Beleid, Docenten, Kwaliteit, Onderwijs2032, Onderwijscoöperatie, Politiek

BON wil alternatief voor de Onderwijscoöperatie

Thierry Baudet (FvD - 2e links) en Harm Beertema (PVV - uiterst rechts) roken een sigaretje buiten de congreszaal. Foto: J.Lepeltak

 

Door Jan Lepeltak

Er is een nieuw initiatief van Beter Onderwijs Nederland (BON) waarin leraren volgens BON werkelijk participeren. Het gaat om de Onderwijs Alliantie Nederland (OAN) die een alternatief moet vormen voor de Onderwijscoöperatie (OC). Samen met Leraren in Actie, de vakbond die mede is opgericht als alternatief voor de AOb, zijn er contacten gelegd met o.a. de vakverenigingen voor Levende Talen en de Nederlandse Vereniging voor Wiskundeleraren (NVvW). Dit maakte BON-voorzitter Ad Verbrugge bekend op het afgelopen week gehouden jaarcongres van BON.

Dat BON niet erg gelukkig is met de gang van zaken rond Onderwijs2032 en de betrokkenheid van OCW bij de Onderwijscoöperatie (OC) is bekend. De invloed van de door OCW gesubsidieerde OC wordt volgens BON steeds groter. Daar komt bij dat in de regiegroep van Onderwijs2032 leraren geheel ontbreken. Schoolleiders die enkele uurtjes lesgeven tellen even niet mee. Kortom de vertegenwoordigers van de oude onderwijsbastions van onderwijsbestuurders domineren in de regiegroep.

Daar kwam nog een uitgelekte notitie van de regiegroep bij, weliswaar worden daarin alle kamermoties met betrekking tot Onderwijs2032 uitvoerig geciteerd, maar de lezer krijgt op onderdelen de indruk dat men toch een eigen spoor trekt. Zie: https://www.beteronderwijsnederland.nl/wp-content/uploads/2017/05/Brief-versie-03-regiegroep.pdf.

Er werd in de Tweede Kamer uitdrukkelijk gesteld dat de Kamer zich alleen bezighoudt met het wat en niet het hoe. Geen ontwikkelteams voor vakoverstijgende vaardigheden en persoonsvorming (motie Rog c.s.). Daar lijkt de regiegroep wat op gevonden te hebben door haar activiteiten wat op te rekken. Zo wil men een verkenning starten om te zien hoe men de scholen handvatten kan geven voor hoe men met o.a. de emotionele ontwikkeling van leerlingen op school om kan gaan. Alsof dit niet al gebeurt. Deze handvatten worden dan uiteraard uitsluitend ter inspiratie aan het veld aangeboden niet aan de overheid. Of zoals men stelt: “Ook is het voor scholen een thema hoe een onderwerp als persoonsvorming ruimte en waardering kan krijgen in het keuzedeel”.

Later verklaarde de regiegroep dat hier slechts sprake was van een oude gespreksnotitie die geen formele waarde heeft, maar is gebruikt voor gesprekken met betrokkenen. In ieder geval wordt duidelijk welke kant deze gesprekken opgaan.

Nederlandse taal in de verdrukking?

Taal en digitaal waren de thema’s van het BON-congres. Aanleiding is de toenemende verengelsing van met name het hoger onderwijs. Dit mede onder invloed van het grote aantal buitenlandse studenten (inmiddels ruim 112.000). De ‘taalkwestie’ werd in een helder betoog van de hoogleraar Franse taalkunde Henriëtte de Swart in een passend kader geplaatst. Het hanteren van een algemene taal voor communicatie is in de loop van de westerse geschiedenis heel gebruikelijk geweest in cultuur, wetenschap en handel . Zo gebruikte men in de middeleeuwen het Latijn, in de late renaissance het Italiaans en in de 18e en 19e eeuw was het Frans heel erg favoriet. Nu is dat het Engels. Prof. de Swart hield een pleidooi voor meertaligheid, waarbij goede beheersing van de eigen taal wel voorwaarde is. Meertaligheid heeft een aantal cognitieve voordelen zoals betere leerprestaties, culturele voordelen zoals toegang tot andere visies in de wereld. Daar komen de economische voordelen nog bij. Meerwaarde voor een bedrijf, organisaties, politiek en diplomatie. Engels is nu eenmaal de lingua franca van deze tijd dus heel belangrijk voor Nederland. Duits met onze oosterburen als grootste handelspartner is ook belangrijk en dat geldt ook voor de taal van ons grootste vakantieland Frankrijk.
Investeer in doorlopende leerlijnen voor Nederlands en de vreemde talen. Investeer in Engels maar ook in andere talen. Investeer in meer dan alleen taalvaardigheid maar ook in reflectie en taalbeschouwing. Volgens de wet op het hoger onderwijs dienen colleges en tentamens in het Nederlands afgenomen te worden tenzij er goed redenen zijn daarvan af te wijken. Ad Verbrugge wil daarom, in navolging van Italië, een rechtszaak tegen de staat aanspannen om deze te dwingen dit wetsartikel ook te handhaven.

Ad Verbrugge overhandigde een mede door hem geschreven boek getiteld Onderwijs in tijden van digitalisering aan een van auteurs, de bekende Engelse schrijver Theodore Dalrympe. Dalrympe gaf een onderhoudende lezing over de psyche en ICT en begon zijn lezing met zijn verbazing uit te spreken over het grote aantal senioren in de zaal. Hij verwachtte een heel jeugdig publiek, maar dat viel tegen.

Het politieke forum ging ook over de verdringing van het Nederlands in het HO. Het was niet echt een BON-onderwerp getuige de lauwe reacties in de zaal. De meeste onderwijsspecialisten uit de kamer hadden een neiging tot behaagziekte en waren het er volledig mee eens dat er iets moet gebeuren. Paul van Meenen (D66) zag het iets genuanceerder wees ook op alle voordelen die de buitenlandse studenten met zich meebrengen. Ze leren Nederland kennen, zijn hooggekwalificeerd en bevorderen zowel de wetenschappelijke als economische contacten. Maar goede beheersing van het Nederlands moet de basis zijn. Hoe moeilijk het is om het Nederlands goed te beheersen gaf Thierry Baudet aan. Baudet die men nooit van enige bescheidenheid heeft kunnen betichten wees erop dat hij ondanks het feit dat hij zes boeken heeft geschreven, waarvan een in het Engels, nog steeds het Nederlands niet voor 100% beheerst.

Verbrugge leidde het politiek forum en niet de dagvoorzitter. Een zeer ongelukkige keuze. Een gespreksleider die vervolgens steeds zijn eigen mening formuleert en dan in discussie gaat met de forumleden zorgt voor een rommelig geheel met te weinig kansen voor de zaal. Wat betreft de OC gaf Van Meenen duidelijk aan dat hij grote twijfels heeft over de mate waarin de OC de docenten vertegenwoordigt. Jammer maar vooralsnog zal hij als volksvertegenwoordiger met veel verschillende groepen in gesprek moeten gaan om over het onderwijs te praten.

Het maakt niet uit want in het parlement gebeurt nauwelijks iets interessants.  (Thierry Baudet)

President Macron heeft in zijn verkiezingsprogramma een algemeen mobieltjesverbod op Franse scholen beloofd. Hoe denkt men daar in Nederland over? In het algemeen waren bijna alle aanwezige onderwijsspecialisten voor een ban op mobieltjes tijdens de les (Rog CDA, Van Meenen D66, Beertema PVV, Kwint SP, Baudet FVD). Ik vroeg later in een nagesprekje of dat eigenlijk ook niet voor parlementsleden moest gelden tijdens plenaire debatten. Het gepriegel op die smartphones is voor menig kijker irritant. Beertema reageerde begripvol. Baudet vond het onzin. Het maakt niet uit want in het parlement gebeurt nauwelijks iets interessants. Maar waarom ben je er dan in gaan zitten vroeg ik hem? Om het systeem te gebruiken en zo een brede beweging te starten. Ik vroeg hem naar zijn tweet over Trump waarin hij hem prees voor zijn leiderschap. “Trump wouldn’t just be great leader for America: he would be a great leader for the West as a whole” Was dit nu een hoax of echt zijn tweet? Het laatste was het geval. Stond hij er nu nog achter? Nou, Trump was hem wel wat tegengevallen, maar over enkele weken gaat hij naar het campagneteam van Trump en dan hoopt hij meer te horen.

 

Geef een reactie

48 − 46 =

Translate »