Beleid, OCW, PO, VO

Is de staat van het onderwijs 2018 als het NL-voetbal?

Jan Lepeltak

Damyan Bastiaanse van bs ‘De Lichtboei’ uit Almere, deelnemer aan de nationale voorleeswedstrijd, opende het 2018 congres over ‘De Staat van Onderwijs’. Een leuk begin voor een bijeenkomst die een toch wat wrange smaak achterlaat. Super-inspecteur Monique Vogelzang wond er geen doekjes om: de opbrengsten van ons po en vo-onderwijs gaan al jaren achteruit, zowel op basis van internationale vergelijking en vergelijking met de resultaten van de afgelopen decennia. De prestaties van de leerlingen zijn de afgelopen 20 jaar geleidelijk gedaald, zo blijkt uit zowel internationaal als nationaal onderzoek. We behoren niet meer tot de top maar tot de subtop, een ontwikkeling die we in het Nederlandse voetbal kennen. Onze leerlingen behoren internationaal tot de minst gemotiveerden, maar zijn het gelukkigst, dat dan weer wel.

We zien ook nog steeds grote kansenongelijkheid, schoolverschillen in blanke en zwarte scholen. Het is gelukkig geen etnische segregatie stelt Vogelenzang opgelucht, maar sociaaleconomische. Voor de kinderen zal dat weinig verschil maken. Ouders met een academische opleiding zoeken voor hun kinderen scholen uit met ‘dezelfde’ leerlingen en zo selecteert dat zichzelf. Zo selecteren de scholen zichzelf.

Volgens Vogelzang is een nieuwe balans, een duidelijke sturing vanuit de overheid, noodzakelijk. Ze noemde de centrale thema’s van de laatste jaren. In 2015 was dat het achterlopen van het burgerschapsonderwijs, in 2016 de groter wordende kansenongelijkheid, in 2017 de grote kwaliteitsverschillen tussen scholen en dit jaar, na het afspelen van de film met jaaropnames van de staat van het onderwijs, het feit dat er onvoldoende verbetering optreedt.
Ook zien we dat het aantal laaggeletterden nog steeds stijgt.

Vogelzang noemde drie kansen (lees aandachtspunten):
(1) het delen van het beeld van de basiskennis die we van onze leerlingen verwachten. Ondanks referentiekaders voor taal en rekenen zijn de eindtermen vaak vaag en onduidelijk voor de leraren;
(2) leraren en scholen moeten de gewenste autonomie ook echt ervaren;
(3) laat ieder zijn eigen verantwoordelijkheid voor de rol van de school in de maatschappij nemen. Wie hakt de knopen door bij krimp, thuiszitters, segregatie en zo meer ?

Hoongelach viel een Amsterdamse onderwijsambtenaar ten deel toen hij beweerde dat geen stad zoveel voor zijn onderwijs doet als Amsterdam. Veel voorbeelden kon hij sputterend niet geven. Ja, er is veel geld naar scholing gegaan voor leraren. Maar onderwijswethouder Kukenheim staat bekend als het brekebeentje van het Amsterdams college,  achtervolgd door allerlei affairetjes.
De zaken die de inspectie aandraagt zijn serieus van aard. Er wordt niet over oorzaken gesproken. Zelf heb ik enkele jaren doorgebracht op een Pabo. Van het niveau van het op de studenten aangepaste onderwijs werd men niet vrolijk.

Daarna kwamen de bewindspersonen aan het woord. Dat was een teleurstellend gebeuren. Eigenlijk werd op geen enkel onderdeel van het rapport ingegaan. De bekende obligate waardering voor alle docenten die met passie ……. De metafoor tussen de docent als wielrenner (‘een tandje erbij’) of hardloper (‘je kunt steeds wat beter’) werd uitgekauwd. Kortom, veel gratuit gepraat waarbij om de echte problemen zoals de segregatie, het lerarentekort, de afnemende prestaties, heen werd geslalomd (om toch maar even in sporttermen te blijven). Zag ik een wezenlijk verschil met bijvoorbeeld Sander Dekker? Nee (nog) niet echt. Voor de schoolbesturen en hun sectorraden was het een fijne dag, hun macht blijft ongebroken.

De sessie met leerlingen was leuk. Wauw wat waren met name de dames van het LAKS goed articulerend en kritisch, bepaald geen kindervereniging zoals een correspondent van de correspondent hen als grap aanduidde. Het ging onder meer over het vak burgerschap als geïntegreerd of apart vak. Niet als apart vak dat gegeven werd door een docent die nog een paar uurtjes over heeft, stelde een scholier. “Het gaat niet alleen over zaken als hoe werkt het parlement, maar ook over homosexualteit, criminaliteit, discriminatie. Veel docenten vinden het moeilijk daarover te praten,” stelde een mbo-leerling. De achterstand op dit gebied wordt internationaal gezien steeds groter, had Vogelzang al eerder genoemd. Zie ook het stuk van Gerard Wegman https://komenskypost.nl/?p=3291.

Jelmer Evers, die met een enkele van zijn leerlingen meedeed, zei terecht dat veel leerlingen verdraaid goed weten hoe het systeem in elkaar zit. Wel of geen eindexamen? Een docent van een ‘democratische school’ (‘de inspectie is dolenthousiast over onze school’) was tegen het eindexamen. Hij verwees gretig naar de VS waar het diploma van de school de waarde bepaalde. Boeh-geroep was de reactie. Aan het eind kreeg men de vraag wat men de aanwezige nieuwbakken onderwijsinspecteur Ilja Klink wilde meegeven. Een oudere docent gaf als tip: “Werk niet meer met het opgeheven vingertje, maar denk mee met de school hoe de school beter te maken.” “He hallo, maar ik werk pas een aantal weken bij de inspectie!” riposteerde ze.

 

Geef een reactie

− 4 = 3

Translate »