiddels bekende opstroomargument. “Je kunt alles bereiken wat je wilt, het kost alleen wat langer tijd”. Had hij nou maar net zo’n citotraining gehad als Tama, denk ik dan. Waar Yunuscan zich schoorvoetend tevreden toont met zijn advies, is Anyssa helemaal tevreden ermee. “Toppie!” is haar reactie op het havoadvies. De situatie is hier dan ook andersom: Anyssa is helemaal blij, maar de juf is niet echt tevreden. Anyssa kan beter, maar ze wordt afgeleid door haar onzekere thuissituatie. Haar moeder wil dat Anyssa bij haar komt wonen in Amsterdam-West. Dagelijks heen en weer reizen naar een school in Noord (ruim een uur) lijkt haar geen probleem. Anyssa: “Ik dacht dat ik dan bij opa kon gaan wonen”. Dat gaat mooi niet door, laat haar moeder doorschemeren. Anyssa is veel closer met haar opa dan met haar moeder (‘jut en jul’ volgens de voice-over). Later komt bij Anyssa tegenover het hoge woord eruit: ze wil liever bij haar opa blijven wonen. En ze ziet haar toekomst voor zich: ze wil juf worden! “Ik denk dat je het absoluut zou kunnen,” vertrouwt juf Jolanda haar toe. Een stageplek is in ieder geval alvast geregeld.
Gianny’s eerste week op het Oostpoort Montessori Lyceum ging goed – het was ook de eerste keer dat hij huiswerk heeft moeten maken. Zijn ouders zijn beide in Suriname, dus alle druk ligt nu bij zijn zus om hem in het gareel te houden: hij is zes weken op proef op de school. “Doe het rustig aan daar op school” is het advies dat zijn vader geeft. Moeder heeft het vooral warm. Dat kan nooit lang goed gaan, denk je als kijker, en inderdaad: een tijdje later wordt Gianny verdacht van stelen. Totdat zijn ouders terugkeren uit Suriname wordt hij in jeugddetentie geplaatst: twee weken achter slot en grendel. De nieuwe schoolcarrière lijkt in de knop gebroken te worden.
Vera heeft eerder als advies vmbo-t gekregen, en zij en haar ouders zijn erop gebrand dat het definitieve advies beter wordt. Haar vader beschouwt zich als haar persoonlijke coach. “Het beste wat je kunt leren, is het zelf uitdokteren,” en “Niets is onmogelijk.” zijn onderwijswijsheden die hij zichzelf en Vera inprent. Later zal blijken dat het advies vmbo-t is gebleven. “Toen brak de hel los” zegt Vera er achteraf over. Ook nu weer is het inmiddels bekende doorstroomargument gebruik, of, zoals je juf het formuleerde: “Het lijkt niet op een mooi advies, maar het is eigenlijk een heel mooi advies.” Vera’s vader zal haar waarschijnlijk extra hard gaan coachen richting de Citotoets.
Meer ontspannen gaat het eraan toe bij Tama, het meisje dat door haar moeder naar citotraining werd gestuurd. Moeder is dan ook een stuk zenuwachtiger dan Tama (‘ik ben chill’). Sterker: Tama zou een vmbo-t advies wel prettig vinden, want dan hoeft ze zich niet zo in te spannen en kan ze lekker andere dingen doen – een logica die ik wel herken. Uiteindelijk blijkt haar eerdere havoadvies omgezet te worden in havo-vwo: de training heeft vruchten afgeworpen. Moeder gilt het uit van blijdschap. Tama zal aan de bak moeten. Viggo’s advies is ook havo-vwo, maar hij is een stuk minder enthousiast (‘het is even slikken’). Het is niet vwo, en zijn vrienden hebben wel een vwo-advies gekregen.
“..als de glijbaan uit het gebouw verdwijnt zal de instroom halveren.”
Zowel Viggo als Tama bezoeken de ‘lesjesmiddag’ op het Hyperion Lyceum. Kijkend naar Klassen concludeer ik dat als de glijbaan uit het gebouw verdwijnt de instroom zal halveren. Yunuscan bezoekt de Bredero mavo. Zijn moeder lijkt het allemaal nog leuker te vinden dan hij. Toch is hij na afloop van een voorbeeldbiologieles (‘jullie mogen álles vragen!’) laaiend enthousiast. “Mijn favoriete vak is biologie geworden!”
Op de valreep maken we nog kennis met Wail (15). Hij zit op het Over-Y-college, en heeft bijna vmbo-t afgerond. Wail wil opstromen naar de havo. Nu gaan we eens zien hoe gemakkelijk dat echt is. We hebben te maken met een gemotiveerde jongen die in tien vakken examen heeft gedaan en cum laude is geslaagd. Maar zomaar naar de havo, dat gaat niet. Hij zal eerst een uitgebreide motivatiebrief moeten schrijven. Het is bijzonder om in een geval als dit te zien wat voor drempels er opgeworpen worden. Dat belooft nog wat voor Yunuscan, Vera en Esma, lijken de makers met dit voorbeeld te willen zeggen. “De weg naar beneden gaat sneller”, is Wail’s voorlopige conclusie.
Deze aflevering van Klassen zal voor velen wederom een verontrustend inkijkje in het huidige basisonderwijs hebben gegeven. Een ‘rat race’ noemt Marjolein Moorman het: eentje die ze graag zou willen voorkomen door latere selectie. Het zou natuurlijk al helpen als, zoals de titel van de aflevering al aangaf, elke leerling een passend advies krijgt. Of de Citotoets als stok achter de deur om het advies eventueel naar boven bij te stellen daar de aangewezen methode voor is, daar mag je best vraagtekens bij plaatsen. Er breken sowieso spannende tijden aan voor de leerlingen, want COVID-19 staat voor de deur en alles komt op losse schroeven te staan.
Evelien Hoogendoorn
Ik vind vooral Wail een zeer pijnlijk voorbeeld van het falende systeem. Ik zie een gemotiveerde en getalenteerde jongen wegkwijnen op het MBO. Bizar dit! ‘Het kind staat centraal ‘ en ‘er mag geen talent verloren gaan’, het is op de situatie van Wail duidelijk niet van toepassing.
Casper
Klopt. Iets soortgelijks zie je bij Younes- hoewel het bij hem wellicht logischer is. Maar veel kansen worden hem niet geboden.
Alois Ruitenbeek
Mooie recensie weer, dank je wel. Wat mij vooral is bijgebleven is het adviesgesprek met Esma, waarin ze te horen krijgt dat ze te weinig vragen stelt over wat ze niet weet en daardoor niet voldoende vooruit gaat. De schooldirecteur schuift behendig (en heel modern) het collectieve falen van de school af op het individuele functioneren van het kind. Treurig om te zien.