Lerarentekort

Waarom het lerarentekort het topje van de ijsberg is

Door Marjolein Zwik

Het lerarentekort in het basisonderwijs is groter dan van buitenaf zichtbaar is: het is een topje van een ijsberg. Er zijn gevolgen die niet direct duidelijk zijn, maar wel merkbaar en voelbaar in de dagelijkse praktijk. En dat in een beroepsgroep die nu al kampioen burn-out is.

Al jaren neemt men een toevlucht tot lapmiddelen om kinderen toch maar vooral binnen het schoolgebouw op enige wijze ‘les’ te geven: klassen worden verdeeld of on(der)bevoegden staan voor de klas. Van die laatste maatregel zijn vele varianten bekend, maar geen enkele is een echt goede oplossing. Desondanks zijn ouders vaak al blij dat hun kinderen naar school kunnen en dat er mogelijk nog iets geleerd wordt. Maar de beroepsgroep weet dat het vaak niet meer dan opvang is.

De school weet dat er nóg iets fundamenteels schort, ook als er wel een invaller gevonden wordt: continuïteit. Als een klas gedurende het schooljaar meerdere weken met verschillende invallers te maken krijgt, kun je de leerlijnen nog zo goed hebben vastgesteld, kun je goede methodes hebben en de processen in de school goed hebben vast gelegd met kwaliteitskaarten, het trekt desondanks een wissel op de klas en de collega’s die er uiteindelijk voor verantwoordelijkheid zijn.

Op schoolniveau gebeurt jaarlijks hetzelfde. Door het lerarentekort hebben mensen in het onderwijs een keuze uit banen. Werkte je eerst op een school wat verder uit de buurt, nu kun je makkelijk een school kiezen met comfortabelere woon-werkafstand. En dat is nog maar één reden om van school te veranderen. Is de formatie in mei rond, in juni is deze al weer geschiedenis. Dit gebrek aan continuïteit in een team is vervolgens weer een reden voor collega’s om ook maar eens van school te veranderen. En als er dan weer één schaap over de dam is…

Scholen hebben door het lerarentekort steeds meer te maken met veeleisende nieuwe collega’s: hoge salarisschalen die niet passen bij de leservaring of andere werktijden die niet per se passen bij de schooltijden van de school. Daar wordt door de school weer een mouw aangepast om toch maar vooral de formatie rond te krijgen, maar het teamgevoel en de continuïteit komen wel verder onder druk te staan. Veranderen van school lijkt te lonen, zoals het ook loont om voor een uitzendbureau te werken. Leraren die voor uitzendbureaus werken dragen niet bij aan de continuïteit, omdat ze veelal alleen maar lesgeven en niet verder betrokken zijn bij de school en bovendien maar een bepaalde tijd het team ‘versterken’. Overigens lijkt het me goed om te onderzoeken waarom leraren wel voor een uitzendbureau willen werken, maar niet vast in een formatie. Blijkbaar willen ze wel lesgeven. Is het een gebrek aan vaste contracten, zijn de arbeidsvoorwaarden beter bij het uitzendbureau, is de werkdruk minder…? 

Samen bouwen aan goed onderwijs is mooi werk, maar geen sinecure. Een groot verloop in een schoolteam, kan er daarom aardig inhakken bij de blijvende collega’s. Er moet immers elk jaar weer ‘opnieuw’ gestart worden met een nieuw team. Nieuwe collega’s worden ingewerkt en ondersteund, afspraken en routines worden opnieuw gedeeld, scholingen worden herhaald. Ondertussen gaan de schoolontwikkelingen door: een nieuwe methode wordt ingevoerd en geïmplementeerd, stappen in andere vakgebieden worden gezet, stagiaires worden opgeleid. Mogelijk is zelfs een vaste en goede schoolleider afwezig, want ook daar is een tekort en is verloop niet vreemd. Misschien wordt er ook nog nieuwbouw gerealiseerd en een verhuizing voorbereid. Lijkt dit allemaal wat ver gezocht, ik spreek uit ervaring. Veel taken komen neer op de blijvende collega’s. Een beetje meer continuïteit zou de werkdruk al verminderen en de kwaliteit ten goede komen. Deze continuïteit is maar op één manier te bereiken: de vicieuze cirkel van vertrekkende collega’s doorbreken en zorgen dat je de huidige collega’s behoudt. Je kunt nieuwe collega’s werven, maar als je aan de voorkant wint wat je aan de achterkant verliest, is het dweilen met de kraan open. Deze maanden van het jaar zijn met name spannend: komt de formatie rond, oftewel start elke klas volgend schooljaar met een vaste (bevoegde) leerkracht? Als de formatie op miraculeuze wijze toch weer rond komt, en dat is voor veel scholen inmiddels een utopie, is het op dat moment alweer spannend of dat een maand later nog steeds zo is. Vol goede moed en met veel enthousiasme begint elke schoolteam in augustus weer aan een nieuw schooljaar, maar dit gebrek aan continuïteit gaat eens ten koste van het werkplezier en de kwaliteit van onderwijs. En als ik om me heen kijk, maak ik me daar stilletjes zorgen om.

Dit artikel is op 2 juli 2022 gepubliceerd op Blogcollectief Onderzoek Onderwijs

Marjolein Zwik

In 2000 rondde zij de PABO af en zij werkt sinds die tijd in het regulier basisonderwijs in de regio Zuid-Holland midden. Meestal geeft zij les aan groep 7 of 8.
In 2011 heeft zij “cum laude” haar Master SEN behaald aan het Seminarium voor Orthopedagogiek.

meer info

Geef een reactie

− 2 = 7

Translate »