Curriculum, Digitale geletterdheid, Informatica, Privacy

‘Docenten moeten weer iets: zich verzetten tegen digitale lesmethoden die de privacy bedreigen’

Jan Lepeltak

Remco Pijpers van Kennisnet trok recent terecht aan de bel en geeft in een artikel in de Volkskrant voorbeelden van bedrijven die met leerlinggegevens aan de loop (zouden kunnen) gaan. Hij baseert zich onder meer op Engels onderzoek. Maar ja, leraren moeten zoveel tegenwoordig, dus dat kan er wel bij. Of het enig effect heeft valt te bezien. Ook de rechten van het kind moeten volgens Unicef in een digitale wereld worden gegarandeerd. Over de mondiale haalbaarheid zullen we het maar niet hebben zolang veel jonge kinderen in delen van de wereld zwaar werk in ateliers en mijnen verrichten. 

Laten we ons beperken tot ons eigen land. Remco Pijpers stelt dat de aanstaande kerndoelen voor digitale geletterdheid straks in elk geval houvast geven. Dat is dan helaas wel een zeer wankel houvast. 
Door de werkdruk is het meer dan begrijpelijk dat het vooral de methoden van de educatieve uitgevers zijn die de docent houvast geven. Kunnen de ‘onderwijskoepels’, of beter de besturenclubs vertegenwoordigd in de VO- en PO-raad, niet als privacywaakhond dienen in plaats van leraren. Tenslotte zijn zij het vaak die verantwoordelijk zijn voor de te gebruiken lesmethoden op hun scholen. Neem dan ook de gehele verantwoordelijkheid en bewaak de privacy van de leerlingen en docenten. Kennisnet zou dat ook kunnen adviseren aan de besturen, maar doet dat misschien liever niet omdat de raad van toezicht van de Kennisnet grotendeels bestaat uit vertegenwoordigers van de ‘besturenkoepels’ of te wel de sectorraden.

Geven de kerndoelen digitale geletterdheid houvast? In de praktijk een wankel houvast. Als we ons beperken tot het VO dan zien we een viertal inhoudelijke thema’s: informatievaardigheden, computational thinking, ICT-basisvaardigheden en mediawijsheid.  Voor ieder wat wils lijkt het. Maar wie moeten de lessen gaan geven?

Toen bij de SLO-presentatie van het vak informatica voor de bovenbouw werd gevraagd naar het aantal uren dat noodzakelijk is voor realisatie bleef het stil. Bij mij ontstond een sterk déjà vu gevoel en moest ik denken aan de invoering van het vak informatiekunde enkele decennia geleden. Dat blonk ook uit in ambitie. Er werd in het kader van het NIVO-project voor docenten een nascholingstraject opgezet dat gauw 40 tot 80 uren kostte. Het vak informatiekunde droogde langzaam op. Er waren te weinig docenten, men kreeg te weinig uren van de schoolleiding. Iedereen met onderwijsbevoegdheid mocht het geven. Er was nog geen lerarentekort. Het vak moest concurreren met een ander nieuw vak, verzorging, dat door staatssecretaris Tineke Netelenbos door het parlement was gedrukt.

Voor het bovenbouw-vak informatica kwamen de kerndoelen twee jaar geleden. Er kwam de nodige kritiek uit de academische wereld. Het is genoeg voor een zeer rijk en vol curriculum. Eigenlijk niet uitvoerbaar en zeer overdadig; een ‘informatica grabbelton’. Er zijn weinig docenten voor geëquipeerd. Realisatie kost veel lesuren en talentvolle leerlingen keren er zich vanaf, want het is saai. De eindexamens informatica zijn schoolexamens en het is niet verplicht. We zien dat relatief weinig scholen informatica aanbieden. Net zoals gebeurde met het vak informatiekunde dat bedoeld was voor de onderbouw en dat van de meeste scholen is verdwenen. 

Een internationale werkgroep uit de academische wereld en de informatica-branche pleit voor kerndoelen rond algoritmiseren, programmeren, data-analyse en privacy. Intussen valt te vrezen dat ons land nog lang tot de achterhoede in de EU zal behoren.

Geef een reactie

− 1 = 1

Translate »