Bij het overlijden van Jos van Kemenade.
Dit artikel verscheen eerder in KomenskyPost van juli 2016
Wie de voorstellen uit Ons onderwijs2032 leest, krijgt soms een déjà- vugevoel. Veel voorstellen kan men, in andere bewoordingen, ook terugvinden in de Contourennota (1975) van minister Kemenade. Het waren de naweeën van de jaren ’60 en de tijd van de kritische leraren. Een euforische tijd waarin het kabinet Den Uyl, idealistisch maar wellicht naïef en overmoedig het onderwijs wilde vernieuwen. Toch zijn de ideeën nu minder revolutionair dan toen en komen ze bekend voor:
“De school bereidt de leerlingen te weinig voor op de samenleving waarmee ze te maken krijgen en waarin van hen in toenemende mate een eigen bijdrage, betrokkenheid en medezeggenschap worden verwacht. In het onderwijs komen maatschappelijke verschijnselen en sociale problemen als welvaart, werkgelegenheid, sociale zekerheid, de derde wereld, veranderende rolpatronen voor mannen en vrouwen, milieuvraagstukken, criminaliteit (…) te weinig systematisch aanbod.” (p.12 Contourennota , 1975)
“Bevorderen van creatieve, expressieve en sociale vaardigheden (…) vereist grotere aandacht voor de expressievakken, individualisering in het onderwijs en onderlinge samenwerking tussen leerlingen. Mede daarom zal de fase van funderend onderwijs voor allen verlengd dienen te worden. “ (p.13)
“Alles zal in het werk moeten worden gesteld om de motivatie van de leerlingen, vooral tijdens de laatste jaren van de periode van de leerplicht positief te beïnvloeden.”(p.14)
“Reeds enkele malen is in het voorafgaande gewezen op de noodzaak het onderwijs meer te doen aansluiten bij de individuele verschillen in belangstelling, begaafdheid, sociale ervaring en ontwikkelingsfase” (p.15)“
Het traditionele leerplan bevatte een gescheiden vakkensysteem en was gericht op een jaarklassenindeling. Het gaf een omschrijving van op elkaar volgende leerinhouden, meer kwantitatief dan kwalitatief. Het ging uit van klassikale leervormen en stelde de vakleraar meer centraal dan de leerling. Het was gebaseerd op basistabellen en het was examengericht. Het ging tenslotte uit van een lesrooster met voor alle leerlingen gelijke vakken, tijden en leergangen.” (p.83)
Over het bestuur: “Het zou daarom voor de hand liggen dat in dat [school]bestuur ook al de doelgroepen vertegenwoordigd zijn (…) te weten: de ouders, de onderwijsgevenden, het niet-onderwijzend personeel, leerlingen (…) de boven 18-jarigen.” (p.89)
Dit is maar een kleine greep uit de voorstellen die te vinden zijn in de Contourennota (1975) van de toenmalige onderwijsminister van Kemenade. De Contourennota heette zo omdat het diende als een discussie voor een toekomstig onderwijsbestel. Het moest de contouren weergeven van onderwijs over 20-25 jaar (dus eind jaren ’90). Ze zouden zo in de plannen voor onderwijs2032 kunnen staan. Van ICT was nog geen sprake, maar in de Contouren wordt wel gesproken over audiovisuele middelen als video, televisie. ICT als hulpmiddel zou zo in de plannen kunnen worden geschoven.
Slachtoffer van polarisatie hbs
Het was de tijd van het kabinet Den Uyl waarvan de voorstellen per definitie door de VVD en een deel van de confessionele partijen in de kamer werden bestreden. Met termen als staatspedagogiek en eenheidsworst werd het concept van de middenschool geframed. Van Kemenade wilde de realisatie van een basisschool, een (experimentele) middenschool en een bovenschool. In wezen was dit al een compromis omdat een school voor kleuters tot 16-jarigen (K-12 zoals in de VS en veel andere landen) niet haalbaar werd geacht. Hij wilde een einde maken aan het standenonderwijs waarbij kinderen uit de toenmalige arbeidersklasse sterk ondervertegenwoordigd waren in het havo en vwo.
Het kwam er niet van, heilloze compromissen als de brugklas, en later het vmbo-t (als vervanger van de mavo) maakten de tweedeling alleen maar scherper. Verder voerde de elite met succes een verbeten strijd om het gymnasium te behouden. Gelukkig won men die strijd niet in de 19e eeuw bij de oprichting van de hbs. Deze leverde ons een groot aantal Nobelprijswinnaars op (Lorentz, Zeeman, van ’t Hoff, van der Waals). Zie ‘De andere schoolstrijd’.
Maar de hbs gaf toen nog geen toegang tot de universiteit. Sommige genieën kregen een ontheffing, enkelen moesten in het begin nog een toelatingsexamen klassieke talen doen.
De voorstellen uit de Contourennota werden snel slachtoffer van politieke polarisatie , geleid met name door de VVD, De Telegraaf, de kleine christelijke partijen en het Nederlands Genootschap van Leraren (NGL), die er een aantasting van de status en positie van de leraar in zagen. Uiteindelijk bleef er weinig van over. Nog steeds krijgen sommigen oud-politici en leraren een rode waas voor hun ogen als ze het woord middenschool horen. Of ze de Contourennota echt hebben gelezen valt te betwijfelen.
Ik studeerde in 1975 algemene taalwetenschap en was eerstegraads bevoegd leraar Nederlands. Ik koos, zoals velen in die tijd vanuit maatschappelijke motivatie bewust voor het leraarschap. Je was toen toch eigenlijk een lul als je bij een groot bedrijf ging werken. Als leraar kon je de wereld veranderen en maakte je het verschil, meenden we toen. Leraar zijn was cool en sexy, om deze woorden te gebruiken. Van het NGL moesten we niks hebben. Wij bespraken in een groepje gelijkgestemde jonge leraren de Contourennota. We hadden detailkritiek maar kregen het gevoel dat er nu, al weer veertig jaar geleden, echt iets ging gebeuren. Het liep enigszins anders maar wie de voorstellen voor #Onderwijs2032 bekijkt ziet behoudens de systeemvoorstellen, inhoudelijke overeenkomsten in de vage formuleringen en dat onder een VVD-staatssecretaris (ook in 1975 geboren) die ze omhelst. Het kan verkeren.
Door Jan Lepeltak
Geef een reactie