Vakantieverhalen, Zomerverhalen

Mijn laatste reis van 2020

Felienne Hermans

In februari ging ik voor een congres naar Anguilla, een klein eilandje in de Cariben, behorende bij Groot-Brittannië. Voor ik naar Anguilla ging, trakteerde ik mezelf op twee dagen Sint-Maarten. Dat was sowieso de beste plek om op de vliegen want de KLM vliegt daarop, en dan zou ik vanaf daar de boot nemen. Dat doe ik wel vaker, als mijn werk me naar verre plekken brengt, dan neem ik toch ook even de tijd om daar rond te kijken. 

De eerste avond was een lichte tegenvaller, het was “off season” en er waren niet zoveel restaurantjes open. Zou ik me hier eigenlijk wel twee dagen kunnen vermaken? Ik had, zoals meestal op zo’n ‘bonusvakantie’ niet echt een plan voor wat ik zou gaan doen. 

Eén ding stond wel vast: ik moest gaan hardlopen! Ik was immers net weer in training voor mijn tweede marathon. En weer of geen weer, een training missen, dat kan niet! Ik nam een uitgebreid ontbijt en ging daarna op pad. Ik keek op de kaart, en ik zag een pad langs de kust. Met mijn Hollandse hersenen dacht ik: langs de zee, dat zal wel een handig boulevard-achtig fietspad zijn. En dat is natuurlijk plat, want langs het water is het altijd vlak. Het liep, beste lezer, iets anders. Misschien had de naam van het wandelpad me een kleine hint moeten geven: Devil’s Cupper trailhead. 

Maar voordat we dat duivelse pad verder behandelen, moet ik nog wat delen over het überhaupt bereiken van het pad. Ik moest mijn hotel aan de boardwalk in het midden van het eiland (naast het Hard Rock cafe voor de kenners) verlaten om een stukje door een woonwijk te lopen voor ik op het wandelpad was. Het eerste teken dat dit geen rustig rondje rennen zou worden was al snel daar: een zwerfhond, midden op de weg. Nou, daar durfde ik niet meteen langs! Ik heb al op heel wat plekken in de wereld in mijn eentje hardgelopen, oa in India waar het ook stikte van de zwerfhonden overal, maar daar waren ze zo alomtegenwoordig dat je ze bij het buitenstappen van je hotel meteen zag. Bovendien was het daar warm en lagen ze altijd te pitten. Nu had ik er al twee rustige kilometers op zitten door een toeristisch gebed zonder honden en stond er daar opeens eentje, alert midden op de weg. 

Wat nu? Na wat twijfelen draaide ik om: ik durfde niet langs een deze uiterst wakkere hond. Maar juist op dat moment kwam me een auto tegemoet. Dat is mijn redding, dacht ik! Ik kan samen met de auto langs de hond, me verstoppend achter de auto zodat die een veilig schild vormt, zoals de FBI-agenten in the Silence of the Lambs! Deze hond overwonnen hebben gaf me het vertrouwen om ook wel langs de talrijke andere honden te rennen, op naar het volgende euvel in deze tocht: het begin van het trail. Toen ik op de plek was waar de pad had moeten beginnen herkende ik niks wat ook maar leek op een pad. Opnieuw was ik gefopt door mijn Nederlands verwachtingen… Bij het begin van het pad zal toch wel een bordje staan? Of een ANWB-paddenstoel? Heeft dit eiland dan geen fietsnetwerk?? Maar nee, niks te bekennen. Inmiddels was de moed me al wel diep in de VaporFlies gezonken (die schoenen waarmee Kipchoge op de marathon onder de 2 uur dook). Laat ik maar teruggaan, misschien is dit pad ook afgesloten vanwege het off season ofzo?

Even verderop lachte het geluk me toch weer toe, want wat zag ik daar? Een andere hardloper, puffend en zwetend! Misschien wist zij de weg naar het pad wel. En jahoor, zij wilde wel even met me mee joggen naar het begin van de trail, me ondertussen complimenterend met mijn durf om dat pad te gaan rennen in de hitte. Misschien had dit ook een red flag moeten zijn, een local die vermoedelijk wist hoe het pad was, en het een uitdagend vond, terwijl ze veel meer dan ik gewend was aan hoogteverschil en het losse zand op het eiland. Maar eerlijk is eerlijk, ik dacht dat deze dame van middelbare leeftijd met licht overgewicht een ander idee zou hebben van een uitdagend pad dan ik. Ik had potjandorie 4 maanden geleden nog een hele marathon gelopen, uitdagend smuitdagen. Hoe moeilijk kan een pad langs het water zijn? Langs het water is het plat en lekker koel met een briesje en als een pad op de kaart staat, is dat natuurlijk een goed onderhouden pad. Het is toch gewoon Nederland? Precies!

De lieve dame zette me af aan het begin van het trail met een wijzende vinger en welgemeend good luck. Waar het pad dan, vroeg ik aarzelend? Nou daar, zei ze, wijzend op een struik. Ik bleek gewoon even wat struiken aan de kant te moeten duwen om erdoor te kunnen. Dichtgegroeid vanwege het off season, vermoedelijk. Maar goed, ik was op het trail, lekker een stukje rennen langs het water. Het eerste stuk was plat en wat zanderig maar goed te doen. Schitterend uitzichten op zee, dit gaat toch een heerlijk tochtje worden!

Ik had er zin in, en nam zelfs even de tijd om lekker te glimlachen voor de foto. Die mensen thuis in Nederland in de regen, haha, ik zou ze eens hebben met mijn jaloersmakende foto’s.

Na mooi een plat stuk begon het pad toch wat te stijgen, en van een wandelpad was ook geen sprake meer, het ‘pad’ was nu een strookje van platgestampte struiken van ongeveer 1 schoen breed. Dit zou nog wel eens uitdagend kunnen worden. Zou die local dan toch iets weten over de omgeving hier? Het is niet uit te sluiten…

Een lange hardloop/wandel/klautertocht volgde waarbij ik me op sommige stukken met handen aan de rotsen vast moest houden. Op het hele stuk kwam ik maar een ander persoon tegen, een eenzame wandelaar tegen. De rest van het eiland was waarschijnlijk wijzer dan in deze hitte gaan rennen of wandelen op een stijl bergpad. Pas na 7 kilometer was het einde in zicht, eindelijk, ik was van het wandelpad af en weer op een straat! Van puur plezier maakte ik een foto van mijn nieuwe schoenen op een stukje weg. Asfalt jaaaahoe! 

Eindelijk weer lekker ontspannen rennen in plaats van klimmen en voorzichtig zijn bij iedere stap. Maar natuurlijk had ik weer buiten de waard gerekend. In mijn ogen was een eiland nog steeds een stuk vlak land, Texel, Terschelling, Ameland, dat waren de eilanden die ik kende. Een stukje negatieve transfer, kunnen we wel zeggen. Sint-Maarten is ontstaan door tektonische activiteit en dus een soort klein bergje dat uit de zee opstaat.  Iets verderop op mijn fijne asfaltweggetje begonnen we weer te stijgen! Ik moest weer van ca. 15m boven zeeniveau, waar het pad geëindigd was (zie pijl op het hoogtekaartje) nog klimmen tot 100m, en daarna weer dalen tot ik terug bij het hotel was. 

Het mooie was wel dat ik ondertussen reflecteerde op mijn mentale toestand tijdens het hardlopen. In zijn (misschien alleen voor hardlopers leuke) boekje ‘Waarover ik praat als ik over hardlopen praat; vertelt Haruki Murakami, in een vorige KomenskyPost blog schreef ik nog over zijn laatste roman, over het mentale aspect van lange afstandslopen. Je moet jezelf de hele tijd maar blijven vertellen dat je dit echt wilt, dat het echt leuk is. Als je niet voortdurend tegen jezelf liegt dat het allemaal top is, dan haal je het einde niet. De mogelijkheid van gewoon stoppen, op de stoep gaan zitten en een taxi bellen of wachten op de bezemwagen ligt voortdurend op de loer, je moet mentaal sterk zijn. Onderzoek laat ook zien dat hardlopers die zichzelf (in stilte) moed in praten minder vaak afhaken in lange races.

Dat mentale doorzetten, dat ervoer ik heel sterk in deze tocht. Ik had me de alle kilometers van het trail voorgehouden: als ik het eind van het trail maar haal, vanaf daar wordt het vanzelf makkelijker. Toen dat niet zo bleek, en er nog een hindernis volgde, merkte ik dat het me lukte om mentaal te schakelen. Oké, er komt nog een bergje aan, maar je hebt het toch maar mooi gedaan tot nu toe, ook dit lukt je wel. Zie je daar in de verte het dorpje al liggen? Je bent er bijna. Wat ben je ook een slimmerd dat je een flesje water hebt meegenomen! Goed werk Hermans. Zo sloeg ik mezelf ook door de laatste kilometers.

Deze 10 kilometers werden later, zoals veel ellende en pijn, een mooie herinnering aan wat ook mijn laatste buitenlandse trip van 2020 zou blijken, en misschien wel van een nog langere periode.

Niet alle eilanden zijn Waddeneilanden, zo leerde ik tijdens deze reis. Dat was een goede les, en een illustratie dat je eigen vooroordelen over de hoe de wereld eruitziet, of eruit hoort te zien altijd sterk gekleurd door wat je tot dan toe gezien hebt in het leven.

Liefhebbers bekijken Felienne’s route inclusief foto’s en routekaartje hier: https://www.strava.com/activities/3141639724

Dr.ir. Felienne Hermans, is informaticus werkzaam bij de Universiteit Leiden en marathonloopster. Ze is actief in de Scratch-gemeenschap, doet onderzoek naar programmeeronderwijs en stimuleert computational thinking in het onderwijs.

Geef een reactie

19 − 9 =

Translate »