Het lerarenregister en de voorstellen van de commissie Schnabel zijn de kroonjuwelen van de Onderwijscoöperatie. Ze hebben geleid tot veel discussie en tegenstellingen in het onderwijs. Dat was vast niet de bedoeling. In twee beschouwende bijdragen wordt ingegaan op de vraag wat er nu bij de Onderwijscoöperatie (“Van, voor en door de leraren te zijn”,) is misgegaan. Vandaag deel 2
Door Jan Lepeltak
De OC heeft zich ook ontfermd over het rapport Ons Onderwijs2032 van de commissie Schnabel. Het draagvlak maar ook de interesse in het onderwijsveld is gering. De kritiek spitst zich toe op drie zaken: (1) de zeer magere wetenschappelijke basis. (2) onduidelijkheid over de procedure om te komen tot een OC-reactie (3) het onderwijs zit te wachten op de oplossing van acute problemen zoals bijvoorbeeld het groeiende lerarentekort, de werkdruk, de toenemende sluiting van kleine scholen in rurale gebieden.
De OC is het hele land doorgegaan voor raadplegingen. De belangstelling was matig. In Amsterdam zaten 35 personen in de Balie, waaronder de gehele OC-top en een aantal medewerkers. Uiteindelijk bleken er ongeveer 15 docenten in de zaal aanwezig te zijn. Inmiddels lijkt de OC aan erosie onderhevig. Leraar van het jaar Martin Bootsma trok zich terug. http://www.scienceguide.nl/201502/lerarenregister-verliest-rolmodel.aspx. De lerarenvereniging BON (voor een Beter Onderwijs Nederland) die kwaliteit zeer hoog in het vaandel heeft staan, heeft zich terug getrokken uit de OC. Het BON-bestuur stelt dat de oorzaak vooral was met name het niet communiceren en iets wat lijkt op regeren zodat men zich vooral diende aan te passen aan de OC-standpunten. Vakbondsleden stellen dat zij door hun bond nooit zijn geraadpleegd over de noodzaak van een lerarenregister.
Interessant is te lezen wat de oorspronkelijke plannen van de OC waren. In het document Agenda Beroepsgroep leraren 2014 ,vastgesteld door het bestuur van de OC en formeel goed gekeurd door de ALV, lezen we dat entree tot het register uitnodigend moet zijn en vrijwillig. “Het register is een uitnodigend hulpmiddel dat de leraar behulpzaam is bij het weergeven van zijn bekwaamheidsonderhoud, het geeft maximaal vorm aan eigen verantwoordelijkheid. (…)Uitgangspunt is ‘high trust’ de leraar hoeft geen bewijzen te overleggen. Er zal hoogstens steekproefsgewijs controle plaatsvinden (p.38). Ook activiteiten binnen de school kunnen worden gevalideerd voor het op peil houden van de bekwaamheidseisen. Het plan geeft aan dat er naast bevoegd-bekwaam-benoembaar er nu ook de term geregistreerd wordt opgenomen in de zin van ‘bekwaamheid op peil gehouden’. Aan de benoembaarheid voegt dit formeel niets toe (p.41). Dat men bij de ALV hiermee heeft ingestemd is begrijpelijk. Daarna lijkt het alsof het er bij wet allemaal veel dwingender op is geworden. Opmerkelijk is ook dat goede afspraken met de schoolbesturen essentieel worden genoemd (p.48). Daar is weinig van terecht gekomen, integendeel. De schoolbesturen voelen zich buitengesloten.
In de stukken rond het OC is ook sprake van een klein bureau (p.6) dat een en ander gaat uitvoeren. Inmiddels werken zo’n 20 personen betaald voor dit kleine bureau. De betaalde leraren/medewerkers roeren zich op de sociale media flink in de discussies.
Gemiste kans?
Het lijkt er soms op dat het lerarenregister en Onderwijs2032 het ‘raison d’être’ zijn geworden van de OC. Of dat de OC is opgericht om het lerarenregister mogelijk te maken. Het idee van een goede vertegenwoordiging van het onderwijsveld en met name de leraren richting beleidsmaker is het proberen waard. Maar dan dient er draagvlak te worden gecreëerd. Dat lukt niet door elke discussie op voorhand te blokkeren. Binnen de grootste vakbond de AOB werd een kaderlid door het bestuur te verstaan gegeven zijn pogingen tot discussie te staken. Op de deze zomer georganiseerde dag van Leraren met Lef op de Parade werd in de bijdrage van de OC over het lerarenregister door de ‘ingehuurde’ voorzitter elke discussie over het register afgekapt met de mededeling dat dat zinloos was, omdat het verplicht werd en toch zou doorgaan. Terwijl het wetsvoorstel nog in het parlement zou worden besproken.
In het maatschappelijk gebeuren zien we echter dat de rol van traditionele vertegenwoordigers, zoals de vakbonden afkalft. In het verleden kenden we het sjieke Nederlands Genootschap voor Leraren (NGL) en de progressieve Algemene Bond van Onderwijzend Personeel. (ABOP). Na de fusie zien we een bond die een minder duidelijke kleur heeft. Voor het eerst sinds jaren ziet de AOB zijn ledenaantal teruglopen.
Kijkt men terug naar de afgelopen jaren dan ziet men dat de OC zich vooral manifesteert als een verdediger van het lerarenregister met o.a. als argument dat het veld (lees de vakbonden) het zelf gewild heeft. Ook speelt de OC een rol binnen de ongevraagde Onderwijs2032 operatie. Critici vinden dat Onderwijs2032 afleidt van de acute onderwijsproblemen zoals het lerarentekort en de werkdruk van leraren. Pas met het laatste onderwijsdebat over het lerarenregister in oktober beloofde Dekker, afgedwongen door de Kamer, te komen met een nota over het lerarentekort. Het advies van de OC naar aanleiding van Onderwijs2032 is recent uitgekomen en de eerste reacties zijn betrekkelijk positief al kent de OC zichzelf daar ook weer een belangrijke rol toe.
Verder was er de discussie en het gedoe met het aantal inschrijvingen voor het lerarenregister (het bleken er ruim 30.000 in plaats van de in de kamer genoemde 60.000 te zijn). Zaken die het vertrouwen in de OC er niet beter op maken. Het doel was dat in 2015 40% van de leraren zich zou hebben ingeschreven. Dat is bij lange na niet gehaald. Men staat nu op nog niet de helft van 40% van het aantal leraren in po, vo en mbo. Vanuit de OC was het parool het afgelopen jaar: niet zeuren het gaat gewoon door, want het wordt toch verplicht.
De OC mede door de inzet van BON is voortgekomen uit de slecht functionerende SBL (Stichting Beroepskwaliteit Leraren). Belangrijkste doel van de nieuwe OC was dat deze een betere vertegenwoordiging/afspiegeling zou opleveren van het veld dan de SBL. Of dat feitelijk gelukt is, is de vraag.
Samenvattend
Met het idee van de vorming van een coöperatie waardoor leraren een platform voor discussie en meningsvorm krijgen, is niets mis. Maar als er het gevoel ontstaat dat de OC vooral verdediger en uitvoerder wordt van OCW-beleid dan wordt dat problematisch.
In plaats van te verbinden heeft de krampachtige verdediging en het frustreren van discussies over het lerarenregister en de opstelling rond Onderwijs2032 geleid tot polarisatie binnen het onderwijs, iets waar het onderwijs niet op staat te wachten. Kritische opmerkingen leiden tot reacties van de OC als: er is sprake van een misverstand, je hebt het niet begrepen, of je bent te laat en wij vertegenwoordigen het veld. De slogan ‘Van, voor en door de leraar’ doet dan denken aan partijslogans uit de voormalige volksrepublieken.
Er zijn taken die uitstekend worden georganiseerd zoals het lerarencongres dit najaar en de uitvoering van het LerarenOntwikkelFonds (LOF). Al zou het aardig zijn als we eens een overzicht krijgen welke bedragen zijn toegewezen aan welke projecten.
De kritische opmerkingen in deze beschouwing zijn niet bedoeld om op de man/vrouw te spelen, maar de directeur/algemeen manager manifesteerde zich nu eenmaal nadrukkelijk als woordvoerder van de OC en vormt daarmee ook een retorisch focuspunt in de discussie.
Binnen Komenskypost wordt wisselend gedacht over nut en noodzaak van een lerarenregister. Wel vindt de redactie het van belang dat er een open discussie op basis van feiten kan worden gevoerd.
Komende week komt het wetsvoorstel met betrekking tot het lerarenregister in de senaat. Of dit voorstel het hier, waar de regering geen meerderheid heeft, haalt, is de vraag. Aan de OC heeft het in ieder geval niet gelegen, of juist wel?
Dit artikel is tot stand gekomen op basis van gesprekken met betrokkenen en artikelen over de OC.
Hanneke
Ook bij het lerarenregister gaat het eerst om de Why, om te laten volgen met What en How. Blijven we niet steken bij de Why?
Die vraag moet eerst goed onderzocht worden door data te verzamelen, te duiden, dan doelen stellen en dan pas doen/ actie ondernemen.
Ik ben erg benieuwd naar de argumenten van de Why bij zowel lerarenregister als schoolleiderregister.
Frits van Kouwenhove
Deel 2 is qua toonzetting en inhoud beter dan deel 1, dat, wellicht niet bedoeld, toch meer op de persoon gericht was. Deel 2 geeft het benodigde bredere kader.
Huub Philippens
“vrij” moet zijn “vijf”. Die hadden allemaal volgens het bestuur evenveel te zeggen.
Huub Philippens
Ik was namens BON lid van de werkgroep Verdieping 2032 die moest onderzoeken of er een draagvlak was voor 2032. De werkgroep bestond uit vier (ex)leraren, een juriste van het CNVO waaraan vijf medewerkers werden toegevoegd van het OC-bureau. Nadat het Bureau van de OC twee bureaus had ingeschakeld voor de raadpleging en het duidelijk was dat daarmee geen betrouwbaar beeld van wat de leraren wilden mogelijk was (oa dubieuze selectie van respondenten) stelde ik voor deskundigen in te schakelen. Die oordeelden vooral negatief. Vervolgens stelde ik begin juli per mail voor om een echte representatieve steekproef te nemen en sloot suggesties van een deskundige in. Daarop werd mij door Kentson, de voorzitter van de OC, de toegang ontzegd. (Ik had positieve verhoudingen met de andere werkgroepleden). Dit gebeurde dus aan het begin van de vakantieperiode.
Er is diverse keren geprobeerd om in te breken via innoverende leraren of via de Regiegroep in die werkgroep. Dat ging zo ver dat die pogingen wel moest worden afgewezen.
In het rapport dat nu gepubliceerd is over de dubieuze raadpleging wordt het volgende gemeld: “Het beeld dat naar voren komt uit de dialoog is te breed en te divers”. Het beeld over de vraag of de klimaatveranderingen aan menselijk ingrijpen te wijten is ook breed, dat wil zeggen dat 5 procent van de wetenschappers daaraan twijfelt en 95 procent dat beaamt. Zo is het ook hier. Leraren willen 2032 niet.
De tweede conclusie “Het antwoord op de tweede vraag is wél eenduidig: leraren willen graag een veel steviger rol in curriculumontwikkeling of -vernieuwing.” wordt nu beantwoord doordat de heer Kentson daar met een groep van niet-leraren (de “Regiegroep”) aan gaat werken.
Zie hier het failliet van de Onderwijscoöperatie.