Er waren tijdens de kamerbehandeling van onderwijs2032 maar twee opties: meedenken met een gestript #onderwijs2032 of er mee stoppen en opnieuw beginnen en gewoon verder gaan met curriculumonderhoud. Voor het eerste waren met name de beoogde coalitiepartijen en voor stoppen met het proces uiteindelijk alleen Kwint (SP) en Beertema (PVV). Voor de zomer komt Dekker met verdere uitvoeringsplannen.
Door Jan Lepeltak
Donderdag 21/4 kwamen de Kamerleden en de staatssecretaris zelf aan het woord. Al eerder berichtten we over de eerste hoorzitting op KomenskyPost. Wat de staatssecretaris zou zeggen was voorspelbaar, maar er werd uitgekeken naar de meningen van de, voor een deel nieuwe, onderwijsspecialisten van de fracties. De enige conclusie die men kan trekken is dat de 39 insprekers het over veel zaken niet eens waren. Beter kon een staatssecretaris zich het niet wensen. Sommige vakverenigingen zoals de NVON vonden dat ze voldoende betrokken waren, andere in het geheel niet. De Kamerleden bleken het over een ding wel eens: het moet gaan over het wat en niet over het hoe. De didactiek en pedagogiek waren vooral een zaak van de scholen.
De inbreng van Paul Kirschner en zijn opmerkingen over het onderscheid tussen wetenschap en ideologie had indruk gemaakt. Zowel de Kamerleden als veel insprekers hadden kritiek op het mogelijk verdwijnen van de vakken die plaats zouden moeten maken voor kennisdomeinen. Maar ook binnen de vakken waren de meningen soms sterk verdeeld. Garst, voorzitter van de vakvereniging van wiskundeleraren, zag niets in vakoverstijgend-onderwijs. Transfer werkt niet in de praktijk. Terwijl hij sprak zag men mijn oud-collega Francis Meester een bedenkelijk gezicht trekken. Met name de Kamerleden Rog (CDA), van Meenen (D’66), Beertema (PVV) en Kwint (SP) toonden zich het meest kritisch. Maar uiteindelijk waren het alleen Kwint en Beertema die de hele onderwijs2032 exercitie wilden afblazen. Wat waren de gemeenschappelijke punten:
• De curricula en sommige eindtermen zijn aan herijking toe, maar daartoe hoeft niet het hele curriculum op de schop. Bij een aantal vakken is dat in het recente verleden (natuurkunde, scheikunde) al gebeurd;
• De relatie kennisdomeinen, schoolvakken en de bestaande gewone eindexamens is wazig. Het lijkt niet waarschijnlijk dat men het CSE gewoon kan handhaven zoals wel wordt gesuggereerd;
• Het is onduidelijk hoe het vervolgproces concreet zal gaan. Hoe is de inbreng van docenten in de ontwikkelgroepen geborgd?
• Er zijn grote problemen in het onderwijs: zoals de toename van de functioneel analfabeten, de teruggang van reken- en taalvaardigheden;
• Het vmbo en mbo zijn het meest aan curriculumvernieuwing toe, maar in de plannen is er te weinig aandacht voor deze sector;
• Burgerschapskunde en digitale vaardigheden en techniek zijn noodzakelijk;
• Niemand is echt voor een radicale curriculum verandering met de Dijsselbloem-toets in het achterhoofd:
• Speciale aandacht voor doorlopende leerlijnen (PO-VO).
Bouwen we een nieuw huis? Of plegen we alleen groot onderhoud?
Het kamerlid Bisschop (SGP) stelde dat als je een huis bouwt je een goed fundament en stevige bouwstenen moet hebben . Dat is het probleem nu: het fundament (het onderwijsdraagvlak) kraakt. Over de bouwstenen (de kerndoelen en eindtermen van het curriculum) is men het niet altijd eens. Dekker nam de beeldspraak van Bisschop over. Ook een monument dient aanpassing aan de tijd (isolatie, nieuwe vensters etc..).
Er zijn verschillende redenen om het curriculum aan te pakken volgens Dekker bijvoorbeeld omdat er te weinig samenhang is in het curriculum, te veel adhoc wijzigingen, aandacht voor overladenheid van het curriculum. Dat zijn de redenen voor curriculum herziening. Daarbij maakte Dekker enkele alt-facts opmerkingen: “Sommige leerlingen komen bijvoorbeeld als native speakers het vo binnen volgens Dekker. Er moeten duidelijke eindtermen zijn voor bijvoorbeeld Engels” (die zijn er impliciet wel degelijk via de referentieniveaus). Er moet bij Nederlands nagedacht worden over hoe schrijf je een brief (dat gebeurt al decennia).
De staat legt rails neer maar er zijn geen middelen om er een trein over te laten rijden
Bovenstaande beeldspraak uitte Swiert Garst, , tijdens de hoorzittingen naar aanleiding van het rapport Onderwijs2032. Hij bedoelde dat de overheid de leraren nadrukkelijk wil betrekken bij de curriculumvernieuwing maar daar nauwelijks tijd/geld voor beschikbaar stelt. Leraren krijgen nu sleutelposities in de verdiepingsfases. Op welke wijze is nog niet duidelijk.
Er was sprake van veel verwarring volgens de staatssecretaris. De schoolvakken staan niet ter discussie. We gaan niet met kennisdomeinen werken stelt hij. Rog verwijst naar het item waarin de voorzitter van de coördinatiegroep Douma op Nieuwsuur dat wel suggereerde. In dit item werd ook door Douma soms alt-fact met de feiten in het onderwijs omgesprongen.
Leergebieden zijn niets nieuws en geen voortzetting van kennisdomeinen stelde Dekker.
Belangrijke leergebieden zoals techniek heb je volgens Dekker nodig om de doorgaande leerlijnen te formuleren. Hoe komt duurzaamheid aan een plek in het curriculum vroeg GL en oud-AOB woordvoerster Westerveld?
Door die een plek in een leergebied te geven, krijg je meer samenhang.
Vakoverstijgende vaardigheden worden steeds belangrijker volgens Dekker: creativiteit, ondernemerschap, samenwerken. Hier werd sterk aan Kirschner’s argumenten gedacht. Dit is volgens Dekker afgekeken van Finland, Noorwegen, Canada. Landen die het heel erg goed doen. Daar hebben we naar gekeken. Hoe kunnen we daar mee omgaan? Dat wordt een spannende discussie volgens Dekker.
Dekker: “Vakgenoten zijn op eigen vierkante centimeter bezig”.
Een terechte vraag van het nieuwe VVD-Kamerlid betrof deelname van het bedrijfsleven. Mevr. Becker heeft zelf nog in het studiehuis gezeten en was dus ook ervaringsdeskundige als het gaat om grote onderwijsoperaties. Er was verwarring bij de docenten en die leerlingen die zelfstandig moesten leren. Dekker slalomde handig door de vragen en opmerkingen. Soms een schouderklopje en een toezegging. Dan weer voor vakoverstijging en integratie dan weer de suggestie dat de leraar uit zijn comfortzone moest worden gehaald. “Vakgenoten zijn op eigen vierkante centimeter bezig”. Bij de plenairebehandeling werden alle moties van de beoogde coalitiepartijen (CDA, Groen Links, CDA en VVD) aangenomen. Alleen de moties om, zoals Kwint (SP) en Beertema (PVV) voorstelden, het hele proces en keurslijf Onderwijs2032 te stoppen haalden het niet. Dat was te verwachten van deze oppositiepartijen.
Kwint wil graag meelopen met een ontwikkelgroep en dat mag. Hoe die ontwikkelgroep gaat werken? Volgens Dekker: transparant en eerlijk. Er zullen in ieder geval geen ontwikkelgroepen worden gestart voor vakoverstijgende vaardigheden (al kunnen die in de vakken aan de orde komen) en persoonsvorming. Leergebieden blijven bestaan maar de vakken zullen er duidelijk in zijn vertegenwoordigd. Herijking, zo stelde Van Meenen (D’66) in een motie, moet uitsluitend kennen en kunnen betreffen en de vakken rekenen en wiskunde, Nederlands, Burgerschap en digitale geletterdheid en techniek. Samen met het veld (en dat is meer dan alleen de Onderwijscoöperatie) moeten voorstellen worden ontwikkeld die concrete bouwstenen opleveren voor kerndoelen, eindtermen en referentiesniveaus.
De politiek moet dan in 2018 beslissen over de herzieningsvoorstellen. De vakverenigingen hebben volgens de aangenomen motie Rog de eerste verantwoordelijkheid over de voorstellen. De regiegroep heeft een grote verantwoordelijkheid voor de procesvoering. Met de wijze waarop de Onderwijscoöperatie (‘wij zijn de vertegenwoordigers van de beroepsgroep’ zo stelde voorzitter Kentson zich voor aan de onderwijscommissie) de raadplegingen in de verdiepingsfase heeft uitgevoerd en de uitingen van de voorzitter van de regiegroep Douma in het tv-programma Nieuwsuur getuigen van een zekere vooringenomenheid en trekken een grote wissel op het vertrouwen van het onderwijsveld.
Claessen
mooi artikel
Joost Hulshof
Ik geloof niet dat de rol van NVORWO helemaal goed wordt ingeschat: http://www.beteronderwijsnederland.nl/blogs/2011/05/bestuur-nvorwo/