Beleid, Coding, Computational thinking, Curriculum.nu, Eindexamen, ICT, PO, Programmeren, Toetsen, VO

Eindexamenfeestje voor het nieuwe informatica-curriculum

Jos Tolboom luidt de bel voor het nieuwe eindexamen informatica.

Het mocht gevierd worden. Na enkele jaren noeste arbeid is het uitgebreide, nieuwe curriculum voor het eindexamenvak informatica begin dit schooljaar formeel ingevoerd; genoeg reden voor een feestje. Erik Barendsen (voorzitter en hoogleraar Radboud Universiteit en Open Universiteit), Jos Tolboom (SLO) en Ramon Moorlag (voorzitter I&I) hieven in aanwezigheid van Alida Oppers, directeur-generaal PO en VO van OCW, het glas.

In 1998 werd het eindexamenvak Informatica als optioneel keuzevak voor de bovenbouw havo/vwo ingevoerd. Het vak kreeg daarmee een officiële status, maar ook toen geen plek in het Centraal Schriftelijk Examen. Het examen was en bleef een schoolexamen met een grote vrijheid bij het invullen van het programma.
Met veel enthousiasme werd op een aantal scholen begonnen. In de loop der jaren liep het aantal betrokken scholen echter terug. Het toenemende tekort aan gekwalificeerde docenten en het afnemend aantal leerlingen dat koos voor het vak zorgde voor kleine, dus kostbare, klassen. In Amsterdam-Zuid leidde dat er bijvoorbeeld toe dat een aantal scholen hun informaticaklassen samenvoegde en combineerde. In 2007 werden de eindtermen en exameneisen wat opgeschud. Van de 53 eindtermen bleven er 18 meer globale eindtermen over. Een belangrijke rol  speelde een in 2012 verschenen rapport van de Koninklijke Academie van Wetenschappen (KNAW). Men stelde vast dat de vakken informatiekunde en informatica slechts een marginale rol spelen in het havo en vwo.  Daarbij schoot het vak ook inhoudelijk tekort. Er moest iets gebeuren. Men ging onder regie van de SLO aan de slag. Er werd een groep samengesteld en Natasja Grgurina (lerares en onderzoeker Radboud) en Jos Tolboom vormden een groep met een aantal docenten onder voorzitterschap van de hoogleraar Erik Barendsen.

Ramon Moorlag en Jos Tolboom

Ramon Moorlag en Jos Tolboom

De groep ontwikkelde een nieuw informatica curriculum, geschikt voor een brede doelgroep, met voldoende differentiatiemogelijkheden voor de vier examenprofielen. Het aantal verplichte eindtermen dat voor ieder profiel geldt blijft beperkt. Het vak is nog steeds onderdeel van het schoolexamen. D66 kamerlid Paul van Meenen stelde tijdens een forumgesprek enkele jaren geleden dat, wil het vak echt een serieuze status krijgen, het deel zou moeten uitmaken van het CSE. Argument om dit niet te doen is dat het nu beter aansluit bij de ontwikkelingen op de verschillende scholen. Het examenprogramma maakt in het kernprogramma een onderscheid tussen domeinvaardigheden en inhoudelijke kennisdomeinen. Het onderscheid is niet altijd even duidelijk. Wat wordt bedoeld met informatica als perspectief bij de domeinvaardigheden? Terecht werd opgemerkt dat van de educatieve uitgevers weinig valt te verachten. De informaticamarkt is veel te klein en verbrokkeld. Het lesmateriaal wordt daarom direct ontwikkeld door teams die bestaan uit onderzoekers, vakdidactici en informaticadocenten. De educatieve uitgevers organiseren merkwaardigerwijs wel de gebruikersdagen, iets dat ze normaliter alleen voor hun eigen methodegebruikers doen. Wellicht gaat hier nog iets verrassends gebeuren. Voor het eerste jaar is men al klaar met het lesmateriaal.

Er blijven nog wat vragen over. De kwaliteitsbewaking bestaat vooral uit het opsturen van PTA-formulieren (Plan van toetsing en afsluiting) met daarin inhoudelijke zaken die de onderwijsinspectie zal controleren. Maar dit zal niet meer dan een administratieve toetsing zijn, verwacht men. Het grote probleem zal vooral zijn om aan voldoende gekwalificeerde docenten te komen, alle bestaande inspanningen ten spijt. Daar komt nog bij dat het bedrijfsleven ook aan ervaren en geschoolde informatica trekt. Wat dat betreft heeft men nog bijzonder weinig van het verleden geleerd. Hoe het ook zij, er ligt een doordacht pakket van eindtermen en curriculumvoorstellen. Maar een succesvolle topclub bestaat bij de gratie van een goede jeugdopleiding en veel geld. Dat helpt. Daar ligt voor Nederland de uitdaging. Op dit moment maakt slechts circa 5% van de havo/vwo leerlingen kennis  met informatica en computationeel denken*.  We hebben geen jeugdopleidingen en als het om coding gaat.

Alida Oppers en Jos Tolboom

Alida Oppers en Jos Tolboom

Inhoudelijk staat informatica als eindexamenvak in de bovenbouw havo/vwo nu als een huis.
Maar hoe zit het de doorgaande lijn vanaf de onderbouw basisschool? In de definitieve voorstellen van curriculum.nu – die in oktober formeel bekend worden gemaakt – valt computationeel denken en algoritmiseren niet meer onder de digitale geletterdheid, maar wordt een en ander verweven in alle onderdelen. We weten vanuit de mislukte invoering van het vak informatiekunde in de jaren ’90 dat daar weinig van terecht dreigt te komen. Het kan dus jaren duren voor er in Nederland structureel in het initiële onderwijs iets aan informatica wordt gedaan zodat alle leerlingen met belangrijke onderdelen als computationeel denken en programmeren in aanraking komen..

Mevrouw Oppers (OCW) stelde optimistisch dat dit niet erg was en dat uit onderzoek blijkt dat het in andere landen ook jaren duurde. Dat is niet helemaal juist. Landen als Engeland, Ierland, Frankrijk, Denemarken en de Baltische staten hebben de zaken voortvarend aangepakt. Daar werd al na twee jaar voorbereiding begonnen in de onderbouw van het primair en voortgezet onderwijs. Zie hierover een artikel (maart 2019) van ons hierover. Als curricum.nu een package deal blijkt, dan gaat het nog jaren duren, dan is het ook voor informatica alles of niets. En zo dreigt ons land verder naar de Europese infomatica achterhoede te verdwijnen.

* Bij computationeel denken gaat erom dat men een probleem zodanig kan oplossen en herformuleren dat een computer dat snel (d.m.v. een algoritme) kan oplossen. Bijvoorbeeld: sorteer deze groep willekeurige getallen in opklimmende volgorde. Dit kan ook zonder computer worden geïllustreerd. zie https://classic.csunplugged.org/sorting-networks/

Jan Lepeltak

foto’s: Frans Peeters

  1. Reactie door auteur

    admin

    Dank voor de ractie. Mijn interpretatie m.b.t. computational thinking is gebaseerd op de presentatie/toelichting bij de hand-out van de curriculum.nu voorstellen. Daaruit begreep ik dat computationeel denken ‘as such’ niet meer genoemd zou worden en dus geen expliciete plek krijgt. Ik hoop dat dat een misverstand is en ik zie uit naar de officiële presentatie in oktober.

  2. Hans de Vries

    Wat een mooie impressie van het feestje voor het van start gaan van het nieuwe examenprogramma informatica.
    Helaas, staat er in dit mooie verslag een onvolkomenheid ten aanzien van de voorstellen van het ontwikkelteam Digitale geletterdheid voor het funderend onderwijs heeft gemaakt. Er staat: ” In de definitieve voorstellen van curriculum.nu – die in oktober formeel bekend worden gemaakt – valt computationeel denken en algoritmiseren niet meer onder de digitale geletterdheid, maar wordt een en ander verweven in alle onderdelen.”
    Computationeel denken en algoritmiseren vallen in de voorstellen wel degelijk onder Digitale geletterdheid. Het ontwikkelteam is er zeker voor dat delen van Digitale geletterdheid een plek krijgen in andere leergebieden en vakken, maar ook pleit het ontwikkelteam ervoor dat specifieke kennis en vaardigheden onderwezen worden gespecialiseerde leraren. Computational thinking, algoritmiseren en programmeren vallen wel degelijk onder die specifieke kennis en vaardigheden. Ook is het ontwikkelteam voor een stevige verankering van Digitale geletterdheid in het curriculum. Alle leden van het ontwikkelteam zijn zich ervan bewust, dat de ervaringen met Informatiekunde niet positief waren. Van de fouten die toen gemaakt zijn, kunnen en moeten we leren.

Geef een reactie

− 5 = 4

Translate »