Coaching, Leraren, Lerarenbegeleiding, Ondersteuning, professionaliseren, Vlaanderen

Starters vang je samen op

Vincent Vandevyvere 

Het lerarentekort zet het Vlaams onderwijs sterk onder druk. Zorg voor starters verdient en krijgt stilaan extra aandacht op alle beleidsniveaus. Een kwaliteitsvolle aanvangsbegeleiding is ook een bezorgdheid van FOPEM, een kleine koepel die 26 methodescholen (Freinet en ervaringsgericht onderwijs) Vlaanderenbreed ondersteunt. FOPEM werkte een apart traject uit voor zijn starters en mentoren en blijft zoeken hoe het hierbij de beste resultaten genereert. In dit artikel beschrijft Vincent Vandevyvere, pedagogisch begeleider bij FOPEM, hoe zij daar werk van maken. 

Hoe het begon 

Sinds 2016 hebben we binnen ons breed navormingsaanbod een specifiek programma voor starters. In de eerste jaren was de aanpak eenvoudig: we kwamen twee keer per jaar met een groep  beginnende leerkrachten bij elkaar en organiseerden intervisie. Al hun vragen kregen een plaats en we zochten als groep naar passende antwoorden. De pedagogisch begeleider gaf aansluitend tips en materiaal mee en coachte hen zo goed mogelijk door hun eerste maanden in het onderwijs. Doordat de deelnemers zelf de inhoud aanbrachten, hadden we het vaak over klasmanagement en de specifieke didactiek van het methodeonderwijs. De pedagogisch begeleider coachte ook een aantal starters op de werkvloer. 

Deze sessies waren waardevol maar hadden beperkingen. De starter kwam twee keer per jaar naar Brussel maar werd verder niet opgevolgd of ondersteund. De inhoud kon ook beter: de leervragen waren meestal ad hoc en heel praktisch. Het ontbrak ons aan kapstokken en kaders om die vorming meer diepgang te geven.  Na evaluatie met deelnemers, directies en het bestuur van FOPEM kwam vooral naar boven dat lesgeven in het methodeonderwijs niet evident is en dat we vanuit de begeleidingsdienst een aanbod rond Freinet en ervaringsgericht leren moesten voorzien. Bleek ook dat de beperkte coaching voor de starter ontoereikend was en niet per se vanuit Brussel moet komen. Een starter wordt beter dagelijks op de school zelf ondersteund. 

We hadden in diezelfde periode ook een lerend netwerk van zorgcoördinatoren die kennismaakten met het GOL(L)D-concept van Inge Van de Putte. Via een train the trainer-proces maakten we de zorgcoördinatoren sterker in het coachen van collega’s en in het omgaan met diversiteit. In 2018 leerden we het inspirerend coachen van Jef Clement kennen en volgden alle pedagogisch begeleiders van FOPEM een intensieve cursus via Arteveldehogeschool. We ervaarden dit als een mooi vervolg op wat we eerder al in het GOL(L)D-concept waardeerden. 

Mentorschap 

Op 1 september 2019 werd aanvangsbegeleiding verplicht en kwamen de mentor en de mentoruren sterker in beeld. Onderzoekers en expertisecentra ontwikkelden in die periode heel wat inzichten en ondersteunend materiaal. Wij onderzochten in die periode vooral het materiaal van www.startkracht.be en leerden Johan De Wilde (Odisee Hogeschool) en zijn boek ‘De startende leraar’ kennen.  

In 2020 lanceerden we een nieuw aanbod voor onze starters én mentoren. We brachten de groep niet twee maar drie keer per jaar samen en gingen in de eerste sessie met beide actoren en met Johan De Wilde als gastdocent samen aan de slag. Hij nam iedereen mee in zijn verhaal rond vijf sleutelprincipes: (1) begeleid starters samen, (2) zie de talenten van starters, (3) focus op informeel leren, (4) personaliseer de begeleiding en (5) blijf professionaliseren. 
In de tweede en derde sessie lag de focus voor de starter op het methodeonderwijs en gaven we noodzakelijke kapstokken mee over de visie van Freinet en ervaringsgericht onderwijs, telkens aangevuld en geïllustreerd met sterke praktijken uit ons eigen netwerk.

Ondertussen trainden we de coachingsvaardigheden van de mentoren verder die we in de eerste sessie aangebracht hadden. In 2021 organiseerden we zelfs een extra vorming rond coachingsvaardigheden voor ons hele netwerk. Mentoren, zorgcoördinatoren en directies konden er leren en oefenen hoe ze startende leerkrachten en bij uitbreiding alle collega’s op een waarderende en betrokken manier kunnen coachen en doen groeien. 

Vanaf 2020 werken we met een tweejarige cyclus, en bieden we voor het eerst nazorg en opvolging aan de beginnende leerkrachten. Concreet voorziet de PBD in het tweede jaar twee terugkomdagen, waar starters en mentoren apart via intervisie hun praktijk delen en versterken. De pedagogisch begeleider blijft tussendoor beschikbaar (coaching op maat en digitale interventies via Teams) om vooral de coach te ondersteunen in het opvangen van de starter op zijn of haar school. Dit schooljaar zijn we gestart met een nieuwe cyclus en ontvingen we voor de eerste bijeenkomst in oktober 36 deelnemers, waaronder 24 starters en 12 mentoren. 

 Sterke troeven 

Vooral het gedeeld mentorschap is voor ons een belangrijk inzicht dat we sterker zijn gaan uitwerken. De mentor matcht niet bij alle starters en kan onmogelijk expert zijn voor alle leervragen. Scholen begeleiden ze best in team om alle beschikbare talenten in te zetten. Het is een illusie te denken dat de schamele twee mentoruren volstaan om het complexe verhaal van aanvangsbegeleiding te schrijven. We investeren beter in een open schoolcultuur, waarin iedereen leert en vragen durft stellen. Dat hoeft niet altijd in vaste vergaderblokken of aan de hand van ingewikkelde stappenplannen. Collega’s leren ook tussendoor bij het koffieapparaat. Inzetten op informeel leren is een tweede belangrijk element dat we aan onze mentoren, zorgcoördinatoren en directies willen meegeven. 

Teamleren heeft geen baat bij een opdeling tussen beginners en experts. We moeten starters meteen als volwaardige collega’s zien die met veel energie, persoonlijke talenten en innovatieve ideeën bij ons binnenkomen. Een directeur kan hier extra aandachtig voor zijn en ook de starter een stem en een forum geven.   

Het is belangrijk om het mentorschap in het breder verhaal van professionalisering te bekijken. Elke leerkracht heeft leervragen en verdient leerkansen en elke leerkracht kan tegelijk ook coach zijn. Met wat eenvoudige kaders en door het vaak te oefenen kan iedereen het al doende leren. 

Taak van de pedagogische begeleiding 

FOPEM trekt het inspirerend coachen daarom door in alle vormingen en interventies op scholen. We proberen zelf model te staan en aandachtig te zijn: Wat neem je hier nu al uit mee? Ik voel dat je hier energie van krijgt. Wat is er nodig om het morgen wel haalbaar te maken? … 

Het is in diezelfde context dat we dit schooljaar met de directies een traject lopen rond evaluatie- en functioneringsgesprekken. Zij zijn officieel eerste evaluator en verantwoordelijk voor het functioneren van hun teamleden. Deze communicatie moet eerlijk verlopen binnen transparante en overeengekomen procedures. Deze gesprekken hoeven daarom niet vanuit een fixed mindset gevoerd te worden. Ook hier willen we inzetten op groeikansen en persoonlijke doelen: Waar loop je vast? Welke professionaliseringsnoden zie je zelf? Wat kan je bieden aan collega’s? Waar wil je binnen drie of vijf jaar staan hier op school? … 

Bronnen: 

Bracke, G., De Lathouwer, B., Michels, S., & Permentier, L. (2019). Startkracht! Krachtig starten als leerkracht in het basisonderwijs! 

Beausaert, S. (2016, 2 8). Leren van elkaar is efficiënter dan formeel leren. Klasse.  

Clement, J. (2008). Inspirerend coachen: de kunst van dynamisch en uitdagend communiceren. Lannoo Campus. 

De Vos, S., De Wilde, J., & Beausaert, S. (2018). Start to teach.Inspiratiegids over aanvangsbegeleiding in het onderwijs. Garant Uitgevers nv. 

De Wilde, J. (2020). De startende leraar: leraar worden en blijven. Lannoo campus. 

De Wilde, J., de Windt, E., Van de Putte, I. (2010). Klassewerk – het GOL(L)D-concept. 

Leren van je collega’s levert veel (meer) op! . (2014, 07 23). Opgehaald van lerendeoverheid.com: www.lerendeoverheid.com.  

Maes, J., Martin, A. (2019). Startende leerkrachtenbouwen aan zelfvertrouwen en begeleiding. Politeia. 

Mariën, D. (2021). Aanvangsbegeleiding voor beginnende leraren als een recht en plicht: een mixed-method onderzoek. Scriptie Universiteit Gent.  

März, V., Snauwaert, I., & prof. dr. Kelchtermans, G. (2012). Professionalisering in praktijk. Evaluatie van het professionaliseringsbeleid van basis- en secundaire scholen. Brussel: Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming.  

Timperley, H. (2010). Using Evidence in the Classroom for Professional Learning. New Zealand: University of Auckland.  

Van den Branden, K. (2015). Onderwijs voor de 21ste eeuw: een boek voor leerkrachten en ouders. Leuven: ACCO.  

www.mycompass.be 
 
www.startkracht.be 

www.talentenkaart.be 

Vincent Vandevyvere (1976) is onderwijzer en sinds 1999 actief in het Vlaamse methodeonderwijs.
Hij werkte lange tijd in De Levensboom en richtte in 2009 samen met een aantal collega’s Buurtschool VTEX op.
Sinds 2015 werkt hij als pedagogisch begeleider bij FOPEM, een kleine onderwijskoepel die 27 onafhankelijke methodescholen Vlaanderen-breed ondersteunt.FOPEM geeft navorming en ondersteuning in kwaliteitsvol ervaringsgericht onderwijs en Freinetonderwijs.
Hij studeert op dit moment ook Onderwijswetenschappen aan de Universiteit van Antwerpen.Hij probeert op die manier theorie aan praktijk te koppelen om directies en leerkrachten mee te helpen groeien.

Geef een reactie

4 + 4 =

Translate »