Afstandsonderwijs, Covid-19, Onderzoek, PO, Vlaanderen, Welbevinden

Vlaams onderzoek laat zien dat impact van Corona bij lagere schoolkinderen groot was

14% had tijdens lockdown niet elke dag voldoende te eten

Kinderen in Vlaanderen na Corona-minder tevreden met hun leven en minder vertrouwen in de toekomst 

Zo’n 15 landen waaronder Belgie (Vlaanderen) – Nederland ontbrak – onderzochten het afgelopen jaar de effecten van corona op het welbevinden van leerlingen van de basisschool. Aan dit grote onderzoek deden in Vlaanderen 50 scholen mee waarbij bijna 2500 leerlingen in de leeftijd van 10 tot 12 jaar werden bevraagd. De uitkomsten werden vergeleken met die van een onderzoek van voor corona. Pedro de Bruijckere zat voor Vlaanderen in de stuurgroep van het Jeugdonderzoeksplatform. Hij schreef dit verslag met conclusies dat afgelopen maandag ook op zijn site verscheen.

Door Pedro De Bruyckere

Omdat ik in de stuurraad van het Jeugdonderzoeksplatform zit, kende ik de resultaten van dit onderzoek al een tijdje en ik werd behoorlijk stil toen ik het rapport las. Men heeft een onderzoek uit 2018 herhaald tijdens de pandemie, waardoor we een goede inkijk krijgen in de evolutie van vriendschappen, thuissituatie,… van kinderen in het basisonderwijs. Er zitten verschillende positieve noten in het rapport, maar als men de resultaten van voor Corona vergelijkt met deze van tijdens de pandemie, vallen er vooral ook minder positieve evoluties op, zeker voor een deel van de bevraagde jongeren die het vaak al niet zo makkelijk hadden.

Dit is de samenvatting van het rapport dat geschreven werd door onderzoekers van de JOP-monitor en HoGent, Jasper D’hoore, Emma Hadermann, Colinda Serie, Jessy Siongers, Filip Van Droogenbroeck, Eva Van Kelecom, Jef Vlegels:

In 2021 werd een speciale post-corona ISCWeB (International Survey of Children Wellbeing) wave georganiseerd die specifiek ingaat op de impact van COVID-19 bij jonge kinderen. In Vlaanderen hebben we hiervoor 2449 kinderen bevraagd. We hebben daarvoor de 50 scholen gecontacteerd die ook deelnamen aan een eerdere wave van de ISCWeB survey, met name de ISCWeB 2018. Dit geeft ons een unieke kijk op hoe jonge kinderen in Vlaanderen de coronacrisis hebben ervaren, en hoe verschillende aspecten van hun welbevinden en hun leefwereld zijn geëvolueerd ten opzichte van 2018.

Onze resultaten tonen in eerste instantie hoe de coronacrisis een grote invloed had op het dagdagelijkse leven van jonge kinderen. Zo geeft een grote meerderheid aan dat ze iemand kennen die besmet werd met het coronavirus (83%). Bij de helft van de respondenten was dit zelfs iemand uit de familie, bij ongeveer een kwart was er een huisgenoot besmet (23%). De meerderheid van de kinderen kon bovendien lange tijd niet naar school gaan (81%) en 23% van de kinderen geeft aan dat het niet, of slechts een beetje, ging om van thuis te leren. Corona was, hoe kan het ook anders, duidelijk aanwezig in het leven van kinderen.

De kinderen geven wel aan dat ze relatief goed geïnformeerd worden over het coronavirus. De meerderheid is voor een groot stuk of helemaal akkoord dat ze over genoeg informatie over corona beschikken (63%). Ze rekenden daarbij vooral op het nieuws (78%) of Karrewiet (67%) om geïnformeerd te worden. Daarnaast verkregen ze ook vaak informatie via familieleden (60%), op school (57%), of via sociale media (45%). Dit kan mogelijk verklaren waarom slechts een kleine minderheid van de kinderen de coronacrisis maatregelen als heel streng ervaren (17%). Dit neemt echter niet weg dat ze zich vaak zorgen maken over een mogelijke coronabesmetting van vrienden of gezinsleden. Tijdens de coronacrisis voelen kinderen zich wel goed ondersteund door de mensen waarmee ze samenwonen (82% is voor een groot stuk of helemaal akkoord), maar ook door hun vrienden (59%) en in iets mindere mate door hun juffen en meesters (50%).

De coronacrisis heeft onmiskenbaar een erg grote impact gehad op het algemene welbevinden van jonge kinderen. Ten opzichte van 2018 stellen we vast dat kinderen in 2021 over het algemeen minder tevreden zijn over hun leven en minder vertrouwen tonen in de toekomst. Ze voelen zich significant minder blij, hebben minder energie en zijn vaker verdrietig of verveeld. Ze voelen zich bovendien ook minder zelfzeker over hun gezondheid en hun uiterlijk, en we stellen vast dat ze zich vaker zorgen maken over hun materiële situatie en hun zelfstandigheid.

Dit beeld wordt bevestigd als we dieper ingaan op twee belangrijke deelaspecten van de leefwereld van jonge kinderen: zowel thuis als op school voelen kinderen zich in 2021 minder vaak gesteund en minder veilig dan in 2018. Bovendien ervaren ze significant vaker verbaal en fysiek geweld van broers en zussen, of van schoolgenoten.

Positief is wel de vaststelling dat jongeren zich vaker geholpen voelen door hun vrienden sinds de coronacrisis, en ook aangeven dat hun vrienden vaker lief tegen hen zijn. Deze positieve trend in het ervaren van vriendschapsrelaties hangt mogelijk samen met het gebruik van internet, en sociale media in het bijzonder. De meerderheid van de respondenten beschikt in 2021 over een persoonlijke smartphone (70%) en maakt regelmatig gebruik van sociale media (63%). Onze respondenten geven bovendien aan dat ze tijdens de coronacrisis vooral via internet contact onderhielden met hun vrienden. Slechts een kleine minderheid van de respondenten heeft nieuwe vrienden gemaakt tijdens de coronacrisis (14%), maar de bestaande vriendschappen zijn over het algemeen dus wel als positief en belangrijk ervaren.

Ook de vrijetijdsbesteding van kinderen is sterk geëvolueerd sinds 2018. Sinds de coronacrisis spenderen kinderen significant meer tijd aan zorgtaken en huishoudelijke hulp. Ze spelen ook vaker buiten en spenderen meer tijd aan online games. Buitenschoolse activiteiten, zoals bijvoorbeeld de muziekschool, tekenschool, etc., zijn dan weer duidelijk afgenomen, met uitzondering van sportieve activiteiten. En over het algemeen geven kinderen aan minder tevreden te zijn over hun vrijetijdsbesteding in 2021 dan in 2018.

Hoewel bijkomend onderzoek naar exacte mechanismen en hoe verschillende subgroepen de coronacrisis hebben ervaren wenselijk is, geeft dit beschrijvend rapport een eerste inzicht op hoe jonge kinderen in Vlaanderen de coronacrisis hebben ervaren. Het is duidelijk dat de corona-pandemie samenlevingen diep geraakt heeft. Kinderen werden daarbij niet gespaard. Het lijkt ons belangrijk de situatie goed te monitoren en bij beleidsmaatregelen steeds specifieke aandacht te hebben voor onze jonge, zich nog sterk ontwikkelende kinderen. Een bijzondere aandacht voor jongere in kwetsbare gezinnen lijkt daarbij aangewezen. Hoewel dit rapport primair focust op een algemene beschrijving en de focus dus automatisch uitgaat naar gemiddeldes, tonen de verschillende tabellen ook heel duidelijk een bijzonder kwetsbare groep. Zo geeft 14% van de kinderen aan tijdens de lockdown niet elke dag voldoende te eten te hebben, gaf 23% toe dat het thuis niet of slechts een beetje lukte om te studeren, vindt 18% dat hun mening thuis niet serieus wordt genomen en onderhield 6% van de 10 tot 12- jarigen geen enkel contact met zijn of haar vrienden tijdens de lockdown. 15% ging expliciet niet akkoord dat tijdens de coronacrisis de band met leden van het gezin sterker werd tussen de 5 en 10% voelde zich tijdens corona niet gesteund door vrienden, juffen en meesters en de mensen waarmee ze samenwonen.Die percentages zijn niet verwaarloosbaar en tonen duidelijke gelijkenissen met het geschatte aandeel armen in onze samenleving. In vele opzichte was de corona-crisis een grote verduidelijker. Zij maakte groepen zichtbaar die vaak buiten de schijnwerpers blijven. Als we als samenleving de ambitie hebben voor alle kinderen een goed leven te bewerkstelligen, dienen deze problematieken blijvend belicht te worden.

Dit artikel is op 1 december gepubliceerd op de Blog-site X, Y of Einstein van Pedro De Bruyckere

Geef een reactie

58 − = 57

Translate »