Door Jan Lepeltak
Rotterdam hielp Amsterdam deze week met een interessant initiatief. In navolging en met gebruikmaking van de ervaringen van de succesvolle Meetups010 bijeenkomsten in de grote havenstad aan de Maas vond de eerste meetup020 in Amsterdam plaats.
Even ter vergelijking: bij de raadpleging rond Onderwijs2032 in de Amsterdamse Balie waren ca. 35 personen aanwezig, waarvan ongeveer 15 personen die voor de klas stonden en zeker vijf personen tot de organisatie behoorden. De raadpleging was georganiseerd door de Onderwijscoöperatie ( ‘Van, voor en door de leraar’).
Hoe anders was de situatie in het schoolgebouw van het nieuwe Cartesius2 Lyceum (enkele jaren geleden nog thuishaven van circus Elleboog). Meetup020 werd afgelopen dinsdagavond door bijna 70 personen bezocht. Men moest de inschrijving vanwege de grote belangstelling stop zetten. Van de aanwezigen was veruit de meerderheid leraar.
Het belangrijkste adagium van Frans is, blijf onafhankelijk en laat je niet betalen door de gemeente of wie dan ook. Eerst krijg je wat geld en al gauw verwacht men wederdiensten.
De bedoeling van deze informele, door onderwijsmensen georganiseerde bijeenkomsten, is vooral ervaring en kennis delen. Maar ook discussiëren over nieuwe ideeën, plannen etcetera.
Bij de eerste voorbereidende meeting in september werd dankbaar gebruik gemaakt van de ervaringen en ideeën van Frans Droog, docent biologie en een van de motoren achter Meetup010. Frans was in september, maar ook deze avond aanwezig. Het belangrijkste adagium van Frans is, blijf onafhankelijk en laat je niet betalen door de gemeente of wie dan ook. Eerst krijg je wat geld en al gauw verwacht men wederdiensten.
De gemeente Amsterdam ontdekte Meetup020 nog voordat de eerste bijeenkomst had plaatsgevonden. De gemeente Amsterdam wil graag samenwerken. Er zijn middelen beschikbaar. Wel gaat men er vanuit dat de leraren die diensten leveren aan het gemeentelijke, door D66 geïnitieerde, project De Amsterdamse School, dat doen in hun vrije tijd. Een wel erg achterhaald principe.
Flip the system en kwaliteitscriteria
Wie weleens op een Edcamp is geweest weet ongeveer hoe dat er in de praktijk aan toegaat. Edcamps lijken wat losser georganiseerd, iedereen kan desgewenst iets presenteren. Wat er bij Edcamps soms toe leidde dat ook commerciële partijen van de mogelijkheid gebruikmaakten. Bij de meetups wordt gekozen voor één of meer thema’s. Vooraf geven presentatoren aan waar ze het over willen hebben.
Uit de presentaties die avond over onder andere radicaal projectonderwijs, school voor hoogbegaafden, koos ik die van Dick van der Wateren. Dick, medeauteur van het Alternatief , is voorstander van Flip the System. Hij vertelde over zijn project dat mogelijk wordt gemaakt door een bijdrage uit het LOF (Lerarenontwikkelfonds).
Binnen het project wil men komen tot alternatieve kwaliteitscriteria en beoordelingen van het gegeven onderwijs. De beoordelingscriteria van de onderwijsinspectie richten zich sterk op het halen van cognitieve doelen, maar er zijn ook zoveel andere aspecten van kwaliteit die bij de inspectiebeoordeling nauwelijks aanbod komen. Er is inmiddels een aantal scholen die anders werken en waar ook andere zaken een belangrijke rol spelen, zoals creativiteit bijvoorbeeld. Hierbij moet gedacht worden aan het Vathorst College of Unic, of Hyperion.
Cruciaal in de benadering van Dick c.s. is de vraag naar wat het doel is van ons of jouw onderwijs. Het waarom. Eigenlijk zou elke docent die vraag moeten kunnen beantwoorden. Hij/zij dient daarbij dus over een visie te beschikken. Dick sprak eens met een schoolleider die eerlijk toegaf eigenlijk geen enkele visie te hebben op zijn onderwijs. Dat geldt ook voor veel docenten. Dat is eigenlijk schokkend volgens Dick temeer omdat de leerlingen van het Vathorst, een school die veel aandacht besteedt aan creatieve vakken, op de vraag wat is het doel van mijn school een uitstekend antwoord kunnen geven.
Je wil uiteindelijk toe naar een manier om die andere aspecten van de ontwikkeling van je leerling ook te kunnen beschrijven. De inspectie is daar ook zeer geïnteresseerd in, omdat men wel inziet dat men ook in de rol als kritische vriend, toch vooral aandacht heeft voor de meetbare, cognitieve aspecten van de ontwikkeling.
Dick zoekt de oplossing in lerarenteams die zich bezighouden met curriculumontwikkeling en het vaststellen van onderwijsdoelen. Daarbij overleggen de teams bijvoorbeeld aan het begin van de week wat men die week bereiken wil en aan het eind van de week reflecteert men over wat men al dan niet heeft bereikt. Er is ook sprake van feedback aan de ouders en intervisie. Externe visitatie hoort tot de mogelijkheden. Zo ontstaat er een professionele leergemeenschap.
Op de vraag of dit vergaderen niet leidt tot verdere verhoging van de toch al stevige werkdruk beaamde hij dat dit een gevaar is. Dick gaf echter ook aan dat het een kwestie van organiseren is. Er zijn scholen waarbij in de ochtend leerlingen ‘gewoon’ les hebben en er ‘s middags ruimte is voor begeleiding en meetings. Er kan veel meer dan men denkt, dat zegt ook de inspectie.
Een van de aanwezige economiedocenten (een jonge lerares op een mavo/havo) wees erop dat je je leerlingen het belang van je onderwijs moet laten ervaren. Het onderwijs moet dus betekenisvol zijn voor de leerling. “Het kind is ondergeschikt aan het systeem. Dat is volgens Dick uiteindelijk het grootste probleem.
Inmiddels zijn Meetup030 en Meetup070 in voorbereiding.
Zie ook https://meetup020.wordpress.com/
Hans
En wanneer gaat de inspectie weer eens inspecteren?
René Franquinet
Aardig stukje, Jan, maar dit is een verkeerde bewering: “De beoordelingscriteria van de onderwijsinspectie richten zich sterk op het halen van cognitieve doelen…” De inspectie is al geruime tijd bezig het onderwijs in zijn geheel te beoordelen en organiseert daarvoor ook gesprekken met docenten en leerlingen. Verderop laat je dat ook doorschemeren. Enige inconsistentie in je betoog, lijkt me.
admin
Hai Rene, dank voor je reactie.
Ik vat het betoog van Dick kort samen. En bent het in grote lijnen wel met hem eens. Dick heeft inmiddels ook met de inspectie gesproken en men wil daar als kritische vriend ook kijken wat anders kan. Overigens is inconsistentie in logische zin iets anders dan een bewering die niet zou kloppen. Maar ook dat is niet aan de orde. In mijn tekst staat: “De beoordelingscriteria van de onderwijsinspectie richten zich sterk op het halen van cognitieve doelen”. Dus niet “uitsluitend”.