Over streetwise en mediawijs
Jonge kinderen die na school leven met Facebook, die twitteren dat het een lieve lust is, chatten en pingen. Ik word daar soms een beetje weemoedig van.
Er bestaat een prachtig Frans stripboek getiteld Avant la télé, dat net zo goed avant l’ordinateur (Frans voor computer) zou kunnen heten. Je leest de avonturen die kinderen vroeger beleefden op straat en op school. Wat een tijd!
Wij waren nog kinderen 1.0. Of moet ik zeggen wat mijn moeder zaliger zei: “Een kind blijft hoe dan ook een kind.” Zo fietsten wij ooit naar het KNSM-eiland en het Java-eiland waar de grote koopvaardijschepen uit de Oost nog aanmeerden. Als de wacht niet oplette, kropen we het omheinde gebied binnen. Via de loopplanken slopen we het dek van een schip op. De zeebonken knepen een oogje dicht en een enkele keer mochten we op de brug kijken.
We hebben het tegenwoordig over mediawijsheid, bij ons ging het over streetwise zijn. Nooit met vreemde kerels mee en oppassen dat je niet de verkeerde straat in ging. Bij mij in de buurt was dat een straat die beheerst werd door een klein schoffie, leader of the pack. Als hij je zag moest je snel wegwezen of je kreeg een flink pak slaag. Het schoffie werd later een beroemde Amsterdams volkszanger. André Hazes was nog kind 1.0. Er waren nog niet veel auto’s, dus je kon makkelijk op straat spelen.
In de New York Times (NYT) stond een artikel over de kinderen van ICT-topmanagers in Californië die werken bij eBay, Google, Apple, Yahoo en Hewlett-Packard,. Ze sturen hun kinderen naar de Waldorf elementary school in Los Altos, Californië. De opmerkelijke visie van de ouders en leraren is: computers and school don’t mix. Geen computers en geen digitale beeldschermen in de klassen van wat de NYT noemt het episch centrum van de ICT. Driekwart van de ouders van de Waldorfkinderen werken in de grote innovatieve ICT-bedrijven.
Waar het om gaat bij leren is betrokkenheid en sociaal contact met de leraar en je klasgenoten. Leren is een sociaal fenomeen. De echte betrokkenheid van de kinderen (en de ouders) komt van goede leraren die uitstekende leerplannen hanteren.
In de 160 Waldorfschools in de VS ligt de nadruk op fysieke activiteiten en leren door middel van creatieve hands-on taken. De belangrijkste onderwijstools zijn pen en papier ,naald en draad, blackboard (niet te verwarren met de elo maar een gewoon schoolbord), kleurkrijt en no.2 potloden en soms ook klei. De school beschikt over een uitgebreide bibliotheek, met naslagwerken. Het gebruik door de kids van computers thuis wordt kritisch bezien. Er geen sprake van totale cold turkey en er zijn natuurlijk ook leerlingen die thuis onder andere hun computerspelletjes spelen.
Allen Eagle, een computergeleerde van Darthmouth (de bakermat van de programmeertaal Basic) en adviseur van Google’s CEO Eric E. Schmidt gaat nog verder. Eagle verwerpt de gedachte dat je ICT nodig hebt in de basisschool. Het idee dat een iPad-app je zou kunnen leren lezen en rekenen vindt hij bespottelijk.
Waar het om gaat bij leren is betrokkenheid en sociaal contact met de leraar en je klasgenoten. Leren is een sociaal fenomeen. De echte betrokkenheid van de kinderen (en de ouders) komt van goede leraren die uitstekende leerplannen hanteren.
En wat ICT betreft is hij heel nuchter. Huidige ICT-hulpmiddelen als Google, Wikipedia, iPods en iPads en de duizenden apps zijn zo simpel in gebruik, dat jonge kinderen nog alle tijd hebben om die te leren gebruiken. Waarom dan haasten? Het is zo eenvoudig als tandpasta gebruiken. Gewoon weer lekker samen spelen en ouderwets avonturieren. Een elfjarige klaagde toen hij op bezoek ging bij zijn neefjes dat die de hele dag met hun gadgets zaten te spelen. Hij riep uiteindelijk: “Hello guys, I’m here.”
Jan Lepeltak
1 Pingback