Evelien Hoogendoorn
De middelbare school gaat weer volledig open. Voor veel leerlingen is dat fijn, maar niet voor iedereen. Sommige leerlingen presteerden beter toen ze minder op school hoefden te zijn. Daarom pleit ik voor een meer maatwerk op de middelbare scholen, waarbij leerlingen ruimte krijgen om het onderwijs op een passende manier tot zich te nemen.
In mijn omgeving ken ik verschillende jongeren die floreerden tijdens de schoolsluiting. De ervaringen van hen kan ik samenvatten in de persoon van Jan-Willem, die dus niet echt bestaat, maar gebaseerd is op ervaringen van meerdere jongeren.
Jan-Willem is 15 en zit in de vijfde klas van het VWO. Net als alle andere middelbare scholieren heeft hij vanaf half maart grotendeels het onderwijs thuis gevolgd. Jan-Willem kijkt er met een goed gevoel op terug. ‘Ik kon fijn en rustig werken. Ik had mijn huiswerk veel sneller af en daardoor had ik lekker veel tijd om aan mijn hobby’s te besteden: gamen met vrienden en op internet surfen naar interessante artikelen. Ik houd van wetenschap en techniek, ik heb veel geleerd over nano-deeltjes en de toepassingen daarvan.’
Jan-Willem miste het sociale contact op school niet erg. ‘Ik heb vrienden in een paar on-line communities. Daar kan ik goed mee praten over onderwerpen waarin ik geïnteresseerd ben. De meesten van mijn klasgenoten snappen dat niet. De twee waarmee ik het goed kon vinden, ontmoet ik via Whats App. Met een van hen heb ik wel eens afgesproken op straat, de ander woont te ver weg.’
In de media gaat het over de achterstanden die leerlingen hebben opgelopen in de periode dat de scholen gesloten waren. Vergeten wordt dat er ook leerlingen zijn die een voorsprong hebben ‘opgelopen’, omdat ze juist beter konden werken. Geen reistijd meer, niet meer wachten op anderen, geen hinder van pratende en afleidende medeleerlingen en de lesstof op je eigen, hogere tempo kunnen opnemen. Dit gaat op voor veel (hoog)begaafden die zichzelf goed kunnen sturen en gedisciplineerd kunnen werken.
Leraren en ook ouders menen soms dat leerlingen de stof eerst door hen behandeld moeten krijgen, dat er een mondelinge uitleg en hulp bij verwerking moet zijn om succes te hebben. Dat mag waar zijn voor een grote groep leerlingen, maar gaat niet voor iedereen op. Ik hoop dat dit een les is die uit deze corona-crisis is geleerd en dat leerlingen makkelijker en meer ruimte krijgen om het onderwijs op hun eigen manier tot zich te nemen!
En het sociale aspect? Moeten leerlingen elkaar fysiek ontmoeten om hun sociale vaardigheden te ontwikkelen? Ja, dat denk ik wel. School kan daarin prima een rol spelen. Maar dat hoeft niet vijf dagen per week, 6 uur per dag. Het kan ook op een sport- of hobbyclub. Maatwerk is geboden!
Evelien Hoogendoorn is onderwijskundige en heeft ervaring in het PO met hoogbegaafde leerlingen en in het begeleiden van leerkrachten in het onderwijs aan hoogbegaafden. Ze heeft een coaching- en adviesbureau voor hoogbegaafde kinderen en jongeren en hun ouders: www.praktijkatalante.nl. Evelien is opleider bij een rekeninstituut en heeft als auteur meegewerkt aan een rekenmethode.
Bijgaand artikel is verschenen in de NRC van 27 juni jl.
Geef een reactie