Door Paul Laaper
Recent nam ik deel aan een werkconferentie in Litouwen, georganiseerd door Lietuvos neformaliojo ugdymo asociacija (Litouwse non-formele educatie vereniging). Het doel van het seminar was tweeledig:
- de samenwerking tussen organisaties op het gebied van jongerenwerk en scholen versterken
- innovatieve methodes inzetten om het non-formele leren van jongeren te ondersteunen en hun prestaties te erkennen.
In het conferentieoord Daugirdiškes waren we met 28 deelnemers, 8 verschillende nationaliteiten, de meesten werkzaam in het jongerenwerk (denk aan scouting, randgroepjongeren, voortijdig schoolverlaters, etc.) en een paar, waaronder ikzelf, afkomstig uit de formele educatie. De erkenning van non-formeel leren staat ook op de Europese agenda, de conferentie werd gesubsidieerd vanuit Erasmus+.
Uit de voorbereidingsopdrachten bleek duidelijk dat er niet alleen geconsumeerd ging worden, maar ook geproduceerd en gecreëerd. Voor mij was het even wennen ondergedompeld te worden in de subcultuur van het jongerenwerk. Veel aandacht was er namelijk voor het groepsproces, soms wel eens teveel, waardoor het proces het doel werd in plaats van in dienst te staan van het resultaat, maar al met al een prima week. Nu een aantal topics van de betreffende week.
Badges
Een van de instrumenten waarmee leerresultaten erkend kunnen worden is de badge. Binnen de organisaties in het jongerenwerk wordt al uitgebreid geëxperimenteerd met open badges. Er is ook een platform gecreëerd, waar je ook zelf projecten en dergelijke kunt aanmaken en zelf je bijbehorende badges kunt maken: www.badgecraft.eu Voor wie zich bezig wil gaan houden met badges zeker een omgeving waarbinnen je uitgebreid kunt experimenteren.
Ook het seminar is ondergebracht in een activiteit in Badgecraft, waarbij zestien badges te verdienen zijn. In de werkruimte hing een papier met de namen van de deelnemers, je kon daarop iemand aanbevelen voor een bepaalde badge. En daarmee had je meteen een deel van je bewijslast.
Zoals het een goed deelnemer betaamt, heeft bijna iedereen zich gebogen over de badges die er te verdienen waren. Als vingeroefening was het een prima gelegenheid: je kent de context, herkent dus de criteria die bij de badges gesteld worden en het gaat allemaal digitaal. Per badge zijn er vijf taken, waarvan je er drie moet volbrengen om de badge te verdienen. Een taak volbreng je als je bewijs inbrengt. Dat bewijs kan van alles zijn: producten, foto’s, aanbevelingen, urls, etc. Validering van het bewijs gebeurt door zelf-assessment (daar is natuurlijk vals mee te spelen), erkenning door 1-3 (afhankelijk van de taak) deelnemers of erkenning door een van de organisatoren. En tot slot kun je een certificaat van deelname genereren, waarop ook je behaalde badges vermeld staan.
Wat mij betreft zijn badges ook te gebruiken bij het erkennen van formeel leren, de huidige, versteende vormen zijn hard aan verandering toe. Badges bieden daarvoor een goede mogelijkheid. De opleidingen die ik zelf jarenlang verzorgd heb, zijn grotendeels thematisch van opzet en zouden dus per thema afgesloten kunnen worden met het behalen van een badge. Denk daarbij aan eeen thema als aardappelen, waarbij je voor de badge theoretische en praktische bewijzen van je kennen en kunnen in moet brengen. Te denken valt aan presentaties in de klas, filmpjes, beoordelingen door leermeester, collega’s en gasten, etc. Juist door de mogelijkheid van verschillende manieren waarop de erkenning verkregen kan/moet worden, kent de uiteindelijke beoordeling vele schakeringen. Ook het opknippen van de opleidingen in kleinere leerstofonderdelen is wat mij betreft een pre.
Het lijkt me dat kleine leerstofonderdelen en gevarieerde erkenning van bewijzen ook heel goed passen bij leerlingen die moeite hebben met de traditionele indeling en toetsing van leerstof. Ik denk aan de leerlingen in de Entree opleidingen op het mbo en aan specifieke doelgroepen binnen het vmbo en vso. Leerlingen hebben zicht op erkenning/beloning op korte termijn en zien zichzelf steeds weer een stapje voorwaarts zetten op weg naar de eindstreep. Het zijn behapbare hoeveelheden per keer en helpt de cijferterreur om zeep.
En als laatste zou ik het non-formele leren dat door leraren plaatsvindt, willen noemen. Bijscholingsactiviteiten zouden erkend kunnen worden door het toekennen van een badge waar duidelijke criteria aan vast zitten. Al die activiteiten die ik in mijn loopbaan heb bijgewoond zijn nergens geboekstaafd. Soms kreeg ik een certificaat van deelname, wat vaak niet méér was dan een bewijs van aanwezigheid. Ik heb me nooit hoeven verantwoorden voor wat ik daar gedaan, laat staan geleerd heb. Ook bijzondere projecten en activiteiten die je als leraar naast je dagelijkse werkzaamheden doet, kunnen op deze manier vastgelegd en erkend worden. Wat een prachtige database aan kennis en kunde kun je dan binnen je schoolorganisatie opbouwen.
Code Academy
Eén van de middagen werd besteed aan bezoeken van een aantal organisaties in Vilnius. Voor mij werd het een bezoek aan de Code Academy. Er is een website, maar alleen in het Litouws. In deze school worden lessen coderen en computational thinking aan kinderen van 12-17 gegeven. Dit gebeurt naast het gewone schoolbestaan. De kinderen bedenken zelf projecten en gaan vervolgens onder leiding van een docent aan de gang, soort van probleemgestuurd onderwijs. Al doende leren ze programmeren. Voor de lessen moet wel betaald worden, het is een private onderneming, dus zijn ze niet voor iedereen weggelegd. Het is de enige organisatie op dit gebied in Litouwen. Helaas konden we geen kinderen aan de gang zien.
Connectivity
Een van de thema’s en doelen van het seminar was het connected leren, verbinding tussen personen en organisaties. Als inleiding kregen we een filmpje van Marshall McLuhan te zien, waarin hij connectivity voorspelt. En dat deed hij in 1965. Ik heb met verbazing zitten kijken.
Dit artikel is een samenvatting van de dagverslagen die ik gepubliceerd heb op didactict.nl van 19 t/m 26 februari en 9 maart 2017.
Paul Laaper is blogger en docent koken op een mbo.
Geef een reactie