Door Judith Porcelijn
Irene belt me. ’s Avonds laat. Als ik opneem hoor ik alleen snikken aan de andere kant. Het is dat ik iedereen meteen opsla als contactpersoon, anders had ik -onbekend nummer- waarschijnlijk niet opgenomen. Ik neem op, laat Irene uitsnikken en vertellen wat er aan de hand is.
Irene zit sinds een week na de zomervakantie ziek thuis, overspannen. Haar directeur had haar vanmiddag gebeld met de vraag wanneer ze weer aan de slag dacht te kunnen. Ze hadden namelijk nog steeds geen invaller voor haar groep gevonden…
De directeur had gezegd: ‘Wanneer denk je je verantwoordelijkheid weer te kunnen nemen?’
Irene kon geen antwoord geven. Ze zat met haar mond vol tanden.
Sinds de eeuwwisseling is het gewoonte om je verantwoordelijkheid te nemen, proactief te zijn en in te spelen op ‘wat nodig is’. Ik weet niet of dit iets te maken heeft met de huidige cultuur van vrije-marktdenken, maar ik vermoed van wel. En ook in het onderwijs lijkt het erin geslopen.
Irene vroeg afgelopen september om een gesprek met haar directeur. Ze had in de vakantie nagedacht over het voorgaande jaar: haar tweede jaar als leerkracht van combinatiegroep 3-4-5. Ze had op haar tandvlees de zomer gehaald en wilde voor het komende jaar duidelijk haar grens aangeven.
Maar de directeur vroeg niet naar de grenzen van Irene. Ze vertelde Irene over haar net afgeronde schoolleidersopleiding. Ze had daar zóveel geleerd. ’Het is belangrijk om de leraren op je school de regie te geven over hun eigen klas en hun eigen leven.’ Ze zei tegen Irene: ‘Ik gun jou dat ook. Maar dat betekent wel dat je zelf de verantwoordelijkheid moet némen.’
Irene is nog steeds boos over die woorden van de directeur. ‘Ik was er toen echt klaar mee, met die verantwoordelijkheid. Drie keer per week is er op school een overleg, waar dan een actielijst van gemaakt wordt. En al die acties komen dan op onze to-do-lijst terecht. Ik weet niet hoe andere leraren dat doen, maar ik kon niet nog meer erbij hebben. Ik zat al tot na zessen op school, omdat ik nooit werk mee naar huis neem. En ik werk heel efficiënt.’
Irene had willen vertellen dat er een grens is aan de hoeveelheid werk die zij aankan. Ze had willen vertellen dat verantwoordelijkheid nemen leuk is, maar dat ze dan ook graag wil horen HOE ze al die taken moet uitvoeren in de beschikbare tijd. Maar er werd niet naar haar geluisterd.
En ik vraag me af: is dat wat besturen ook doen? Plannen bedenken en de uitvoering ervan pro-actief op het bordje schuiven van de schoolleiders? Die vervolgens hun verantwoordelijkheid moeten nemen? En dat die schoolleiders die verantwoordelijkheid weer doorschuiven naar de leraren?
Het gevolg kan zijn dat een leraar overspannen thuis komt te zitten en allergische reacties krijgt van het het woord verantwoordelijkheid. Gelukkig krijgt een bestuur, of liever: hun HR-manager, die verantwoordelijkheid weer terug, want die moet ervoor zorgen dat de leraar snel weer aan het werk kan. En die taak wordt weer doorgeschoven naar de schoolleider. Een vicieuze cirkel. Leraren zoals Irene hebben niks tegen verantwoordelijkheid of pro-actief handelen, maar ze moeten wel weten hoe ze dingen moeten aanpakken. En als ze aangeven dat er teveel taken zijn voor te weinig tijd, moeten schoolleiders hun verantwoordelijkheid nemen en kijken of hun handelen niet iets te pro-actief is. Ze zouden moeten bedenken of het niet zo is dat zij hún verantwoordelijkheid afschuiven. Willen ze niet teveel? Wordt het niet eens tijd om de tijd te nemen? Dat klinkt misschien minder pro-actief, maar het lijkt mij beter voor leraren én leerlingen.
Mohammed
Beetje gemiep. Met deze instelling wordt nooit de statuur verkregen die men in het onderwijs wel wil maar niet kan waarmaken.
Paul Jansen
Het zoveelste voorbeeld van de verziekte inrichting van ons onderwijs in NL. Boven de leerkracht liggen dichte kleilagen van schooldirectie, functionarissen, besturen, bonden en allerlei vage clubs die meer geld en tijd opslokken dan de leerkrachten die in de klas staan. Tien stuurlieden en kapiteins per matroos. Toch geen wonder dat het schip op de klippen vaart?