Door Casper Hulshof
Aflevering 1: ‘Waar je wieg staat’
De eerste aflevering van Klassen is koud anderhalve minuut onderweg, of de toon is al driemaal gezet. Het is zomer 2019, en het nieuwe schooljaar staat op het punt van beginnen. De voice-over stelt omineus dat er nu nog sprake is van stilte voor de storm, maar ‘dit schooljaar worden de kaarten geschud’ voor alle kinderen van elf, ’tien soms nog’. Bij de introductie van de tienjarige Anyssa horen we dat zij op dit moment het schooladvies havo heeft, begeleid door het geluid van vallende dobbelstenen. De verdere introductie wordt vergezeld van Danny Vera’s lied Rollercoaster: Here we go / On this roller coaster life we know / With those crazy highs and real deep lows / I really don’t know why. Kaarten, dobbelstenen, toeval. Je moet het maar net treffen in het leven willen de documentairemakers waarschijnlijk zeggen. Dat is ook de rode draad die door de aflevering loopt.
De documentaireserie draait om scholen in Amsterdam-Noord, een ‘stad naast de stad’ waar zo’n 100000 mensen van allerlei pluimage wonen. In deze eerste aflevering maken we kennis met drie scholen: de basisscholen De Vier Windstreken en het Vogelnest, en vmbo Hogelant. Het draait om een aantal leerlingen van deze scholen, maar tegelijk kijken we ook mee met leerkrachten, schooldirecteuren, bestuurders en wethouder Marjolein Moorman.
Het uitgangspunt is dat sommige kinderen het schooljaar met een achterstand beginnen. Maar, stelt de voice-over vast, gelukkig zijn er bevlogen leerkrachten, schoolleiders en mentoren die dag in, dag uit voor ze strijden. Het probleem waar wethouder Moorman in elk shot waarin ze in beeld komt op wijst is dat de kinderen niet genoeg tijd krijgen om zich te bewijzen (‘ongelijkheid is een keuze’). Na groep 8 ligt de toekomst vast. Zij is ‘een vrouw met een missie’, die pleit voor latere selectie met als belangrijkste argument dat dat in Estland ook gebeurt. De grote boosdoener is het schooladvies door de leerkracht, dat in een gesprek aan de zogenaamde kansentafel ‘een gif in de samenleving dat hele grote verschillen maakt’ wordt genoemd. Leerkrachten lijken huiverig te zijn om een te hoog advies te geven als ze twijfelen aan de thuissituatie van een kind. Het ‘hoger’ en ‘lager’-jargon begrijpt iedereen als het om onderwijs gaat, maar je kunt je wel afvragen of het terecht is om schooltypen zo aan te duiden. Toch wijst ook de Staat van het Onderwijs, het jaarlijkse rapport van de Onderwijsinspectie, erop dat onderadvisering ‘eerder regel is dan uitzondering’. Aan de kansentafel wordt een alternatief geopperd: eigenlijk zou het kind zonder stimulerende thuisomgeving dat zich door hard werken omhoog weet te knokken daarvoor juist beloond moeten worden. De kansentafel lijkt zich daarmee ver van de praktijk te bevinden. Over het typische gepraat door bestuurders aan ronde tafels over de hoofden van bepaalde bevolkingsgroepen heen kun je kritiek hebben. Op Twitter werd dit bekritiseerd als ‘het witte en klassistische perspectief’. Onderwijsbestuurder Mirjam Leinders zou dit waarschijnlijk bestrijden. Zij wil ook liever niet de termen ‘witte’ en ‘zwarte’ scholen gebruiken, want “Het zit niet in kleur, het zit in opleidingsniveau.” In hoeverre deze alternatieve benaming het probleem van onder andere de witte vlucht zou oplossen is mij ontgaan.
Intussen volgen we de kinderen. Anyssa en Yunuscan zitten op De Vier Windstreken. Anyssa woont bij haar grootouders, geld is er nauwelijks. Gelukkig kan haar verjaardag wel groots gevierd worden, al valt die enigszins in het water omdat haar broer hetzelfde weekend wordt neergestoken. We zien een gymles die van alle tijden is, hoewel ik chaostrefbal nog niet kende. Toch straalt Anyssa vreugde en optimisme uit. School is voor haar ‘een warm bad’. Haar juf ziet evenwel een zorgelijke en snel verslechterende situatie opdoemen. Zorgen van een heel andere orde zijn er voor de dertienjarige Gianny, die naar de tweede van Hogelant gaat. Hij heeft geen idee waarom hij naar het vmbo moest ondanks zijn hoge Citoscore. Zijn beste verklaring ervoor is dat hij door de juf gestraft is. Hij beschouwt de school letterlijk en figuurlijk als een gevangenis, en komt met de regelmaat van de klok te laat (‘er begint weer een jaar vol zoekacties’). Meester Thijs doet zijn best (‘Je bent de slimste van de klas met het slechtste rapport’), maar het is duidelijk dat Gianny zich stierlijk verveelt in de schoolbanken. Voor Gianny lijkt het schooladvies de oorzaak van de problemen. Het is jammer dat we (nog?) niet te weten komen wat daarvoor de reden is geweest. Nu is het gemakkelijk om dat advies als het verliezende lot uit de loterij te zien, maar er kan meer aan de hand zijn. Waarschuwingen aan zijn adres lijken in ieder geval niet echt te landen bij Gianny.
Nee, dan Yunuscan. Die gaat als een speer op De Vier Windstreken. Na een eerder vmbo-advies is hij keihard aan de slag gegaan want ‘er staat veel op het spel dit jaar’. Juf Astrid laat op het digibord zien dat het werkt, want overal zijn stijgende lijnen te zien. Alle seinen gaan van rood naar groen. Maar, voegt zij er enigszins raadselachtig aan toe, ‘een havo-kind schudt het wat meer uit zijn mouw’. Bij Yunuscan thuis wordt nauwelijks Nederlands gesproken, hij staat er wat dat betreft alleen voor. Zodra iedereen weg is ‘kan voor hem het feest beginnen’, en gaat hij aan zijn woordenschat werken. Dat doet hij ook elke dag van 9 tot 10 uur ’s avonds, als andere tienjarigen al in bed liggen. Het hoogtepunt van deze aflevering is het adviesgesprek dat Yunuscan en zijn ouders op school met juf Astrid voeren. Yunuscan hoopt vurig dat zijn harde werken vruchten heeft afgeworpen. Dat valt tegen. De juf neigt naar een havoadvies, maar wil daar eerst nog mee wachten. Je kunt je afvragen waarop. De toelichting is: ‘voor havo willen we dat het nog ietsjes groener wordt’. Oftewel, gewoon groen is voor Yunuscan nog niet goed genoeg, de lijntjes moeten donkergroen zijn. Als kijker blijven we achter met de vraag of de lat voor Yunuscan wel even hoog wordt gelegd als bij anderen. Deze jongen moet zich eerst bewijzen, maar moet daarna ook continu doorgaan zich te bewijzen. Eenzelfde conclusie trekt ook een groepje vwo-leerlingen van het Hyperioncollege in een gesprek met Marjolein Moorman. Voor hen voelt het eruit moeten slepen van het vwo-advies (‘Ik weet dat je vwo aankan maar ik geef het je nog niet!’) haast traumatisch. In hun geval bracht een hoge Citoscore uitkomst – had Gianny maar op die school gezeten denk je dan. Er wordt hier echter nog een ander, nog niet eerder genoemd probleem aangestipt: het niveau van begrijpend lezen. Leesvaardigheid komt terug in elk schoolvak. Een achterstand op het gebied van begrijpend lezen kan dus desastreus zijn voor verdere (school)ontwikkeling. De olifant in de kamer hier is (gebrek aan) goed onderwijs. De mogelijkheid dat dat wel eens een bepalende factor zou kunnen zijn wordt niet genoemd. Oud-leerkracht Jeanet Meijs twitterde nog tijdens de aflevering: ‘Het grootste probleem is natuurlijk niet het verschil tussen arm en rijk, maar de kwaliteit van de leerkrachten lijkt me het grootste probleem.’
We zien enige evidentie daarvoor bij de laatste leerling die in deze aflevering gevolgd wordt, de elfjarige Esma die op Het Vogelnest zit. De school heeft een nieuwe directeur die orde op zaken moet stellen, want ‘het onderwijs is gewoon heel slecht geweest.’ De school wordt ‘Mirjams zorgenkindje’ genoemd, en we zien hoe de bestuurder de directeur de les leest als het gaat om het ingezette verbetertraject. Het moet sneller, en de ambities moeten flink omhoog: het basisniveau behalen is niet goed genoeg. De nieuwe juf Sandy mag daar intussen met groep 8 aan werken. We zien hoe het kofschip wordt uitgelegd op een op zijn minst bijzonder te noemen wijze. Ik begreep haar uitleg niet (‘een vis wordt een fiets in de verleden tijd’) en de kinderen lijken er ook weinig van mee te pikken. Een gesprek tussen de juf, directeur en leerlingbegeleider over Esma loopt uit op een conflict. Volgens de leerlingbegeleider kan Esma veel beter maar volgens de juf loopt zij achter, zelfs zo achter dat zij met de andere leerlingen is verdergegaan. In zekere zin wordt Esma aan haar lot overgelaten. Het lot, zeg ik? Komen we toch weer uit bij de dobbelstenen.
Deze eerste aflevering van Klassen kabbelde bij tijd en wijle voort. Documentairemakers Ester Gould en Sarah Sylbing pakken het rustig aan. Nog twee afleveringen zullen volgen. De eerste trok 838.000 kijkers (de twaalfde plek in de kijkcijfer top 25) naar NPO1, en dat is een heel mooi aantal. Het is even afwachten of de kijkers blijven hangen voor de komende afleveringen (‘Verwachtingen’, en ‘Easy money’). Zelf kan ik niet wachten om te zien wat het lot zal zijn van deze en andere kinderen.
Casper Hulshof is redacteur van KomenskyPost
Chris
Boeiende docu. Voor mij zit het verschil in de keuze tussen chaostrefbal ( chaosdoelenspel) of basketbal 3 tegen 3. Tussen leerstof dat past bij de huidige beweegmogelijkheden van het kind of voorbereiden op de traditionele sport. Zo is het ook voor taalonderwijs, het aanpassen van onze taal of het kofschip?
Zie de kids die de onzinnige woorden uit de taalmethode niet snappen. Wanneer durven we de oude taal aan te passen aan de gemixte nieuwe taal die kinderen wel begrijpen?
Leve de leerkracht die het meisje eerst naar vmbo stuurde, leve de vmbo en vo docent die dit meisje hielp door stromen naar vwo. Ik denk als dit meisje direct naar vwo was gestuurd, dat haar tranen haar vertrouwen hadden geblokkeerd.
P. Jansen
Mijn referentie kader voor mijn eigen lagere school ligt in Montessori onderwijs door uitstekende leerkrachten (was toen nog een vak met aanzien) in klassen van maximaal 25 leerlingen met dezelfde culturele achtergrond.
Het is iedere keer weer onthutsend om te zien hoe de leerkrachten van nu het volhouden (velen niet trouwens) in zeer heterogene klassen van 30 of meer leerlingen. Zolang wij in Nederland niet de omstandigheden scheppen voor de leerkrachten om hun werk goed te doen door kleinere klassen te maken zodat ze wél de tijd hebben om leerlingen naar een optimaal resultaat te brengen (iets wat iedere leerkracht wil), zolang is al het andere kansloos lapwerk. We denken toch niet dat het uitstellen van de keuze voor middelbaar onderwijs iets oplost? Worden de huishoudelijke omstandigheden daardoor beter? Komt er dan een toverjuf langs die achterstanden weg kan werken? Ook in het VO zijn de klassen te groot en de middelen beperkt voor de overbelaste docenten.
Carola
Ben het helemaal met p. Jansen eens. Voorwaarde voor goed onderwijs zijn behapbare klassen. Zeker gezien alle verschillende problematieken en culture. Dit is alleen maar diverser geworden maar wordt nooit meegenomen in de overdenking waarom zo veel kinderen achterstanden hebben, uitvallen of schoolverlater worden. Kleinere klassen zullen minimaal de helft minder problemen opleveren. Nu een investering maar op lange termijn zal het de staat (andere potjes zoals Zorg, uitkeringen e.d.) veel meer opleveren. Begrijp niet waarom dit niet gezien wordt.