Onderwijs2032, Onderwijscoöperatie

OnsOnderwijs2032, gaat het wel lukken?

De Onderwijscoöperatie sleutelde nog enkele maanden met leraren en een regiegroep aan het advies van het Platform2032. Het ei is gelegd en onlangs verscheen het eindadvies ‘OnsOnderwijs2032’.  Het bedrijfsleven als toekomstige afnemer komt nauwelijks  ter sprake  en de SLO eist al een duidelijke rol. 

Door Ankie Cuijpers

 “In 2032 ben ik klaar om aan het werk te gaan”

Het moet gezegd: het online magazine dat de verdiepingsfase oplevert is overzichtelijk en informatief. Wat opvalt is de marginale rol van het bedrijfsleven. Terwijl uit een onderzoek door het World Economic Forum blijkt dat zo’n 18% van het menselijk kapitaal in Nederland op dit moment onbenut blijft door achterblijvende investeringen in opleiding en bijscholing. Dit komt onder andere door de slechte afstemming tussen de huidige onderwijssystemen en de (toekomstige) arbeidsmarkt.

Misschien moeten we meer naar Duitsland kijken. Het motto van de nationale ICT conferentie in Saarbrücken  luidt “Lernen und Handeln in der digitalen Welt”. Daarbij moeten in het jaar 2025 de daar gestelde doelen bereikt  zijn, zoals basiskennis van informatica en programmeren voor alle schoolvertalers. Voortvarendheid kan men de Duitsers niet ontzeggen. De rol van het bedrijfsleven bij het onderwijs is bij onze oosterburen prominent aanwezig.  Denk maar eens aan de Stiftungen.

De Duitse media ruimen plek in voor de mening van het bedrijfsleven als het gaat om bijvoorbeeld de digitalisering in het onderwijs. In een videoreportage  van de zender NDR over het gebruik van mobieltjes in de les zien we niet alleen de docent en zijn klas, maar ook Ingo Kramer, voorzitter van de Duitse werkgeversorganisatie. Namens de werkgevers uit hij kritiek op het feit dat leerlingen over onvoldoende digitale vaardigheden beschikken. De conferentie vormt de aanzet om gezamenlijk met alle betrokken partijen daar verandering in te brengen.

In de video op de site van OCW vraagt een jongen zich af of we wel de juiste dingen leren om nieuwe ontdekkingen te doen. “Wat moet ik kennen en kunnen als ik klaar ben met school? Leren we eigenlijk wel de juiste dingen, voor morgen en voor 2032, want in 2032 ben ik klaar om aan het werk te gaan. “ Voor dat werk is met name het bedrijfsleven verantwoordelijk.  Hun rol in het eindadvies, althans op papier, is gering. In een enkele passage in het magazine valt te lezen “Alle sectoren wijzen er daarnaast op netwerken te benutten waarin ze samenwerken met maatschappelijke organisaties en bedrijfsleven …”

De maatschappij verandert en het onderwijs mag niet achterblijven. De inhoud van het onderwijs dient aan te sluiten op de toekomst van de leerlingen. Reden voor OCW om het Platform Onderwijs 2032 opdracht te geven tot een onderzoek naar een nieuw curriculum. De hamvraag luidt: “Wat moeten kinderen nu leren om straks goed op de toekomst en het vervolgonderwijs te zijn voorbereid?”  Delegaties van Onderwijs2032 maakten mooie (school) reisjes onder andere naar British Columbia   en Finland en Estland om die vraag te beantwoorden.  En het bedrijfsleven?

Als een toegift bungelt de bijdrage ‘reacties uit het bedrijfsleven’ helemaal aan het eind van het magazine.  Mariëtte Hamer verwoordt vanuit de Sociaal Economische Raad wat leerlingen nodig hebben op de arbeidsmarkt. Die markt verandert snel en vraagt om mensen die creatief zijn en mensen die kunnen samenwerken. Ook zijn er mensen nodig die veel weten. Het advies: handhaaf de basisvaardigheden, maar kijk of men nieuwe vakken kan integreren. Zoals het leren omgaan met anderen, het leren leren en digitale vaardigheden.  Zij zegt uitdrukkelijk dat leraren en ook leerlingen zelf het beste mee kunnen denken hoe je dat optimaal vorm kunt geven.

Het aantal bezoekers dat de video van Mariëtte Hamer bekijkt,  is zeer gering.  Als dit een maat is voor de belangstelling voor het online magazine dan is de vraag hoe dit komt.  Is het toch de tijd die ontbreekt?  Of is datgene wat het bedrijfsleven vindt minder interessant voor de lezer? Laten we hopen van niet, vooral voor die jongeren die in 2032 aan het werk willen.

De rol van de leraar bij het vormgeven van een toekomstgericht curriculum

De grote lijnen zijn uitgezet zoals in onderstaand filmpje te zien is. Nu gaat het om de invulling van het toekomstgerichte curriculum. Uit de verdiepingsfase blijkt, dat leraren graag een veel stevigere rol in de curriculumontwikkeling willen.

 

In de SLO notitie ‘Ruimte en sturing in het onderwijssysteem’  valt te lezen, dat op het gebied van curriculumontwikkeling leraren voldoende expertise en vaardigheden moeten bezitten om:

  • landelijke doelen te vertalen naar een eigen schoolcurriculum;
  • de brede onderwijsdoelen in het schoolcurriculum te borgen, inclusief het evalueren ervan zowel op het gebied van het meet- als merkbare;
  • voor blijvende verbetering en vernieuwing te zorgen en daarvoor verantwoordelijk te worden gehouden

De SLO schiet alvast te hulp met enkele aanbevelingen naar aanleiding van de besproken factoren voor landelijke curriculumontwikkeling.  Hiervoor verwijs ik naar de notitie.

Het verplicht stellen van het lerarenregister lost een mogelijke tekortkoming aan expertise en vaardigheden op korte termijn in elk geval niet op. Ook is nog niet duidelijk hoe men de betrokkenheid van meer leraren vorm kan geven zodat het curriculum uiteindelijk niet door de SLO in Enschede wordt bepaald.

 

  1. Reactie door auteur

    admin

    Ben Wilbrink via Twitter: “Laat je niet op sleeptouw nemen door de hypes van onze onderwijsverzorgers (SLO etc.) en het het bedrijfsleven”.

Geef een reactie

72 − 70 =

Translate »