Door Steven Geurts
Brugklassers in arme gezinnen krijgen een smartphone. Een smartphone, zo is de redenatie, voorkomt sociaal isolement en is daarnaast noodzakelijk in de moderne middelbare school. In het meningencircus dat volgde verwarden veel mensen het hebben van een smartphone met het 24/7 gebruiken van een smartphone, waarbij ook even vergeten werd dat deze kinderen ook nog ouders en leraren hebben, die daar ook nog wat over te zeggen hebben. Ik heb geen leerlingen zonder smartphone in mijn klassen. Nul. Nu heb ik op mijn plattelandsgymnasium een weinig representatieve doelgroep, maar het geeft wel iets aan: een smartphone is prioriteit nummer één. Dat herkende vmbo-expert Corine Korrel ook:
Ik ken eigenlijk geen tiener zonder telefoon. Wel tieners zonder aandacht, ontbijt, zorg, sport, vakantie, vrienden of winterjas. #jinek
— Corine Korrel (@VMBOOnStage) 21 augustus 2017
Leerlingen gebruiken smartphones als agenda en cijferadministratie. (Verder lezen: zo ga ik met smartphones in mijn klas om) Het is hun contactmiddel met vrienden, met de klas en met het thuisfront. Als je je kind op een sociale achterstand wil zetten, stuur hem of haar dan zonder smartphone naar de middelbare school. Voor schoolzaken is een smartphone niet noodzakelijk, maar voor de sociale aansluiting – helaas – wel.
Dat gemeente Den Haag dus geld vrijmaakt om kinderen in arme gezinnen te helpen is lovenswaardig. Maar is zo’n gratis smartphone echt de beste manier? Komt de gemeente nu niet te veel achter de voordeur en tussen ouder en kind? Als de gemeente op deze manier erkent dat gezinnen te weinig middelen hebben om hun kinderen te verzorgen zoals we dat in 2017 van ze verwachten, is dan dit de beste manier om ze te helpen? De eerste exemplaren werden uitgereikt aan twee leerlingen die inmiddels al een smartphone hadden. Tja.
Aansluitend bij de start van het nieuwe schooljaar maakt de NRC een serie over het schoolse leven. In deel 1 wordt er ingegaan op het concept maatwerk. De geïnterviewde rector noemde het traditionele onderwijs een “klassieke menshouderij”, waarmee de loopgraven in het onderwijsdebat meteen weer betrokken werden. Een goed stuk over de keerzijde van de maatwerkmedaille schreef Hoogleraar Sociologie Herman van de Werfhorst: gepersonaliseerd onderwijs maakt ongelijkheid juist groter. Is maatwerk dan iets wat juist vermeden moet worden?
Serieus, doet u nog aan gepersonaliseerd ond? Maatwerk voor de leerling maakt de sociale ongelijkheid juist groter https://t.co/SsKTsFHsp2
— Pim Pollen (@pimcbe) 21 augustus 2017
Volgens een aantal studies leidt gepersonaliseerd onderwijs tot een grotere kloof tussen arm en rijk en tussen hoog- en laagopgeleid. Het heeft te maken met sluipende vooroordelen, pushende ouders en met de ondersteuning die een kind thuis heeft. Is geslaagd gepersonaliseerd onderwijs een utopie? Moeten we ons niet juist focussen op de kinderen met een zwakke achtergrond? En mag dit ten koste gaan van de hulp die we aan welgestelde kinderen bieden? Moeten we zelfs de individuele ontplooiing van Sterre en Floris-Jan offeren voor de hulp aan Ricardo en Hasna? De Onderwijsraad schreef een interessant advies: in de tijd waar we “de leerling centraal stellen” moet de overheid een keuze maken tussen individueel en maatschappelijk belang. Als betrokkenen bij het onderwijs moeten we ons bewust zijn van de maatschappelijke gevolgen van het centraal stellen van de leerling.
Ik vind het maar een lastige kwestie. Zo zwart-wit als bijvoorbeeld Pim Pollen hem hierboven schetst is de situatie niet. Ik denk dat een oplossing zou kunnen zijn om meer te kijken naar de omgeving van het kind. Heeft een kind die stimulerende omgeving wel, dan kan een school daar ook gebruik van maken. En bij een omgeving die dat niet kan bieden zou een school, samen met een gemeente, kunnen inspringen. Verder is het van het allergrootse belang dat stapelen weer makkelijker wordt en de toegang tot iedere vorm van onderwijs makkelijker wordt gemaakt. Het is een interessante kwestie waar het laatste woord nog niet over is gezegd. Ik ben heel benieuwd welke richting het nieuwe kabinet gaat kiezen op dit vlak. Want met de huidige onderwijsbewindspersonen ben ik wel een beetje klaar. Deze week sprak minister Bussemaker in het Financieel Dagblad “blijf de tweedeling bestrijden”, holle woorden van de minister die de basisbeurs afschafte. De VVD was ondertussen de basisschoolleraren nog maar een keertje aan het beledigen. Meer maatwerk bij OCW-bewindslieden lijkt me wel wat. En een gratis smartphone voor alle leraren.
Dit blog verscheen ook op https://stevengeurts.wordpress.com/2017/08/22/smartphones-en-ongelijkheid/
Geef een reactie