Het is bijna Kerstmis en traditioneel hoort daar een kerstvertelling bij. In KomenskyPost delen we de komende dagen herinneringen aan de tijd rond kerst . Docenten en oud-docenten delen hun verhaal. Vandaag deel 1 door onze hoofdredacteur.
Door Jan Lepeltak
Zo liep het ook in mijn klas tegen de kerst. Als mentor was het op mijn nieuwe school gebruik dat je met je klas iets aan Kerstmis deed, dit los van de centrale kerstviering. Ik gaf in de jaren zeventig les op een rooms-katholieke school die oorspronkelijk door de paters jezuïeten was gesticht. Er waren niet veel jezuïeten meer als docent. De leraar natuurkunde, godsdienst en een enkele uitgetreden jezuïet. De school werd gerund door een driemanschap, ook wel ironisch aangeduid als de trojka. Dit naar voorbeeld van de leiding van de toenmalige Sovjet-Unie. Alle leden van de schoolleiding gaven ook nog enkele uren les (wiskunde, lichamelijke opvoeding en biologie). De (formele) rector was een jezuïet waar ik als leerling ook zelf nog biologieles van had gehad. Hij was gerespecteerd door ouders, leerlingen en collega’s. Ook had hij dat beetje naïeve wat je wel meer tegenkomt bij priesters. Zo herinner ik me nog dat hij op een slotavond voor de medewerkers na het buffet iedereen opriep om een wipje te maken, wat tot hoorbaar gegniffel leidde. Weldra begaven de eerste koppels zich op de dansvloer.
Het was de bedoeling dat je iets stichtelijks met je klas zou doen. De vraag was wat ik nu met mijn klas moest doen? Ik had echt geen zin in kerstliedjes en bijbelvertellingen. De warme chocolademelk mocht blijven. Kortom, ik wilde het alsjeblieft zo veel mogelijk profaan houden . Daarom besloot ik een winterverhaal te zoeken uit de Russische bibliotheek van Van Oorschot. Dat was lang zoeken. Ik wilde een verhaal lezen dat de sfeer van een winterse kerst goed ving en je tot nadenken dwong. Zo kwam ik op een kort verhaal van Tsjechov. Het ging over een eenzame man op kerstavond. Het sneeuwde en op de verlaten Russische straat was geen mens meer te zien behalve een zwerfhond. Daar liep hij op af om er een gesprek mee te beginnen. De inhoud van het gesprek kan ik me niet meer herinneren.
Ik was nog niet begonnen met het voorlezen van het korte verhaal of de deur van mijn klas ging plotseling open en daar stond mijn rector. Hij gebaarde dat ik rustig door kon gaan en hij ging vervolgens achter in de klas zitten. Ik voelde mij betrapt. In de hal kon men de kerstliederen horen die in de andere klassen werden gezongen. Nadat mijn verhaal was afgelopen verliet de rector mijn lokaal zonder iets te zeggen. Dat maakte me nerveus. Ik was nog in mijn proefjaar, daar zou gedonder van komen.
Na de klassikale kerstvieringen was er een gezamenlijke bijeenkomst in de aula met muziek uitgevoerd door enkele leerlingen (ook modern natuurlijk en verzorgd door de muziekleraar).
Toen betrad de rector het podium. Uiteraard las hij het kerstevangelie van Lucas voor. Hij had het over de hoop die het kindje Jezus de wereld gaf en zijn rol als verlosser. Daarna ging hij in op wat hij in de klassen had gehoord. Nu zul je het hebben dacht ik. Als hij het maar niet over mijn klassenviering heeft, dan ben ik al lang tevreden. Hij vervolgde: “En zo hoorde ik in een klas een prachtig verhaal van Tsjechov over een oude man die alleen op kerstavond door de sneeuw liep. Hij kende niemand. De enige die naar hem luisterde was een straathond die kwispelend op hem af kwam. Hoe treffend werd hier neergezet hoe eenzame mensen zich voelen rond deze kerstdagen. Laten we ook aan hen denken en zien wat we voor ze kunnen betekenen.” Opgelucht haalde ik adem.
admin
Inderdaad we hebben het over de jaren’70 vorige eeuw.
admin
Bert Boshoven via Facebook: “Dat is dan wel een verhaal uit de vorige eeuw .”
Peter van Lith
Via Facebook Peter van Lith: Mooi verhaal Jan.