Beleid, VO

Examenschandaal: kans voor een nieuwe examenopzet?

 

Door Dick van der Wateren

Het eindexamenschandaal in Maastricht kan, behalve een ramp voor de betrokken leerlingen, nog wel eens een blessing in disguise blijken voor het onderwijs. Hartger Wassink schreef daarover op zijn blog Professionele Dialoog Limburgs Voortgezet Onderwijs als keerpunt?.

Na een grondig onderzoek hoe het zo heeft kunnen misgaan – op het gebied van bestuur, schoolleiding en -organisatie en de onderwijsinspectie – wordt het tijd de vraag te stellen: Hoe nu verder? De teugels aantrekken en de bestaande regels strenger handhaven, of nieuwe wegen inslaan op zoek naar een betere opzet van de vo-examens? Voor alle onderwijsmensen, ook die buiten Limburg, zou deze gebeurtenis een aanleiding moeten zijn om na te denken over de doelen van goed onderwijs.

bestuurscultuur

Zonder van een afstand een oordeel te vellen over wat daar fout ging, stelt hij dat de kans niet denkbeeldig is dat het bij andere scholen en scholengroepen een keer op een vergelijkbare manier misgaat. Hartger ziet daarbij vooral een risico in de bestuursculturen die bij sommige onderwijsorganisaties heersen.

In de eerste plaats vertonen die een gebrek aan visie op goed onderwijs. Het is voor schoolleiders en leraren in zulke organisaties moeilijk de juiste beslissingen te nemen als niet duidelijk is welke visie daaraan ten grondslag ligt.

In de tweede plaats zijn dat culturen waarin de leiding zich niet verantwoordt voor gemaakte keuzes, terwijl medewerkers wel worden afgerekend op verkeerde keuzes. Dat zijn onveilige, zelfs giftige, culturen waarin mensen hun twijfels en onzekerheden niet met elkaar en hun leidinggevenden durven delen en waarin dingen geweldig kunnen misgaan.

In de derde plaats ontbreekt een duidelijk beeld van de maatschappelijke opdracht van het bestuur. Namens wie besturen onze besturen eigenlijk? Wat was hier de rol van de raad van toezicht? Hartger stelt: “In de overgrote meerderheid van de onderwijsbesturen in Nederland heeft de raad van toezicht geen expliciet kader om te bepalen wat ‘goed beleid’ van de bestuurder is.”

Die problemen komen zowel voor bij besturen die enkele tientallen scholen onder zich hebben, als bij kleine besturen. Schaalvergroting op zichzelf (zoals bij LVO) hoeft dus niet het probleem te zijn.

teugels aanhalen?

Na een dramatische gebeurtenis als die in Maastricht is de pavlovreactie vaak: betere regels, regels handhaven, strenger toezicht en sancties wanneer het fout gaat. Dat klinkt als een verleidelijk simpele oplossing. In de praktijk leiden zulke oplossingen tot organisaties waar iedereen bang is fouten te maken. Mensen houden zich krampachtig vast aan de regels en durven geen oplossingen te bedenken voor situaties waarin de regels niet voorzien.

Iedereen die wat langer in het onderwijs rondloopt kan tientallen voorbeelden van zulke situaties noemen, waarin we bijvoorbeeld afwijken van het schoolreglement of de overgangsnormen. Dat zijn situaties waarin we het belang van een individueel kind boven het belang van de regels stellen. Wanneer we dat niet meer durven, omdat we bang zijn dat het misgaat en we daarop worden afgerekend, lijden daar vaak kwetsbare kinderen onder. Ik ben blij dat ik vele jaren heb mogen werken op een paar scholen waar voor, soms heel lastige, tieners met een heel pakket aan problemen altijd wel een oplossing werd gevonden. Jaar in jaar uit heb ik zo leerlingen kunnen feliciteren met hun diploma met wie het anders minder goed was afgelopen. Lees ook deze post van Maja Mischke Waarom ik juf ben.

In plaats van meer en strengere regels pleit ik voor scholen als gemeenschappen waarin iedereen gezien wordt en zich veilig voelt. Een gemeenschap met een gezamenlijk gedeelde visie op onderwijs en waarin iedereen leert van elkaar. In zo’n gemeenschap zijn maar een paar regels nodig die voor iedereen duidelijk zijn. Waar de regels tekort schieten is er ruimte voor improvisatie, waarbij de belangrijkste richtlijn is: Wat heeft dit kindnuvan ons – nodig? De schoolleiding is er dan niet om de regels streng te handhaven, maar om mensen te steunen bij het nemen van lastige beslissingen, de visie te bewaken en een globale koers uit te zetten. Op zo’n school is de ‘core business’ meer dan alleen rendement, doorstroomcijfers en slagingspercentages, maar juist jonge mensen helpen opgroeien tot volwassen wereldburgers.

Dit mag voor sommigen misschien angstaanjagend anarchistisch klinken. Immers, hoe kunnen we problemen als die in Maastricht voorkomen als we niet voor elke mogelijke situatie een regel of een protocol hebben?

Juist in een veilige organisatie met een duidelijke visie en koers is de kans op dit soort problemen klein. Wanneer iedereen zich betrokken voelt bij het gezamenlijk doel van de school en als ieders inspanningen worden gezien en gewaardeerd, worden problemen snel waargenomen en opgelost voor ze uit de hand kunnen lopen.

schoolexamens certificeren

Hartger stelt aan het eind van zijn stuk een interessante vraag:

Als leerlingen [in Maastricht] zulk slecht onderwijs hebben gehad, hoe kan het dan dat ze toch hun examen gehaald hebben? Was het onderwijs dan niet zo slecht? Of stelt het examen niet zoveel voor?

Het antwoord op die eerste vraag is waarschijnlijk: Nee. Het onderwijs was daar kennelijk niet zo slecht. De betreffende docenten hebben ongetwijfeld hun best gedaan de leerlingen zo goed mogelijk onderwijs te geven.

Het antwoord op de tweede vraag: Ja. Al enige tijd kunnen we vaststellen dat de centraal examens een op zijn best matige afspiegeling zijn van wat onze leerlingen hebben geleerd. Daarover hebben we op deze blog al veel geschreven. Zie bijvoorbeeld Examenperikelen zijn in 2018 nog niet voorbij en Meet je met je examen wel wat je wil meten?

De gebeurtenis in Maastricht is een goede aanleiding eens na te denken over de vraag of we met de vo-eindexamens zo door moeten gaan. Zoals ik in Flip the System 3. Naar een nieuwe opzet van de eindexamens schreef, denken we met een groep van inmiddels enkele tientallen scholen na over een nieuwe opzet van de eindexamens in het vo. Tussen de voorstellen die we in een pilot willen ontwikkelen is er één die toestanden zoals die in Maastricht had kunnen voorkomen. Wanneer het schoolexamen een groter gewicht zou krijgen in verhouding tot het centraal examen – een van onze alternatieven – zou een voorwaarde zijn dat de schoolexamens een gegarandeerde kwaliteit hebben.

Daarvoor zou een systeem van certificering moeten worden opgezet met deskundigen van buiten de school, leraren van zusterscholen, zonodig aangevuld met een expert op het gebied van toetsing en examinering. Collega’s kijken kritisch naar het programma van het schoolexamen en de bijbehorende toetsen en een school kan het schoolexamen pas uitvoeren wanneer de externe deskundigen daarvoor het groene licht geven. Zo’n systeem van collegiale intervisie waarborgt de kwaliteit van de schoolexamens beter dan nu het geval is. Bovendien biedt dit scholen alle mogelijkheden om het examenprogramma te laten aansluiten bij hun visie en doelen.

Hier kunnen schoolbesturen een sleutelrol spelen. Die kunnen namelijk binnen het eigen bestuursverband, of in samenwerking met andere besturen, de nodige expertise ontwikkelen en zo’n certificeringssysteem opzetten. Op dit moment hebben diverse schoolbesturen plannen om eigen lerarenopleidingen op te zetten. Daar zou dit prima bij kunnen aansluiten.

passend examen

Wij streven ernaar de komende jaren met enkele tientallen vo-scholen van alle niveaus een aantal pilots of experimenten uit te voeren, waarin we de mogelijkheden van de door ons bedachte scenario’s uitproberen. Alle bij onze werkgroep SE-CE aangesloten scholen hebben de wens te komen tot een vorm van examinering die recht doet aan het onderwijs zoals zij dat willen geven. In mijn stuk Flip the System 3. Naar een nieuwe opzet van de eindexamens geef ik voorbeelden van door ons bedachte scenario’s. Voorwaarde is dat bij die nieuwe opzet leraren en schoolleiders de regie hebben. Flip the System, immers.

N.B. Wie zich wil aansluiten bij de Werkgroep SE-CE kan een contactformulier invullen. Dan zorg ik dat je op de mailinglijst komt

dick-vd-wDick van der Wateren is leraar natuurkunde, auteur en voormalig onderzoeker

  1. “Alle bij onze werkgroep SE-CE aangesloten scholen hebben de wens te komen tot een vorm van examinering die recht doet aan het onderwijs zoals zij dat willen geven.”
    Dat is de bijl aan de wortels van het stelsel van publiek onderwijs. Mijn bescheiden mening, geen wetenschap 😉

Geef een reactie

76 − 70 =

Translate »