Judith Porcelijn
Ik houd van oude schoolgebouwen. Gebouwen die me doen denken aan de architectuur en sfeer van de Thorbecke Scholengemeenschap in Utrecht. Ik heb daar zo’n zes jaar rondgelopen en er uiteindelijk een diploma gehaald. Hoge gangen, draaiende trappen en in de gracht ernaast een woonboot waar de economiedocent verstopt zat. Misschien was hij daar heen verbannen omdat hij dikke sigaren rookte in de klas. ‘Tegen de muskieten’ was zijn verweer. Ik had geen economie. Ik ben nog uit de tijd dat je je eigen lespakket mocht samenstellen.
Het is vreemd als je 20 jaar later in de media berichten tegenkomt over jouw oude school; berichten die je niet begrijpt. Omdat het twintig jaar eerder zo anders was.
In 1976 had het Thorbecke twee locaties: Het hoofdgebouw op de Asch van Wijckkade in het centrum en er was een dependance/ noodgebouw (waar het rook zoals in mijn oude kleuterschool) in Overvecht. Als ik het me goed herinner zaten daar alleen een aantal eerste en tweede klassen. Het was de bedoeling dat ik daar ook naar de brugklas zou gaan, omdat de afstand tot het dorp waar ik woonde een stuk kleiner was dan naar het centrum. Maar het liep anders. Er was iets misgegaan met mijn aanmelding (alles ging toen nog per post) waardoor ik de introductiemiddag had gemist. Ik moest mij persoonlijk vervoegen op het hoofdgebouw om me aan te melden.
Ik weet nog goed hoe ik me voelde toen ik voor het eerst, in 1976, het hoofdgebouw binnenstapte. Klein en onzeker, maar ik wist één ding zeker: voor mij geen dependance, ik wilde naar dìt gebouw. De sfeer en de ruimtelijkheid spraken me aan. Dan maar verder fietsen.
De meneer (leraar?) die mij ontving deelde mede dat er nieuwbouw zou komen op de plaats van de dependance. Er zou een MAVO aan toegevoegd worden (er was alleen HAVO/ VWO) en de school zou groot en modern worden. Het zou nog maar twee jaar duren en hij kon niet wachten… en ik hoopte dat het véél meer dan twee jaar zou duren. Ik kreeg gelijk. De nieuwbouw was pas klaar toen ik zelf voor de klas stond.
Het trieste is dat met de verhuizing van de school naar Overvecht ook de ondergang begon.
In mijn tijd waren we met een gemêleerd gezelschap. Punkers, kakkers, mods, hardrockers, alternativo’s en hippies: alles liep door elkaar en ging met elkaar om. Er waren ook veel voetballers; Vera Pauw, Gert Kruys en Mark Verkuijl zaten bij mij op school. Kleur was geen issue. Discriminatie leek niet te bestaan.
Ik zelf ben wel één keer uitgescholden. Voor ‘stomme koe!’ Ik deed mee met een schoolvoetbaltoernooi en ik miste voor open doel. Drie keer raden wie toen in mijn gezicht schreeuwde… ;-). Vera had natuurlijk gelijk. Daarom is zij trainer geworden en ik gelukkig géén gymjuf.
Later heb je natuurlijk de neiging om je middelbare schoolperiode te idealiseren; alles door een roze bril te zien. Maar ik herinner mij ook de lange saaie dagen nog. Het fietsen door weer en wind (altijd tégen). De thee die naar soep smaakte – uit zo’n apparaat. De chagrijnige conciërge die je liet afwassen als je te vaak te laat was (… ‘maar ik had wind tégen’…).
De jongens moesten papierprikken op het plein. Die verschillen waren er wel. Toen ik in de leerlingenraad zat was onze grootste overwinning dat de voorraad maandverband (voor noodgevallen) verhuisde van diezelfde conciërge naar de secretaresse.
Wat is er veel veranderd….
Het hoofdgebouw is gelukkig niet afgebroken. Ik geloof dat er inmiddels weer een school in zit. Ik hoop dat de huidige leerlingen dezelfde sfeer en ruimtelijkheid ervaren als ik vijfenveertig jaar geleden.
Mocht je ooit door het centrum van Utrecht wandelen… loop dan eens van de Voorstraat door de Hardebollenstraat (bijnaam toen: Hardeballenstraat; zoek vooral op waarom) naar de Asch van Wijckkade. En zie het gebouw.
Breng onderweg wel even een bezoek aan onze schoolkroeg. Want dat mocht toen ook nog… bier drinken onder schooltijd.
Judith Porcelijn is redactielid van KomenskyPost, IB’er en oprichter van de Sterke school.
Geef een reactie