Jan Lepeltak
In de periode dat Trump president was stond ‘public education’ (het openbaar onderwijs) onder druk. Betsy DeVos,, onder Trump minister van onderwijs met Nederlandse roots via haar miljonair/echtgenoot’, was een groot voorstander van vouchers die men voor ‘privéscholen’ zoals charterschools en bepaalde magnet schools kon gebruiken. Er hebben op deze commercieel opgezette scholen inmiddelsde nodige financiële schandalen plaatsgevonden. Als het aan Trump ligt verdwijnt het ministerie van onderwijs en daarmee ook de traditionele public school.
Dat lijkt een ver van mijn bedshow, maar in hoever is dat eigenlijk zo? We hebben in Nederland een haperende onderwijsinspectie. Je moet het als school erg bont maken wil er stevig worden ingegrepen. Alleen gebeurtenissen als een greep in de kas bijvoorbeeld en wanneer een bestuur er qua onderwijs jarenlang een puinhoop van maakt, leiden op den duur tot ingrijpen. ‘Onze’ scholen zijn niet van de overheid en niet van de ouders of leraren, maar van schoolbesturen met daarbij op afstand vaak raden van toezicht die slapen of soms nauwe banden met bestuursleden hebben. De meeste schoolbesturen zijn verenigd in sectorraden voor het PO, VO en beroepsonderwijs. Zij afficheren zich graag als vertegenwoordigers van de onderwijssector. Het zijn de vakbonden die nog tegengas kunnen geven. Van de politiek valt vooralsnog weinig te verwachten.
Wil je als minister werkelijk iets doen aan de bestuurlijk feitelijk ondemocratische macht, dan word je om vage redenen gewipt, zoals met minister Dennis Wiersma is gebeurd. Het hele systeem is een anachronistische erfenis van wat ooit een verzuilde samenleving was.
‘Foutloos rekenen is niet moeilijk’
Wat we nu zien is dat mede door het lerarentekort, dat decennia geleden al werd voorspeld, commerciële marktpartijen hun kans schoon zien. In de wetenschap dat besturen tegenwoordig bijna ongebreideld (uitgezonderd wat betreft de Cao’s) van de hun toegekende middelen en opgespaarde reserves gebruik kunnen maken, worden commerciële programma’s ontwikkeld . De commerciële partijen strooien als pepernoten met frases als: ’tot stand gekomen in samenwerking met ‘experts, honderden oud-leraren, honderden scholen, uitkomsten van wetenschappelijk onderzoek etc.’ Vooral de gebieden waarop we steeds meer achterlopen zoals lezen en rekenen staan volop in de belangstelling. Klinkende, imponerende namen als het Nederlands Mathematisch Instituut (we missen nog het voorvoegsel Koninklijk) en met slagzinnen als ‘foutloosrekenen is niet moeilijk, je kunt het in een aantal weken leren’. We kennen programma’s als Grip op Tekst, of Snappet (gepersonaliseerd leren) voor bijna alle vakken voor 60 euro per leerling per jaar. En er zijn er meer, je hoort ze dagelijks tijdens de STER-reclame. Gelet op het geld dat besteed wordt aan marketing via de media moet het een lucratieve business zijn. Wie uiteindelijk de investeerders zijn (Amerikaans, Chinees, Engels?) is niet duidelijk. Een bedrijf kan qua management en medewerkers verder puur Nederlands zijn.
Inmiddels komen de eerste kritische geluiden uit het onderwijs los. Ook Lubach besteedde aandacht aan Snappet.
Een vriend en oud-leraar en rekendeskundige uitte zijn ergernis aan de activiteiten van het Nederlands Mathematisch Instituut: “Alleen al van de pompeuze naamgeving krijg je de kriebels. Elke leerkracht moet gewoon degelijk reken- en leesonderwijs geven.” Veel van de zogenaamde veranderingen, verbeteringen, vernieuwingen hebben weinig of niets opgeleverd. Hij die zich ooit niet enige tijd heeft laten meeslepen werpe de eerste steen. We hebben samen met de korte-termijn-politiek het maaiveld voor de slimme, gladde jongens klaargemaakt. De bestuurders, beslissers die zich in de vorige eeuw hebben laten fêteren met mooie studiereisjes naar bijvoorbeeld Californië zitten nog steeds op hun luxe meubelen in het bestuursgebouw. Zij zijn wel verantwoordelijk voor garanderen van de onderwijskwaliteit, maar zijn vaak zelf niet uit het onderwijs afkomstig. Hen ontbreekt de kennis. De dure externe adviesbureaus slaan dus hun slag.
Uiteraard geldt dit niet voor alle besturen en scholen. Eva Naaijkens van de Turingschool en met haar gelukkig nog genoeg anderen, laten zien dat je je onderwijs zelf zo kan inrichten dat iedereen met plezier kan lesgeven en de resultaten goed zijn zonder gebruik te maken van allerlei commerciële aanbieders. Er is hoop.
Geef een reactie