Dooie mus als cadeau op de Dag van de leraar

Mohammed Guellai

Beste Ministerie van OCW en Arie Slob, 

We kunnen, of we willen of niet, er niet omheen. Het is de dag van de leraar.  

Ik kan alleen voor mijzelf spreken, maar wanneer aan mij wordt gevraagd of wij als leraar op zo een dag “iets verwachten” dan denk ik dat iedereen wel in een bepaalde vorm of mate behoefte heeft aan waardering, erkenning of respect. De een heeft meer behoefte aan een georganiseerde vorm van waardering dan de ander. Mooie momenten komen vaak onverwacht en uit het hart. Wat mij betreft is er niets mis mee om op een dag specifiek ergens bij stil te staan. Eigenlijk vind ik hier niet zo heel veel van, met uitzondering van vandaag. 

De grootste traktatie van vandaag gaf ik mijzelf: theatraal voorlezen en samen met de klas plezier beleven aan een mooi boek. De taart in de teamkamer smaakte ook dit jaar weer zoet om alles wat ons vak zo prachtig maakt. De zoete taart wordt echter al een tijdje opgediend onder een donkere wolk van een groeiend lerarentekort. Dat hoef ik u niet uit te leggen. 

Eenmaal thuis staarde ik met een warme kop thee door mijn keukenraam naar de kou en regen buiten. U, het Ministerie van OCW, had zojuist een tweet gedeeld van uw collega Ingrid van Engelshoven. Het betrof een dankjewel aan alle leraren van Nederland voor hun grote inzet, dus voelde ik mij aangesproken. En dat voelde toch onprettig. 

Het taartstuk van eerder op de dag sprong mij met terugwerkende kracht in mijn verkeerde keelgat. De warme kop thee hielp niet echt. Dat we nu ook letterlijk in de kou staan, omdat in vele oude gebouwen de luchtkwaliteit nog steeds moet worden getest, is tot daaraantoe.  

Er waait al veel langer een kille wind vanuit uw Ministerie van OCW en u, onderwijsminister Arie Slob, onze klaslokalen binnen, een kille wind die ten koste gaat van de kwaliteit van ons onderwijs. Het moet toch op zijn minst ongemakkelijk voelen voor u en het Ministerie van OCW om onderwijspersoneel op deze feestelijke dag van de leraar te complimenteren, terwijl het volgende uitblijft: 

• Een landelijke registratie vanuit het Ministerie van OCW van het lerarentekort. De motie van Kamerlid Peter Kwint van juni 2019 wordt nog steeds niet uitgevoerd, waardoor effectmeting van genomen maatregelen nog steeds niet mogelijk is; 
• Kleinere klassen; 
• Een concurrerend salaris voor een structurele oplossing van een kwantitatief- en kwalitatief lerarentekort; 
• Volledige openheid van de cijfers van de uitstroom van zij-instromers; 
• Onderzoek naar zij-instroom om dit traject te kunnen verbeteren. Nieuwe collega’s verdienen een goede en eerlijke start; 
• Geen gerommel aan bevoegdheden! 

Uw compliment aan alle leraren van Nederland in een tijd waar veel anders is dan normaal voelt hierdoor een beetje ongemakkelijk. U trakteert ons eigenlijk op een dooie mus. Ik hoop dat u daar begrip voor kunt opbrengen. 

Vriendelijke groet, 

Mohammed Guellai, 

leerkracht basisonderwijs en kandidaat voor het hoofdbestuur van de AOb.