Technologie oké, maar dan met mate in de les.
Larry Cuban beschrijft in zijn blog een artikel van Daniel W. Drezner. Komenskypost geeft een samenvatting. Drezner[i] is inmiddels 20 jaar docent en aanvankelijk omarmde hij de technologische ontwikkelingen in zijn klaslokaal. In zijn artikel ‘Confessions of a luddite professor’ dat in april in The Washington Post verscheen, benoemt hij twee opvattingen over de productiviteit van technologische ontwikkelingen. Zo stelt de econoom Robert Gordon dat de Amerikaanse economische groei niet meer is wat het geweest is en dat dat zal de komende 25 jaar niet anders zijn. De oorzaak ligt volgens hem in de talloze tegenslagen onder andere door het falen van nieuwe technologieën om een krachtige economische groei te bewerkstelligen zoals destijds de Tweede Industriële Revolutie. Deze stelling roept veel discussie op. Economen voeren een verhit debat of de waarneembare vernieuwingen in de informatiesector daadwerkelijk leiden tot meer productiviteit, wat niet blijkt uit de huidige statistieken. De verkregen gegevens suggereren een ernstige vertraging van de productiviteit in het afgelopen decennium. Daarentegen beweert Hal Varian, chef-econoom van Google, dat er een gebrek aan waardering is voor wat er gebeurt in Silicon Valley, omdat we geen goede manier hebben om het te meten.
Drezner is kritisch of technologische innovaties belangrijke productiviteitswinst kunnen opleveren.
All that talk about Moocs and flipped classrooms and the like will make a difference in productivity, yes?
Als een optimist heeft hij zich lange tijd verzet tegen het argument van Gordon, maar hij begint te vermoeden dat Gordon gelijk heeft en Silicon Valley het bij het verkeerde eind heeft.
Gedurende zijn docentschap heeft de IT-revolutie Drezners dagelijkse bezigheden fundamenteel veranderd. Als voorbeelden noemt hij onder andere de toegang tot informatie voor zijn lessen, de mogelijkheid om audiovisuele methoden te gebruiken om een video of audio naar zijn studenten te sturen of als gastdocent te skypen. En toch, de afgelopen tien jaar is hij meegegaan in een richting die verzet toont.
“Aantekeningen met de hand maken is beter”
Na een laisser-fairebeleid op laptops in zijn klaslokalen tijdens het eerste decennium van zijn lespraktijk, heeft hij vrij veel verboden. Onderzoek had aangetoond dat het maken van notities met de hand vele malen beter is voor het leren dan het maken van notities op een computer. De student neemt letterlijk over wat er staat zonder na te denken welke informatie belangrijk is om te noteren. Daartegenover vraagt het schrijven met de hand wel om reflectie. Drezner ging er vanuit dat het een keuze was van de student. Het omslagpunt voor hem was onderzoek waaruit blijkt dat geopende schermen in een klaslokaal studenten afleiden. Dus besloot hij om ze te elimineren uit zijn klas. Het effect was direct zichtbaar – zijn studenten waren meer bezig met de stof.
Zijn lezingen zijn vrij low-tech. Video’s gebruikt hij alleen aan het begin van een college. Volgens Drezner nodigt het dimmen van de verlichting de student uit om minder activiteit te tonen. Ook powerpoint gebruikt hij niet voor aantekeningen, want dat nodigt de student slechts uit om de punten in de dia te transcriberen zonder erover na te denken.
Drezner betwijfelt of bijvoorbeeld het skypen als gastdocent de kwaliteit van een college bevordert, omdat de fysieke afstand niet geschikt is voor interactie zoals deze plaats vindt wanneer docent en studenten in dezelfde ruimte zijn.
Hij noemt éen grote verbetering en dat is het whiteboard in plaats van het krijtbord. Het argument hiervoor ontbreekt in zijn artikel.
https://larrycuban.wordpress.com/2016/06/07/confessions-of-a-luddite-professor-daniel-drezner/
[i] Daniel W. Drezner is docent internationale politiek aan de ‘Fletcher School of Law and Diplomacy’ aan de Tufts University.
Door Ankie Cuijpers
Geef een reactie