Jan Lepeltak
In deze dagen is het bedenken van een Sinterklaassurprise of kerstcadeau soms een lastige zaak. Schoolleiders en schoolbesturen kan ik een ‘surprise’ van harte aanbevelen voor alle leerkrachten. Dit in de wetenschap dat bestrijden van de laaggeletterdheid op alle scholen de hoogste prioriteit heeft. In de politiek en ook bij de verkiezingsdebatten lag de nadruk op het stimuleren van het lezen van boeken en het voorlezen. Daar is niets mis mee, integendeel. Vooral doen. Toch zal dit lang niet altijd het gewenste effect hebben. Eerdere voorstellen van de onderwijsraad en een Leids advies aan de 2e kamer hadden gemeen dat ze veel geld kosten en volgens experts weinig zullen opleveren. Openbare bibliotheken en leesstimulering is belangrijk maar zeker niet het ei van Columbus. Het probleem dient bij de wortel aangepakt te worden en dat is: leesonderwijs in de eerste jaren van de basisschool.
Aryan van der Leij (emeritus-hoogleraar orthopedagogiek) vergelijkt de sterke nadruk op leesplezier met kinderen die nooit de beginselen van het zwemmen hebben geleerd en die je meeneemt naar een zwembad en dan zegt: zo gaan jullie nu heerlijk zwemmen. Dat geldt ook voor het aanvankelijk lezen. Je moet eerst de letters herkennen, klanken en tekens kunnen koppelen, ze kunnen combineren om vervolgens de eerste woordjes en zinnetjes te kunnen lezen en begrijpen (aanvankelijk lezen). Dat proces, technisch lezen, verder automatiseren in combinatie met hun klimmende kennis van de wereld leidt bij iedereen uiteindelijk tot begrijpend lezen.
Nu even over het ‘cadeau’ dat elke leerkracht moet ontvangen. Enkele weken geleden verscheen het tweede boek van Marita Eskes met als titel Begrijpend lezen in een doorlopende lijn. Een praktisch handboek voor de basisschool.
Ik ken niemand in ons taalgebied die een kwalitatief zo helder boek kan schrijven als Marita Eskes. Zij stond ooit zelf voor de klas voordat zij zich ging verdiepen in het onderzoek en de didactiek van het leesonderwijs. Haar eerste boek Technisch lezen in een doorlopende lijn werd een onderwijsbestseller en verscheen in 2020.
Haar laatste boek (binnen een maand verscheen een tweede druk), dat met recht een handboek genoemd mag worden, behandelt ook kort de eerste fase: het aanvankelijk en technisch lezen. Men hoeft dus niet per se haar eerst boek gelezen te hebben om aan Begrijpend lezen in een doorlopende lijn te beginnen.
Marita Eskes, mede geïnspireerd door het werk van Dr. Kees Vernooij en de hoogleraren Anna Bosman en Aryan van der Leij, besteedt aandacht aan de laatste wetenschappelijke inzichten en wat dat betekent voor effectief leesonderwijs.
Begrijpend lezen legt voor de groepen 1 en 2 de nadruk op wat zij noemt ‘begrijpend luisteren’. Ga uit van hoge verwachtingen bij je leerlingen ook al is sprake is van een minder taalvaardige en taalrijke omgeving. Zorg daarom voor een taalrijk aanbod in de klas. Eskes geeft aan hoe kinderen door decoderen en begrijpend luisteren tot begrijpend lezen komen.
In meer dan 300 pagina’s krijgt de lezer een indruk van de state-of-the-art opvattingen en recent onderzoek als het gaat om effectief begrijpend lezen en de belangrijke aspecten die daarbij een rol spelen. Van didactisch handelen tot aan de rol van instructie.
Iedereen kan leren lezen, maar dat gaat niet vanzelf. Er is altijd wel een kleine slimmerd met hoogopgeleide ouders die, als je het een leuk boek geeft, zelf leert lezen. Maar dat geldt niet voor de meeste kinderen die de eerste jaren op school geen adequaat leesonderwijs hebben genoten. Volgens de onderwijsinspectie gold dit enkele jaren geleden voor bijna de helft van de scholen. Volgens hun rapportage in de Staat van het onderwijs had bijna de helft van de scholen het leesonderwijs niet op orde. Schokkende cijfers. Gelukkig is in de laatste rapportage sprake van een lichte verbetering maar blijft de ontwikkeling van het leesonderwijs zorgelijk. Kinderen ontwikkelen een leesachterstand die hun onderwijskansen belemmeren, wat uiteindelijk leidt tot laaggeletterdheid. Het gaat niet alleen om functioneel analfabetisme, zoals Frans Bauer ons op de televisie liet zien, maar leidt soms tot compleet analfabetisme terwijl het om gewone intelligente mensen gaat.
Lerarenopleider en publicist Johan De Wilde laat in zijn veel gelezen boeken en bijdragen aan Komenskypost zien dat men deze problemen ook in Vlaanderen ziet en daar ook een interessante aanpak kent. De lerarenopleidingen zouden goed met de Vlaamse collega’s kunnen samenwerken. Daarom is het lijstje in het begin van het boek met Nederlandse en Vlaamse onderwijstermen zo bijzonder handig.
Verder heeft het handboek een uitgebreide verantwoording van verschenen vakliteratuur, wat het boek ook een ‘must’ maakt voor studenten in de lerarenopleidingen.
Geef een reactie