Boekrecensie, Primair onderwijs, Taalonderwijs, Talen, Tweede taal

‘Talen die de school in komen’

Jan Lepeltak

Lidy Peters verdient bewondering voor haar boek Talen die de scholen inkomen. Zij is intern begeleider en geeft les in het primair onderwijs. Haar aanbevelingen, suggesties en do’s en dont’s aan haar collega’s, waarvan de meesten te maken hebben met oorspronkelijk anderstalige leerlingen, snijden hout. De relatie met de oorspronkelijke moedertaal (of thuistaal, wat niet hetzelfde is) is een complexe. Respect voor de moeder-/thuistaal, de ‘vreemde’ cultuur en hoe je die ook kunt gebruiken in de klas, worden gelardeerd met voorbeelden uit de praktijk. Uitermate nuttig voor lesgevenden en schooldirecties.

Een mooi praktisch voorbeeld dat genoemd wordt, is het oorspronkelijk Vlaamse Validiv-project. Men stelt terecht dat meertaligheid ook voordelen kan opleveren voor Nederlandstalige leerlingen. Een Nederlandse variant is de Schiedamse Taaltuin. De Taaltuin heeft bijvoorbeeld taalkaarten ontwikkeld, schrijft Peters, waarmee leerlingen opdrachten krijgen die zij samen met hun ouders thuis in twee talen uitvoeren. Er is ook een ouderkamer opgezet waar ouders activiteiten worden aangeboden die samenhangen met de onderwerpen en nieuwe woorden waar leerlingen, hun kinderen, mee bezig zijn.

Peters’ boek is een rijk boek, maar ook een beetje een overvloedig boek. Er staat heel veel in en niet alles is even relevant. Zo is het soms moeilijk door de bomen het bos nog te zien in de negen hoofdstukken en bijna zestig paragrafen.

De drie kernpunten zijn eigenlijk:

1. Hoe leer je als oorspronkelijk niet-Nederlands sprekend kind met een migratieachtergrond zo effectief mogelijk de Nederlandse taal? Gebruik ook hun kennis van hun eerste taal.

2. Hoe ga je in je klas ook naar de andere leerlingen met meertaligheid om?

3. Hoe ga je om met ouders van anderstalige kinderen. Overigens is die groep natuurlijk heel divers. Van soms analfabeet tot hoogopgeleid.

Het taalkundig deel is niet zo sterk. Dat zie je in het (te)uitgebreide notenapparaat. Wetenschappers die al decennia horen tot de wetenschapsgeschiedenis, zoals Luria en de structuralist Bloomfield (zijn ‘Language’ verscheen in 1949) worden genoemd. Maar belangrijke onderzoekers en denkers als Chomsky ontbreken geheel. Ik mis bijvoorbeeld een heel waardevol artikel over ‘The Universal Grammar Theory’. Noam Chomsky’s contribution to Second Language (SL) Ecquisition: A reflection on the Universal Grammar Theory van Enamul Hogue uit (2020) was met google zo gevonden. Het geeft een goede uitleg over de taalwetenschappelijke achtergronden van het leren van een tweede taal. Een korte samenvatting was nuttig geweest.

Nederland kent enkele autoriteiten op het gebied van de 2e taalverwerving. Zoals de emeritushoogleraar (en schrijver van succesvolle detectives/thrillers) René Appel en zijn collega Catherine Snow. Beiden waren onderzoeker en docent aan de Universiteit van Amsterdam. Snow is tegenwoordig hoogleraar aan de Harvard Graduate School of Education en ontving enkele jaren geleden een eredoctoraat van de Radbout Universiteit. Het is jammer dat hun zeer leesbare publicaties niet worden genoemd.

Het zal duidelijk zijn dat naast alle bewondering er voor een volgende druk (die er hopelijk zal komen) naar het taalkundige deel nog eens moet worden gekeken. Er kan het nodige uit: bijvoorbeeld het zwakke en discutabele overzicht van opvallende kenmerken van buitenlandse talen ontleend aan de site www.moedint2.nl. Wie de site bekijkt begrijpt de keuze niet, want wat er op de site te vinden is zinnig. Dat kan niet gezegd worden over bijvoorbeeld de uitleg in het schema bij het Pools of het Chinees. Erg jammer. Misschien schoot de eindredactie te kort.

Samenvattend:

  • Talen die de school in komen is een goed hulpmiddel voor leerkrachten die worstelen met meertaligheid in de klas. Het is een rijk boek, maar soms wat te rijk en overvloedig. “In der Beschrankung zeigt sich erst der Meister”.
  • De casussen lijken heel herkenbaar;
  • Tips over hoe met de ouders om te gaan en te communiceren zijn nuttig;
  • Bronnen/noten lijken vaak ad-hoc gekozen;
  • Naar het pure taalkundige onderdeel moet nog eens worden gekeken, het heeft weinig diepgang;
  • Jammer dat een register en literatuurlijst ontbreken.

  1. Lidy Peters

    Beste Jan,

    Hartelijk dank voor de opbouwende recensie.
    Een 2e druk komt er begin 2022 aan, ik neem je opmerkingen mee naar de uitgever.
    Met een vriendelijke groet,

Geef een reactie op Reactie annuleren

+ 69 = 73

Translate »