De stukken over het onderwijs op Aruba van Arnoud Kuijpers en zijn gesprek met de Arubaanse onderwijsminister hebben kennelijk de toorn opgewekt van topambtenaren uit Aruba en Curaçao. Hier volgt hun reactie die Komenskypost ontving. Andere reacties verschenen in het dagblad de Amigoe. http://www.knipselkrant-curacao.com/opinie-commentaar-op-opiniestuk-stop-op-aruba-met-examens-in-het-nederlands/
Arnoud Kuijpers zal later reageren.
Door: Samuel Dumfries & Gedion Isena
Twee weken geleden verscheen in de Amigoe en op Komenskypost de column ‘Stop met de Nederlandse Examens!’ van de heer Arnoud Kuijpers. Dit opiniestuk zou bij sommigen de indruk kunnen wekken dat de leraar Nederlands, de heer Arnoud Kuijpers een lans breekt voor de Arubaanse leerling, maar helaas is dit niet zo.
Zijn column begint met het verkondigen van enkele onjuistheden, die simpel hadden kunnen zijn voorkomen als de heer Kuijpers gewoon navraag had gedaan bij zijn collega’s (hij geeft zelf aan dat hij pas één jaar op Aruba is!). Het is onjuist om te stellen dat alle eindexamens op Aruba exact hetzelfde zijn als de examens die leerlingen in Nederland maken. De examens Geschiedenis, Aardrijkskunde, Spaans en Nederlands worden lokaal gemaakt. Hierdoor blijkt al meteen dat de heer Kuijpers zich in onvoldoende mate heeft verdiept in het voortgezet onderwijs op Aruba (en dan laten we kennis van het Arubaanse basisonderwijs maar buitenbeschouwing).
De suggestieve indruk die gewekt wordt alsof Arubaanse leerlingen heel gemakkelijk examens zouden kunnen afleggen in het Engels wordt nergens met feiten onderbouwd. Logisch, want het is incorrect. Het begrijpend lezen is al jaren een probleem in het voortgezet onderwijs op Aruba dat empirisch door de jaren heen is vastgesteld door de verschillende taalsecties binnen het voortgezet onderwijs.
In het opiniestuk worden taalachterstand, woordenschat en taalbegrip door elkaar gehaald. Het is evident dat de heer Kuijpers zich in zijn geheel niet, of in onvoldoende mate verdiept heeft in de verschillende onderzoeken die de sterke correlatie tussen woordenschatkennis en tekstbegrip bevestigen. Uit tientallen onderzoeken in verschillende landen wordt bevestigd dat de centrale factor voor tekstbegrip de woordenschatbeheersing is.
Het door de heer Kuijpers geconstateerd taalprobleem is door hem verkeerd benaderd daar dit niet op wetenschappelijk gronden is geschied. Mede daardoor biedt hij geen echte oplossingen aan. Ooit is dit probleem op Colegio Arubano (Havo/VWO school op Aruba) projectmatig aangepakt door de secties van de exacte vakken. Dit deden ze door, teksten met daarin basisbegrippen (vanwege de taligheid van de examens), noodzakelijk voor het begrijpen van hun vakgebied, te overhandigden aan hun collega docenten Nederlands. De leerlingen kregen binnen het schoolprogramma tekstverklaring trainingen met deze contexten. Deze trainingen hebben aantoonbaar geleid tot een beter taalbegrip van de leerlingen voor desbetreffende exacte vakken.
Dit wordt bevestigd door recent onderzoek waardoor verschillende onderzoekers nu het belang van de systematische opbouw en integratie van woordenschat benadrukken. De didactische implicaties hiervan zijn evident, namelijk: gerichte woordenschatverrijking. De heer Kuijpers kan zich beter hierin gaan verdiepen om zodoende zijn leerlingen op Aruba nog beter te kunnen begeleiden en de dan opgedane empirische kennis met zijn collega’s te kunnen delen.
Dat dit probleem dus niet enkel en alleen een Arubaanse probleem is blijkt uit het feit dat verschillende onderzoeken aantoonden dat de algemene zorg in zowel Vlaanderen als Nederland over de vraag of leerlingen in het voortgezet/secundair onderwijs in Nederland en Vlaanderen wel voldoende leesvaardig zijn, voortkwam uit het functionele belang ervan. Wie niet goed genoeg kan lezen, komt niet goed mee op school en in de beroepspraktijk, waar verschillende schriftelijke vaardigheden worden vereist. De gevolgen van een tekortschietende functionele schoolse leesvaardigheid zijn aanzienlijk, want deze leidt tot schooluitval en maatschappelijke achterstand (zie onder andere een studie van de Nederlandse taal Unie uit 2008, getiteld: Aan het werk! Adviezen ter verbetering van functionele leesvaardigheid in het onderwijs).
De facto biedt de heer Kuijpers geen oplossing aan voor de door hem geconstateerd probleem. Hetgeen hij als dé ‘oplossing’ presenteert is de facto het loskoppelen van het Arubaanse onderwijssysteem van het Nederlandse. Maar wat komt daarvoor in de plaats? En waar is empirisch aangetoond dat het beter zal zijn voor de Arubaanse leerling? Antwoorden op deze vragen ontbreken in z’n geheel in het opiniestuk. Een schoolsysteem bekritiseren zonder zich te hebben verdiept in de historie ervan en zonder gedegen onderzoek is op z’n zachts gezegd zeer discutabel.
De ‘wetmatigheid’ die de heer Kuijpers presenteert, namelijk dat de examens uit Nederland bij de Arubaanse leerlingen leidt tot een laag zelfbeeld, frustratie en onzekerheid, klinkt paternalistisch en riekt naar scoringsdrang en is de facto pseudowetenschap. Elk wetenschappelijk bewijs voor zijn ongenuanceerde stelling ontbreekt.
In het, wat sommigen aanduiden als het Ik-tijdperk, waarin wij leven, mag het geen verrassing zijn dat ego en populisme zich ook aanmelden bij complexe discussies zoals instructietaal in het onderwijs. Maar goed onderwijs staat of valt met eisen die gesteld moeten worden aan de beheersing van basisvaardigheden die van belang zijn voor het functioneren in de samenleving. Het verhogen van de basisvaardigheden taal en rekenen, op grond van kwalitatief goed wetenschappelijk onderzoek die consensus heeft binnen de wetenschap, moet centraal staan bij elke kwaliteitsverbetering van het onderwijs en niet emotionele retoriek die geen enkel wezenlijke bijdrage levert aan het steeds helpen verbeteren van het onderwijsniveau op Aruba.
drs. Samuel Dumfries en drs. Gedion Isena
Drs.Samuel Dumfries (links) was hoofd van de afdeling onderwijs van het Arubahuis (het kabinet van de gevolgmachtigd Minister van Aruba in Den Haag) hij is nu werkzaam als hoofd beleid bij de Directie Natuur en Milieu. Drs. Gedion Isena (rechts ) is senior beleidsadviseur bij de Directie Buitenlandse Betrekkingen op het regeringscentrum Fort Amsterdam op Curaçao. Beiden zijn jarenlang werkzaam geweest binnen het Arubaanse voortgezet onderwijs en zijn door verschillende ministers van onderwijs in verschillende commissie m.b.t. het voortgezet onderwijs benoemd.
Samuel Dumfries cosmopolitan11@hotmail.com
Rudo de Groot
Als taalcoach van Gilde begeleid ik een student van de HVA. Zij is na haar middelbare schoolopleiding op Curacao naar Nederland gekomen om hier een vervolgstudie te doen. Tijdens het eerste studiejaar werd zij van de opleiding verwijderd, omdat haar taalvaardigheid in het Nederlands ver onder het vereiste niveau was. Na een bijscholing is zij opnieuw begonnen en heeft mij verzocht haar daarbij te begeleiden. Ik kan u zeggen, dat is ook hard nodig. Wij (mijn student en ik) waren het dan ook hartgrondig eens met het stuk van de heer Kuijpers. Dat ook de schrijvers van bovenstaand artikel het eens zouden moeten zijn, bewijzen zij door een stuk te leveren dat wat stijl betreft echt heel slecht in elkaar steekt, nog afgezien van de taal/spelfouten. Heren, u doet studenten tekort als u ze met deze (Nederlandse) taalvaardigheid hun vervolgstudie in Nederland laat volgen.
Arnoud
Dank je wel voor je steun, dat waardeer ik zeer!
Hans de Vries
Begrijpelijke reactie. Als in Nederland een migrant na een half jaar zou verkondigen dat het onderwijs en daarmee elke politieke beslissing van de afgelopen decennia omtrent onderwijs niet deugt, zou het land te klein zijn.