Toen ik een paar weken geleden het rooster voor de toetsweek aan mijn mentorklas meedeelde, kwam er (zoals gewoonlijk) een klaagzang over me heen. “Waarom houden de makers van het toetsrooster geen rekening met ons?” Mijn leerlingen hadden een punt, want wij weten vaak niet of een vak wel of niet veel leerwerk is. Soms worden twee grote leertoetsen op één dag geplaatst. En dus daagde ik mijn mentorgroep uit zelf een alternatief rooster te maken. Binnen vijftien minuten stond er een rooster op het bord waar de rest van de klas zich in kon vinden.
Dit bracht me op een idee. Laten we met een select clubje leerlingen uit alle klassen het toetsrooster voor de volgende proefwerkweek maken! Na goedkeuring heb ik de mentoren uit alle havo 5-klassen gevraagd of ze twee leerlingen konden uitkiezen die mee zouden helpen. En zo geschiedde: met in totaal negen havo 5-leerlingen zaten we vorige week donderdag bij elkaar om het rooster voor de tweede toetsweek te maken. Na ongeveer veertig minuten puzzelen liepen we met blije gezichten het lokaal uit. Ik vond het fantastisch!
Weinig verantwoordelijkheid
Het door de leerlingen laten maken van het toetsrooster is voor mij een schoolvoorbeeld van hoe belangrijk het is leerlingen meer verantwoordelijkheid te geven. En dat doen we echt veel te weinig. Als je voor de klas staat is het soms moeilijk om niet alles voor te kauwen, maar leerlingen leren denk ik meer als ze zelf mogen proeven. Een docent voelt zich over het algemeen enorm verantwoordelijk. In hun hoofd is alle leerstof pas behandeld en begrepen als het door henzélf verteld is. Maar dat is natuurlijk klinkklare onzin. Het heeft denk ik een nadelig effect als een docent 45 minuten het woord neemt, want welke houding vergt zo’n situatie van de leerling? Inderdaad, een passieve leerhouding waarbij ze er lekker onderuitgezakt bijzitten. Ze hoeven immers niet actief met de les mee te doen.
Begrijp me niet verkeerd. Leerlingen hebben kaders en richtlijnen nodig. We kunnen niet tegen ze zeggen: hier heb je het materiaal om een vliegtuig te maken, dus bouw een vliegtuig. Maar we kunnen ze binnen die kaders en richtlijnen wel meer verantwoordelijkheid geven. De hoogtepunten in mijn onderwijscarrière zijn allemaal gerelateerd aan projecten waarbij ik leerlingen verantwoordelijkheid heb gegeven. Zo heb ik een klas ooit een boek laten schrijven, publiceren en promoten; leerlingen een promotievideo van Colegio San Nicolas laten maken en leerlingen zelf de oudergesprekken laten leiden. Ik zie exact hetzelfde gebeuren bij onze leerlingen die iets voor de Amigoe op School schrijven. Ze voelen zich verantwoordelijk!
Mijn leerpunt
Helaas zijn deze hoogtepunten uitzonderingen in mijn lessen, want ik zou willen dat ik nog meer van dit soort voorbeelden zou kunnen noemen. Het is lastig, en ik worstel ermee. Dat heeft onder andere met weinig ruimte en tijd binnen ons curriculum te maken. Maar zeker op Aruba merk ik dat leerlingen het fijn vinden als ik ze bijvoorbeeld veel aantekeningen geef. Het geeft hen een soort van (schijn)zekerheid. Maar ik denk dat je daarmee het tegenovergestelde effect bereikt. Want kunnen ze die aantekeningen wel toepassen? Begrijpen ze de lesstof echt? Het is een complex leerpunt waarin ik als docent de balans moeten blijven zoeken tussen controle en loslaten. De les die ik als docent tot dusver heb geleerd is dat verantwoordelijkheid geven begint met me minder verantwoordelijk te voelen.
Arnoud Kuijpers werd in 2015 uitgeroepen tot beste docent Nederlands. Hij publiceerde op KomenskyPost al eerder veel gelezen artikelen over onderwijs, integratie en het leven op Aruba, waar hij samen met zijn vriendin sinds dit jaar woont. Dit blog is deze week ook gepubliceerd in de Amigoe, de krant van Aruba.
Geef een reactie