Jan Lepeltak
Dit artikel van mijn hand is 25 jaar geleden gepubliceerd. Zie de verschillen maar ook de overeenkomsten. De naïviteit over ‘het nieuwe leren’. De luchtkastelen van Dan Tapscott. Maar ook het hardnekkige voortijdig schoolverlaten dat al in 1998 een serieus probleem was. De ‘It’s the curriculum, stupid!’ een waarheid als een koe.
In Digitaal opgroeien (Growing up Digital. The Rise of the Net Generation) het laatste boek van de Amerikaanse bestsellerauteur Don Tapscott’s, wordt onder meer een beeld geschetst van de crisis in het onderwijs aan de N-Gen (Net-generation). De N-geners (spreek uit zoals ‘enginers’) zijn de kinderen van de bamyboomers. U weet wel waar u en ik, kortom het grootste deel van de huidige leerkrachten uit bestaat. Ze groeien op met Internet, MTV en Nintendo en ze gaan naar school. Dat laatste vaak met groeiende tegenzin. Die crisis is geen typisch Amerikaanse zaak. Het economische succes van ons poldermodel is geen reden tot zelfgenoegzaamheid. Zeker niet wat ons onderwijs betreft. Onze uitgaven voor onderwijs blijven zo’n 10% achter bij het gemiddelde van de andere geïndustrialiseerde landen. En wat te denken van het gegeven dat bijna één op de drie leerlingen het voortgezet onderwijs verlaat zonder een diploma? Het gaat vaak om leerlingen in de bovenbouw HAVO/VWO, weten we uit eerder onderzoek. Niet direct de domsten mag je aannemen. “Voortijdig schoolverlaten dient volgens het ministerie krachtig te worden tegengegaan”, klinkt stoer in een persbericht van OC en W van enige tijd geleden, maar op welke wijze dat gebeuren moet staat er niet bij. Verder heb ik er weinig van gehoord in de pers. Stel u voor dat bij een onderneming 30 % van de artikelen in het productieproces de eindlijn niet haalt, dan kan nooit lang duren met dat bedrijf.
De kleine miljard gulden die de overheid wil uittrekken voor ICT de komende 4 jaar (als alles doorgaat), vormt een gering bedrag vergeleken bij deze kapitaalvernietiging op een jaarlijkse begroting van ruim 7 miljard voor het voortgezet onderwijs.
Het leveren van technologie (computers, netwerken, software) alleen is natuurlijk niet dé oplossing van al deze problemen. Net zomin als het zin heeft, om met Tapscott te spreken, om een willekeurige hoeveelheid boeken in een school te dumpen: ‘It’s the curriculum, stupid!’, waar het uiteindelijk om draait.
Er dient een principiële verandering plaats te vinden in de inhoud en de wijze van lesgeven. De didactiek, de organisatie, de inhoud en ICT moeten daarbij een belangrijke rol spelen in de vernieuwing. Misschien kwam de basisvorming wel te vroeg en de herziening van de tweede fase te laat. Van broadcast-learning (niet te verwarren met televisie, al leer je daar waarschijnlijk even weinig van) naar interactief-leren, daar gaat het volgens Tapscott om. Van de huidige situatie waarbij één leraar (een zender) zijn les afdraait voor de grote groep, naar interactief leren. Leren dat meer past bij de wijze waarop N-geners met hun wereld omgaan,
Tapscott noemt de acht grote verschuivingen die dienen plaats te vinden:
van lineair sequentieel leren naar hypermedia leren;
van instructie naar constructie en ontdekkend leren;
van leraar gecentreerd naar leerling gecentreerd leren;
van het opnemen van leerstof naar leren zelfstandig te leren;
leren doe je alleen tijdens je schooltijd; leren doe je je leven lang;
van ‘one-size-fits-all’-confectieleren naar leren op maat;
van leren als marteling naar leren kan leuk zijn;
van leraar als zender naar leraar als facilitator.
Aan deze lijst zou ik willen toevoegen:
van leren als solist naar leren in sociale en elektronische netwerken.
Zijn dit nu allemaal mooie luchtspiegelingen? Ik denk het niet, alleen het tempo van verandering valt moeilijk te schatten. Aanzetten voor wat wel eens het nieuwe leren wordt genoemd, trof ik afgelopen najaar in de Verenigde Staten aan. Niet op dure privé-scholen maar op openbare scholen in Austin en Houston (Texas) waar leerlingen met behulp van eenvoudig te gebruiken programma’s als Hyperstudio voor allerlei vakken hun eigen non-lineaire multimediale werkstukken maken. Daarbij halen ze hun informatie (teksten, beelden, geluiden, video) van Internet. Maar ook in Cambridge (Massachusetts) waar basisschoolleerlingen met behulp van goede software aan tele-mentoring doen. Rond een bepaald onderwerp worden volwassenen met behulp van email ondervraagd. Natuurlijk is leren veel meer dan alleen maar informatie opzoeken. Binnen rijke krachtige leeromgevingen kunnen microwerelden worden nagebootst, van mierenkolonie tot verkeersfile. Mitchel Resnick van het Medialab van het MIT geeft in zijn boek Turtles, Termites and Traffic Jams fraaie voorbeelden van deze vorm van constructivistisch leren met behulp van zijn taal Starlogo. Leerlingen kunnen zo eigen microwerelden creëren en ontdekken welke processen aan allerlei zelforganiserende systemen ten grondslag liggen.
Het succes van al deze voorbeelden komt natuurlijk niet puur voort uit de toegepaste techniek maar uit de gedreven leerkrachten die het gebruik van Internet in hun lessen weten te integreren (van geschiedenis tot natuurkunde, muziek en tekenen). Leraren die niet bang zijn om van oudere leerlingen iets te leren over ICT-gebruik, die openstaan voor verandering. En die, dat moet eerlijkheidshalve worden vermeld, niet onder de druk van een landelijk eindexamen staan.
Dat laatste speelt overigens nauwelijks een rol in de basisschool en de 1e fase van het VO.
Waar dringende behoefte aan bestaat zijn goed uitgewerkte en inspirerende voorbeelden van ICT-gebruik in de vakken. Om die ontluikende praktijken (emerging practices) op te sporen, over te dragen en er uit te leren zullen we alle beschikbare media moeten inzetten, al was het alleen maar om iets te doen aan het schandaal van die 30% voortijdige schoolverlaters die jaarlijks de polder in worden ingestuurd.
Paul Jansen
Dag Jan,
Ik ben benieuwd naar je actuele vervolg op dit artikel uit 1998. Wat is er terecht gekomen van de toenmalige visies over de rol van ICT in het onderwijs? Wat is nu de rol van ICT in het leven van de leerlingen, in het onderwijs dat zij genieten c.q. ondergaan? Welke visies heersen er nu over ICT en onderwijs?
de auteur
Dank Paul voor je reactie. Ben ik wel van plan binnenkort.