Het is al weer vier jaar geleden dat Arjan van der Meij een van de winnaars was van de Ververs-awards met zijn Fabklas op zijn school de Populier in Den Haag. Wat toen in Nederland is gestart heeft zich inmiddels ontwikkeld tot een ware beweging, zo bleek onder meer afgelopen weekend tijdens de Fablearn & Maker Faire die in Eindhoven werd gehouden. Tijdens zijn openingspresentatie merkte Paolo Blikstein (ass. prof. op Stanford University, PHd Northwestern University, master MIT) op dat ‘trivialisatie’ een gevaar bij de Makered vormt. Leerlingen blijven lekker knutselen zonder dat een relatie wordt gelegd met te verwerven (curriculum)kennis. Blikstein noemt daarom enkele voorwaarden voor het succesvol implementeren van maker education in het onderwijs:
1. Zorg voor integratie in het curriculum. Het mooie is dat Makered in alle schoolvakken kan worden geïntegreerd. Bijvoorbeeld in geschiedenis, waar leerlingen in een favela van Rio voor geschiedenis werkten aan ‘Da Vinci machines’ of in Japan waar Robot theatre met verhalen en kunst aan de orde komen en men ook simpele robots maakt.
2. ‘Make it real’. Dus werk aan authentieke, betekenisvolle opdrachten. Blikstein kwam met een voorbeeld van een irrigatieproject in Thailand, waar leerlingen met behulp van sensoren een geautomatiseerd irrigatiesysteem ontwikkelden.
3. Doe onderzoek naar de impact en didactiek van Makered. Zo blijkt volgens Blikstein dat wanneer men leerlingen eerst het onderwerp laat exploreren en vervolgens begint met uitleg en instructie dit leidt tot 25% betere resultaten. Hoe vaak de leerling wisselt tussen ‘doen’ en ‘leren’ is een voorspeller hiervoor.
De Makered heeft oude wortels die terug gaan tot het werk van de ontwikkelaar van Turtle-Logo Seymour Papert (1928-2016, een van de MIT-media lab pioniers uit de jaren ‘80) en zijn leerling Mitchel Resnick, mede-ontwikkelaar van Scratch en de man achter de succesvolle Computer Clubhouses, opgericht in de jaren ’90. Ook Nederland kende er twee (zie de video).
Joek van Montfort presenteerde zijn met Scratch programmeerbare breimachine. Een prachtig voorbeeld van gendervrije coding en computational thinking onderwijs en een ode aan Ada Lovelace, de eerste vrouwelijke programmeur en Charles Babbage (bouwer van de eerste ‘computer’).
Pauline Maas introduceerde in Eindhoven de Microbit101 Kit die zij samen met Peter Heldens ontwikkelde. Het is een mooi voorbeeld van wat Blikstein aanstipte in zijn keynote, namelijk het feit dat waar robots jaren geleden zo’n $ 5000.- kostten, je nu voor $30,- al terecht kunt. De Microbit is er een goed voorbeeld van. Voor € 101,- beschik je over een doos met alle materialen die nodig zijn om de 101 ontwikkelde projecten te maken. De Microbit is een betaalbaar minicomputertje met 25 led-lampjes en diverse sensoren. Het biedt een open omgeving waar je zelf met creativiteit en geïnspireerd door de 101 voorbeeldprojecten mee aan de gang kunt. Een losse BBC Microbit koop je voor € 20,- bij Conrad.
Het BBC-Microbitproject lijkt zeer succesvol in de UK en vormt een geweldige sleutel naar informatica en coding in Britse scholen zo lezen we in een BBC-report.
Buiten het Eindhovense Klokgebouw stonden enkele tot codinglab omgebouwde bestelbussen uit Friesland, Brabant en België.
Mirjam Albers van het Brabantse Cubiss laat mij zien wat men zoal te bieden heeft. Van 3D-printers tot aan Laser cutters waarmee leerlingen eigen ontwerpen kunnen realiseren. Cubiss is een initiatief van de Brabantse openbare bibliotheek.
In de middag werd een aantal posterpresentaties gegeven die alle in het Engels werden toegelicht. Interessant daaronder was Pierre Gorissen die aangaf hoe en waaraan men in Ixperium, een samenwerkingsverband van scholen, HAN en de Pabo, werkt.
Emer Beamer en Dylan Hyman presenteerden Designathon. Bij Designathon is men al jaren met maker education bezig vanuit de principes van ontwerponderwijs . Aan de door Blikstein geformuleerde randeisen lijkt Designathon goed te voldoen. De opdrachten zijn zinvol en laten kinderen nadenken over oplossingen voor reële problemen, zoals afvalverwerking, mobiliteit, luchtkwaliteit en dat in een internationale context waar op een dag meerdere landen aan meedoen. Daarbij wordt uitgegaan van de cyclische principes van ontwerpend leren: inspireer, onderzoek, bedenk, schets, maak en presenteer. Inmiddels heeft Designathon onderdak gevonden bij de ObA (Openbare bibliotheek Amsterdam) aan de de Ruyterkade.
Opmerkelijk hoe een grassroots–beweging zoveel mensen bijeen weet te brengen door vooral te doen en uit te wisselen. Wie in de voorstellen van curriculum.nu zoekt naar de making education moet lang zoeken. Maker education valt duidelijk niet in het “Old school” denken over curricula waarin veel geleerd moet worden en instructie de boventoon voert. Zie ook een eerder artikel hierover in KomenskyPost. Het wordt hoog tijd dat de Makered en FabLearn initiatieven een duidelijke plek krijgen in de curriculumvernieuwing.
Jan Lepeltak
Geef een reactie